direct naar inhoud van Artikel 4 Groen
Plan: Bestemmingsplan De Bijzondere Onderneming te Rottevalle
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0090.BP2011DPO002-0401

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, met dien verstande dat de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van groen - beplantingstrook” zijn bestemd voor de realisatie en behoud van opgaande en afschermende beplanting;
  • b. openbare nutsvoorzieningen;
  • c. waterlopen en waterpartijen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding “water" minimaal 90% moet worden ingericht als oppervlaktewater;
  • d. onverharde voetpaden.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Toegelaten bouwwerken

Op de gronden, bedoeld in lid 4.1, mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.3.1 Vergunningsplicht
  • a. Ter plaatse van de aanduiding “water”, is verboden om op de gronden, bedoeld in lid 4.1, zonder vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) of anders dan in zo'n vergunning is vastgelegd, de volgende werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
    • 1. het vergraven, dempen, ondertunnelen of overkluizen van watergangen en waterpartijen.

  • b. Ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van groen - beplantingstrook”, is het verboden om op de gronden, bedoeld in lid 4.1, zonder vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) of anders dan in zo’n vergunning is vastgelegd, de volgende werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
    • 1. het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de opgaande en afschermende beplanting.

4.3.2 Uitzondering vergunningplicht

Lid 4.3.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:

  • a. plaatsvinden in het kader van het normale onderhoud;
  • b. al in uitvoering waren op het moment van het van kracht worden van het plan.

4.3.3 Beoordelingscriteria
  • a. Een vergunning als bedoeld in lid 4.3.1 onder a kan alleen worden verleend als:
    • 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterhuishoudkundige belangen;
    • 2. hierover advies is gevraagd aan het waterschap.

  • b. Een vergunning als bedoeld in lid 4.3.1 onder b kan alleen worden verleend als:
    • 1. uit onderzoek in de vorm van een Natuurtoets is gebleken dat de ontheffing respectievelijk vergunning kan worden verleend of niet noodzakelijk is;
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke inpassing van het wooncentrum als bedoeld in artikel 5, lid 5.1.