direct naar inhoud van Artikel 4 Maatschappelijk
Plan: West aan Zee
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0093.10640702-VG01

Artikel 4 Maatschappelijk

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een gebouw of een overkapping ten behoeve van een reddingsbootschuur;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. wegen en paden;
  • c. water;

met de daarbijbehorende:

  • d. tuinen, erven en terreinen;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Bouwwerken genoemd in lid 4.1 onder a

Voor het bouwen van de in lid 4.1 onder a genoemde bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de ter plaatse gevestigde maatschappelijke functie worden gebouwd;
  • b. de gebouwen en overkappingen zullen binnen de bouwvlakken worden gebouwd;
  • c. de maatvoering van een bouwwerk zal voorts voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Functie van een gebouw   Maximale
oppervlakte in m²  
Goothoogte in m   Dakhelling in °   Hoogte in m  
  per gebouw   gezamenlijk   max.   min.   max.   max.  
Gebouw, waaronder een overkapping, ten behoeve van een reddingbootschuur   -   -   4,00   20   60   10,00  

4.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de gebouwen ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
4.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 4.2.1 onder c in die zin dat bedrijfsgebouwen en overkappingen, worden voorzien van een plat dak, mits:
    • 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

  • b. het bepaalde in artikel 4.2.2 onder b in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m, mits:
    • 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de landschappelijke en natuurlijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden;
  • c. het gebruik van de gronden en gebouwen voor verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • d. het gebruik van gronden en gebouwen voor permanente bewoning.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in dié zin dat:

  • a. een bouwvlak wordt verschoven, mits:
    • 1. de oppervlakte van het bouwvlak niet wordt vergroot;
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden, de cultuurhistorische en archeologische waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

  • b. de bestemming "Maatschappelijk”, met inbegrip van de bouwvlakken, wordt gewijzigd in de bestemming “Natuur”, mits:
    • 1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 5 van overeenkomstige toepassing zijn;
    • 2. de functie ter plaatse is beëindigd;
    • 3. de voormalige gebouwen en overkappingen worden gesaneerd ten behoeve van de verbetering van de ruimtelijke en milieukwaliteit;
    • 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.