direct naar inhoud van 4.1 Archeologie
Plan: Drachten - Woon- en zorglocatie De Lauwers
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0090.BP2009SDM002-0501

4.1 Archeologie

In 1992 is het Europees Verdrag van Malta ondertekend door een groot aantal EU-landen, waaronder ook Nederland. Het doel hiervan is het veiligstellen van het (Europese) archeologische erfgoed. Dit moet met name gestalte krijgen in het ruimtelijke ordeningsbeleid, wat betekent dat bij de voorbereiding van bestemmingsplannen meer aandacht moet worden besteed aan de (mogelijke) aanwezigheid van archeologische waarden en dat een beschermende regeling moet worden opgenomen ten aanzien van die archeologische waarden. Inmiddels is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden.

Onderdeel van deze wet is dat provincies gebieden aanwijzen die (naar verwachting) archeologisch waardevol zijn. De provincie Fryslân heeft dit reeds gedaan en het resultaat daarvan is de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE). Deze bestaat uit een advieskaart voor de Steentijd - bronstijd en uit een advieskaart voor de Ijzertijd - middeleeuwen.

Steentijd - bronstijd

afbeelding "i_NL.IMRO.0090.BP2009SDM002-0501_0004.jpg" Figuur 4: Archeologisch onderzoek steentijd - bronstijd

Voor het plangebied is voor de periode steentijd "Karterend onderzoek 2" nodig. In deze gebieden kunnen zich op enige diepte archeologische lagen uit de steentijd bevinden, die zijn afgedekt door een veen- of kleidek.

Mochten zich hier archeologisch resten bevinden, dan zijn deze waarschijnlijk goed van kwaliteit. De provincie beveelt daarom aan om bij ingrepen van meer dan 2500 m² karterend (boor)onderzoek uit te laten voeren, waarbij minimaal zes boringen per hectare worden gezet, met een minimum van zes boringen voor gebieden kleiner dan een hectare. In dit geval is sprake van een grotere locatie. Een bodemonderzoek ten aanzien van archeologie is dus noodzakelijk.

Ijzertijd - middeleeuwen

Voor de periode Middeleeuwen is "Karterend onderzoek 3" nodig. In gebieden waar "Karterend onderzoek 3" voor nodig is, kunnen archeologische resten bevinden uit de periode midden-bronstijd - vroege middeleeuwen. Het gaat hier dan met name om vroeg- en vol-middeleeuwse veenontginningen. Dit houdt in dat er een kans bestaat dat er zich huisterpjes uit deze tijd in het plangebied bevinden. Ook de wat oudere boerderijen kunnen archeologische sporen of resten afdekken, hoewel de veengronden eromheen al afgegraven zijn. De provincie beveelt aan om bij ingrepen van meer 5000 m² historisch en karterend onderzoek te verrichten, waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan eventuele Romeinse sporen en/of vroeg-middeleeuwse ontginningen. Het plangebied is groter dan 5000 m². Ook een onderzoek ten aanzien van deze tijd is aanbevolen.

Aangezien het gebied in de bebouwde kom ligt, dient in de onderzoeksstrategie rekening te worden gehouden met recente verstoringen die zich kunnen hebben voorgedaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0090.BP2009SDM002-0501_0005.jpg"

Figuur 5: Archeologisch onderzoek ijzertijd - middeleeuwen

Onderzoek

In verband met de beoogde ontwikkelingen in het plangebied, is archeologisch onderzoek uitgevoerd (zie bijlage 1). In dit onderzoek wordt de vragen beantwoord of de bodemopbouw zodanig intact is dat archeologisch vervolgonderzoek zinvol is en er aanwijzingen zijn voor (grotere) archeologische nederzettingen. Op deze vragen kan negatief geantwoord worden. Het onderzoek concludeert namelijk dat het plangebied onder een verstoorde toplaag dekzand ligt waarin geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen. Op grond van het ontbreken van aanwijzingen van grotere archeologische nederzettingen in het plangebied, wordt geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen.