direct naar inhoud van Artikel 7 Kantoor
Plan: Centrum Drachten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0090.BP2010SCE-0401

Artikel 7 Kantoor

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoordoeleinden;
  • b. tevens voor dienstverlening ter plaatse van de aanduiding "dienstverlening";

maar ook voor de daarbij behorende:

  • c. restauratieve voorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen en water;
  • e. wegen, straten en paden;
  • f. openbare nutsvoorzieningen;
  • g. kunstobjecten;
  • h. tuinen en erven.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Toegelaten bouwwerken

Op de gronden, bedoeld in lid 7.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  • a. kantoren;
  • b. andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen en kunstobjecten.
7.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen alleen worden gebouwd binnen de aangegeven bouwvlakken;
  • b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste de in de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen;
  • c. het bebouwingspercentage van een bouwblok mag ten hoogste het in de aanduiding "maximum bebouwingspercentage" aangegeven percentage bedragen.
7.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken geldende volgende regels:

  • a. erf- en terreinafscheidingen en pergola's mogen alleen worden gebouwd binnen de aangegeven bouwvlakken;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 1 meter zijn, maar als een erf- of terreinafscheiding achter (het verlengde van) de aan de kant van de weg gelegen gevel wordt gebouwd, mag deze maximaal 2 meter zijn;
  • c. de bouwhoogte van palen en masten mag maximaal 8 meter zijn;
  • d. de bouwhoogte van kunstobjecten mag maximaal 12 meter zijn;
  • e. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 5 meter zijn.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Afwijkingsbevoegdheden

Burgemeester en Wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. de regel van lid 7.2.3 sub a en toestaan dat erf- en terreinafscheidingen buiten de aangegeven bouwvlakken worden gebouwd.
7.3.2 Beoordelingscriteria

Afwijken als bedoeld in lid 7.3.1 is alleen mogelijk als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.3.3 Procedure afwijken

Als Burgemeester en Wethouders de afwijkingsbevoegdheden van lid 7.3.1 toepassen, moeten zij de procedure volgen die omschreven staat in artikel 21.1.