direct naar inhoud van Artikel 8: Leiding - Water
Plan: Bedrijvenpark Drachten-Azeven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0086.03BPBedrijvenpark-0301

Artikel 8: Leiding - Water

8.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. een strook ten behoeve van een hoofdwaterleiding;

met de daarbijbehorende:

  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2. Bouwregels
8.2.1. Bouwwerken

In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.

8.2.2. Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

8.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2,00 m bedragen.
8.3. Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de leiding, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 8.2.1 en lid 8.2.2 in die zin dat de in de basisbestemming(en) genoemde gebouwen worden gebouwd, mits:
    • 1. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder;
  • b. het bepaalde in lid 8.2.3 in die zin dat de in de basisbestemming(en) genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
    • 1. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder.

8.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.4.1. Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemming(en), is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm;
  • c. het in de grond brengen van voorwerpen dieper dan 40 cm;
  • d. het aanleggen of verharden van andere oppervlakteverhardingen;
  • e. het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen die dieper wortelen of kunnen wortelen dan 40 cm.

8.4.2. Uitzondering

Het bepaalde in lid 8.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud dan wel het normale agrarische gebruik betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

8.4.3. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van leidingen.