direct naar inhoud van Regels
Plan: Paraplubestemmingsplan Wonen in Smallingerland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0090.PP2021GSL006-0401

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in hoofdstuk 1 Inleidende regels opgenomen regels van de geldende ruimtelijke plannen van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in dit plan aangegeven door middel van een vette en/of doorgehaalde tekst.

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het Paraplubestemmingsplan Wonen in Smallingerland met identificatienummer NL.IMRO.0090.PP2021GSL006-0401 van de gemeente Smallingerland;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels;

1.3 huishouden

één of twee personen, al dan niet met hun biologische, geadopteerde, pleeg- en/of kleinkinderen, die gebruik maken van één (bedrijfs- of tussen)woning, woonhuis of een woning in een woongebouw;

1.4 permanente bewoning

het gebruik van een (bedrijfs- of tussen)woning, woonhuis of een woning in een woongebouw als vaste woonplaats;

1.5 vaste woonplaats

woonplaats voor degene die op het betreffende adres staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie, het adres waar de post wordt bezorgd en waarbij tevens uit het geheel van feiten en omstandigheden blijkt dat het betreffende adres als zijn of haar centrale levensplaats fungeert;

1.6 wonen

het huisvesten van één (afzonderlijk) huishouden in een (bedrijfs- of tussen)woning, woonhuis of in een woning van een woongebouw, waarbij een (bedrijfs- of tussen)woning, woonhuis of een woning in een woongebouw uitsluitend mag worden gebruikt voor permanente bewoning;

1.7 woonhuis

een gebouw woning van ten hoogste drie bouwlagen met in beginsel één woning (of meerdere woningen met een eigen toegang op de verdiepingsvloer(en)), dat die qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in hoofdstuk 2 bestemmingsregels opgenomen regels van de geldende ruimtelijke plannen van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in dit plan aangegeven door middel van een vette en/of doorgehaalde tekst.

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in hoofdstuk 3 Algemene regels opgenomen regels van de geldende ruimtelijke plannen van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in dit plan aangegeven door middel van een vette en/of doorgehaalde tekst.

Artikel 2 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 3 Algemene gebruiksregels

3.1 Afwijken van de gebruiksregels
3.1.1 Afwijkingsbevoegdheden

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 1, lid 1.3 en toestaan dat een ander type huishouden zich vestigt, mits is voldaan aan hetgeen is gesteld in de op vastgestelde beleidsnota 'Verruimen begrip huishouden, dan wel diens rechtsopvolger.

3.1.2 Beoordelingscriteria

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.1.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • de woonsituatie;
  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de milieusituatie;
  • de verkeersveiligheid;
  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels opgenomen regels van de geldende ruimtelijke plannen van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in dit plan aangegeven door middel van een vette en/of doorgehaalde tekst.

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
  • c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

"Regels van het Paraplubestemmingsplan Wonen in Smallingerland van de gemeente Smallingerland".

Vastgesteld door de gemeenteraad op 06-07-2021.