Drachtstervaart - Partiële herziening De Werf

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 11 juni 2013 is het bestemmingsplan Drachten Drachtstervaart vastgesteld. Dat bestemmingsplan omvat de woonwijk (in aanbouw) Drachtstervaart, westelijk in Drachten. Het bestemmingsplan kent enkele onvolkomenheden die de gemeente met deze herziening wil corrigeren. Het betreft enkele correcties in de regels en op de ruimtelijke verbeelding van het plan.

De onvolkomenheden zijn aan het licht gekomen naar aanleiding van een initiatief dat voor De Werf, noordwestelijk in het plangebied, voorzien is. Vanuit het initiatief blijkt dat de in het bestemmingsplan Drachten Drachtstervaart opgenomen maatvoeringen niet voldoen. Naar aanleiding hiervan zijn voor de partiële herziening de volgende uitgangspunten van belang:

• De verplichting voor het bouwen in de rooilijn vervalt. Een woning kan overal binnen een aangeduid bouwvlak worden gebouwd.
• De oppervlakte van een te bouwen woning (het hoofdgebouw) wordt vergroot naar een maximum oppervlakte van 500 m2. Dit moet wel volledig binnen het bouwvlak worden gebouwd.
• Een woning mag uitgevoerd worden met een plat dak, mits de bouwhoogte maximaal 7,5 m bedraagt. De oorspronkelijke bouwregels blijven echter ook gehandhaafd. Deze aanvullende regeling biedt meer flexibiliteit voor de gewenste woningbouw.

De bestemming voor het gebied blijft wonen en ook het aantal woningen dat maximaal mogelijk is in het gebied blijft gelijk. Deze partiële herziening heeft alleen betrekking op het deel van Drachtstervaart waarvoor nu een initiatief is binnen gekomen. Dit ligt aan De Werf. De ligging van het plangebied van deze partiële herziening is weergegeven in de volgende figuur.

Luchtfoto plangebied (bron: Google Maps)

1.2 Geldende planologische regeling

Het genoemde perceel is juridisch-planologisch geregeld in het bestemmingsplan Drachtstervaart, vastgesteld op 11 juni 2013. Het plangebied heeft daarin de bestemming 'Wonen' met diverse aanduidingen die zijn afgestemd op de ontwikkellocatie voor de bouw van een drietal woningen met daarbij onder andere de mogelijkheid voor de bouw van een aantal botenhuizen (zie volgende figuur).

Fragment bestemmingsplan Drachtstervaart (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl)

Voor het perceel is een concreet initiatief voor de realisatie van één van de woningen. Deze past echter qua maatvoering niet binnen de regeling van het geldende bestemmingsplan. De maatvoering van de woning past wel binnen de regeling van het daarvoor geldende bestemmingsplan Drachtstervaart (vastgesteld 3 juli 2001), zoals dat is uitgewerkt in het 'Negende uitwerkingsplan van het bestemmingsplan Drachtstervaart' (2010). Daar waar in het geldende plan de oppervlakte van de bebouwing maximaal 60% van het bouwvlak tot een maximum van 150 m² per woning mag bedragen, was in het plan van 2010 alleen de begrenzing van het bouwvlak bepalend voor de oppervlakte.

Daarnaast zijn in het bestemmingsplan afmetingen gegeven voor minimale en maximale goot- en bouwhoogten en voor een maximale dakhelling. Deze zijn voor de goothoogte 0 - 4 meter, voor de bouwhoogte 0 - 12 meter en voor de maximale dakhelling 60 graden.

Verder bepaalt het geldende plan dat de voorgevel van een hoofdgebouw in de voorgevelbouwgrens moet staan. De voorgevelbouwgrens betreft ingevolge artikel 1 lid 96 van het bestemmingsplan 'de naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde bouwgrens, met dien verstande dat indien een bouwvlak gericht is op meerdere wegen of is gericht op meerdere openbare ruimtes, de bouwgrens die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt'. Concreet stelt deze regeling het verplicht om de voorgevel van de woning in de grens van het bouwvlak (bouwgrens) te bouwen. Ook hier is sprake van een aanvullende bepaling en dus een beperking ten opzichte van de regeling uit 2010. De woning die is aangevraagd is een aantal meters vanaf de bouwgrens gesitueerd.

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 van dit bestemmingsplan worden de aanvullende mogelijkheden van deze partiële herziening kort getoetst aan het beleid en de omgevingsaspecten. Vervolgens staat in hoofdstuk 3 een uitleg van de juridische regeling. Ten slotte wordt in hoofdstuk 4 wordt de uitvoerbaarheid van het plan toegelicht. Dit is opgesplitst in maatschappelijke uitvoerbaarheid en economische uitvoerbaarheid.

Hoofdstuk 2 Beleidskader en omgevingsaspecten

2.1 Beleid

Het geldende bestemmingsplan Drachtstervaart maakt de bouw van woningen mogelijk. In dat bestemmingsplan en in het uitwerkingsplan van 2010 heeft een uitgebreide toetsing aan relevant beleid, van verschillende overheden , plaatsgevonden. Daaruit blijkt dat vanuit het beleid het plan functioneel en ruimtelijk (nog steeds) inpasbaar is. Daarbij is het uitgangspunt de bouw van drie woningen met een aantal botenhuizen.

