direct naar inhoud van Artikel 13 Recreatie - Kampeerboerderij
Plan: Schiermonnikoog - Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0088.056302-0000

Artikel 13 Recreatie - Kampeerboerderij

 

13. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor “Recreatie - Kampeerboerderij” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    gebouwen ten behoeve van groepsaccommodaties;

met de daarbijbehorende:

b.    tuinen, erven en terreinen;

c.    sport- en speelterreinen;

d.    groenvoorzieningen;

e.    parkeervoorzieningen;

f.     straten en paden;

g.    nutsvoorzieningen;

h.    sloten, bermen en beplanting;

i.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

13. 2.    Bouwregels

13. 2. 1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

a.    de gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;

b.    het bebouwingspercentage mag per bouwperceel ten hoogste het in het bouwvlak aangegeven percentage bedragen;

c.    de maatvoering van de gebouwen dient te voldoen aan de in het bouwvlak aangegeven maatvoeringseisen.

13. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan te worden gebouwd;

b.    de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag per bouwperceel ten hoogste 15 m² bedragen;

c.    de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3,00 m bedragen;

d.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen;

e.    de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.

13. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.    de in bijlage 3 en 4 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;

b.    een goede woonsituatie;

c.    de milieusituatie;

d.    de verkeersveiligheid;

e.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

13. 4.    Ontheffing van de bouwregels

13. 4. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

a.    het bepaalde in lid 13.2.1. sub a en toestaan dat de gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:

-       de oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 10% van de oppervlakte van het binnen het bouwperceel gelegen gedeelte van het bouwvlak;

b.    het bepaalde in lid 13.2.2. sub a en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw worden gebouwd.

13. 4. 2. De in lid 13.4.1. genoemde ontheffing mag uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

a.    het straat- en bebouwingsbeeld;

b.    de in bijlage 3 en 4 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;

c.    de woonsituatie;

d.    de verkeersveiligheid;

e.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

13. 5.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van de gronden en bouwwerken voor permanente bewoning;

b.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;

c.    het gebruik van gronden en bouwwerken als zelfstandig horecabedrijf.