direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorzieningen
Plan: Drachten - Woon- en zorglocatie De Lauwers
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0090.BP2009SDM002-0501

Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorzieningen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf - Nutsvoorzieningen", aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. openbare nutsvoorzieningen;

maar ook voor de daarbijbehorende:

  • b. groenvoorzieningen en water;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. wegen, straten en paden;
  • e. tuinen en erven.

3.2 Bouwregels

3.2.1 Toegelaten bouwwerken

Op de gronden, bedoeld in lid 3.1 , mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  • a. gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen;
  • b. andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen.

3.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw mag alleen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste de in de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen.

3.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. erf- en terreinafscheidingen en pergola's mogen alleen worden gebouwd binnen de aangegeven bouwvlakken;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 1 meter zijn, maar als een erf- of terreinafscheiding achter (het verlengde van) de aan de kant van de weg gelegen gevel wordt gebouwd, mag deze maximaal 2 meter zijn;
  • c. de bouwhoogte van palen en masten mag maximaal 8 meter zijn;
  • d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 5 meter zijn.

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.3.1 Afwijkingsbevoegdheden

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • de regel van lid 3.2.3 sub a in die zin dat erf- en terreinafscheidingen buiten de aangegeven bouwvlakken worden gebouwd.

3.3.2 Beoordelingscriteria

Omgevingsvergunningen als bedoeld in lid 3.3.1 kunnen alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel;
  • b. het gebruik van de gebouwen voor bewoning.