Deze planologische ruimte die hier wordt benut, past dus binnen het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid.

2.2 Omgevingsaspecten

Ook de omgevingsaspecten zijn in het bestemmingsplan Drachten Drachtstervaart uitvoerig getoetst. De bouw van de woningen in het plangebied van deze partiële herziening past binnen de sectorale wet- en regelgeving op het gebied van o.a. milieu, ecologie, archeologie en water. De regeling van het geldende bestemmingsplan blijft met deze partiële herziening in stand.

De aanvullende mogelijkheden die in deze partiële herziening mogelijk worden gemaakt geven geen andere uitkomsten van toetsing aan de verschillende omgevingsaspecten. De uitgangspunten vanuit het bestemmingsplan Drachtstervaart blijven immers in tact. De aanvullingen waren bovendien in het Negende uitwerkingsplan van het bestemmingsplan Drachtstervaart (2010) al planologisch geregeld en qua omgevingsaspecten onderzocht. Aanvullend onderzoek is daarom niet nodig.

Hoofdstuk 3 Juridische regeling

Dit hoofdstuk beschrijft de juridische regeling van deze partiële herziening. Daarbij wordt kort ingegaan op de algemene systematiek, de regels en de verbeelding.

3.1 Systematiek

Net als het bestemmingsplan Drachtstervaart voldoet ook deze partiële herziening aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Gekoppeld hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. De SVBP maakt het mogelijk om ruimtelijke plannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2012 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe plannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt.

3.2 Regels

Voor het plangebied blijven de regels van het bestemmingsplan Drachtstervaart van toepassing. Daarbij gaat het om de regels van de geldende dubbelbestemming, aanduidingen en de bestemming "Wonen - 1". Aan de regels van de bestemming "Wonen - 1" worden echter enkele regels toegevoegd die aanvullingen geven, zodat de gewenste ontwikkeling plaats kan vinden. Dit betekent dat in afwijking van de bouwregels (artikel 9, lid 2) de volgende mogelijkheden bij recht mogelijk worden gemaakt:

• sub j wordt toegevoegd: Daarin wordt geregeld dat - in afwijking van sub c - een plat dak gerealiseerd mag worden en dat in zo een geval de maximale bouwhoogte van 7,5 m bedraagt;
• sub k wordt toegevoegd: Daarin wordt geregeld dat - in afwijking van sub e - de oppervlakte van een hoofdgebouw maximaal 500 m2 mag bedragen.
• sub l wordt toegevoegd: Daarin wordt geregeld dat voor het plangebied sub f (bouwen in voorgevelbouwgrens) niet van toepassing is.

Om de genoemde regelingen specifiek voor het plangebied van toepassing te kunnen laten zijn, wordt het plangebied voorzien van een aanduiding. Deze aanduiding wordt gekoppeld aan de hiervoor op te nemen subleden j, k en l. Daarmee is de herziening van de regels alleen op het plangebied van toepassing.

3.3 Verbeelding

Bij deze partiële herziening hoort een verbeelding. Deze verbeelding voegt de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering' toe aan de verbeelding van het geldende bestemmingsplan. De regels van artikel 9 lid 2, subleden j, k en l worden daaraan gekoppeld.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een plan. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.

4.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Voor een snelle voortgang van het proces is besloten de inspraak op grond van de Inspraakverordening over deze herziening over te slaan. Voor het plangebied is immers sprake van ondergeschikte aanpassingen in de regels. Het plan wordt in het kader van het vooroverleg wel toegezonden aan de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân. Beide instanties hebben gereageerd op het toegezonden bestemmingsplan. Inhoudelijk hebben beide instanties echter geen reactie op het plan. Dit geeft geen aanleiding voor aanpassing van het bestemmingsplan.

Het ontwerpplan is voor de zienswijzen ter inzage gelegd. Tijdens deze periode zijn geen zienswijzen naar voren gebracht. De herziening is ter vaststelling aangeboden. De gemeenteraad heeft op 13-12-2016 besloten het plan vast te stellen.

4.2 Economische uitvoerbaarheid

De economische uitvoerbaarheid van dit plan wordt bepaald door de financiële haalbaarheid enerzijds en de grondexploitatie anderzijds. Dit plan is economisch uitvoerbaar, omdat het financieel haalbaar is en de grondexploitatie goed geregeld wordt.

De gemeente Smallingerland corrigeert met deze partiële herziening de regeling van het bestemmingsplan Drachten Drachtstervaart ter plaatse van het plangebied. Voor dergelijke correcties heeft de gemeente financiële middelen beschikbaar, waarmee het plan financieel haalbaar is. De partiële herziening brengt bovendien met zich mee dat de gronden beter uitgeefbaar worden, door de regeling die hiervoor te versoepelen.

De grondexploitatieregeling is niet van toepassing, omdat met dit plan geen nieuwe bouwplannen mogelijk worden gemaakt. Dit plan biedt slechts een correctie op het bestemmingsplan Drachten Drachtstervaart dat bouwplannen mogelijk maakt. Het bestemmingsplan Drachten Drachtstervaart blijft in stand. Naar aanleiding van de procedure van dat plan is het kostenverhaal geregeld. Onder meer via overeenkomsten met de ontwikkelaar.