direct naar inhoud van Artikel 5: Bedrijventerrein
Plan: Bakkeveen Kom
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0086.01BPKom-0301

Artikel 5: Bedrijventerrein

Link naar de toelichting op de bestemming 'Bedrijventerrein'.

5.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
    • 1. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2 en 3.1;
    • 2. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorie 3.2, ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.2";
    • 3. detailhandel, voorzover gerelateerd en ten dienste van een bedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
    • 4. bedrijfswoningen;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. (ontsluitings)wegen, straten en paden;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. cultuurgrond;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. verhardingen;
  • i. waterlopen en waterpartijen;

met de daarbijbehorende:

  • j. tuinen, erven en terreinen;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2. Bouwregels
5.2.1. Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak zullen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van één bedrijf worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage zal per bestemmingsvlak ten hoogste 70% bedragen.
5.2.2. Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, overkappingen ten behoeve van bedrijven en bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. de afstand van een gebouw of een overkapping tot de zijdelingse perceelsgrens zal ten minste 5,00 m bedragen;
  • b. de afstand van een gebouw of een overkapping tot de naar de weg gekeerde perceelsgrens zal ten minste 5,00 m bedragen;
  • c. het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste één per bedrijf bedragen;
  • d. indien een niet-inpandige bedrijfswoning wordt gebouwd, zal een bedrijfsgebouw achter de naar de weg gekeerde gevel van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • e. de oppervlakte van een niet-inpandige bedrijfswoning zal ten hoogste 150 m² bedragen;
  • f. de oppervlakte van een inpandige bedrijfswoning zal ten hoogste 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de op het bouwperceel aanwezige bedrijfsgebouwen bedragen;
  • g. de goot- en bouwhoogte van een bedrijfsgebouw of inpandige bedrijfswoning zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte bedragen;
  • h. de bouwhoogte van een overkapping zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • i. de goothoogte van een niet-inpandige bedrijfswoning zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • j. de bouwhoogte van een niet-inpandige bedrijfswoning zal ten hoogste 9,00 m bedragen.
5.2.3. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, de bijgebouwen en de overkappingen bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 100 m² bedragen;
  • b. de goothoogte van een aan- of uitbouw, een aangebouwd bijgebouw of een aangebouwde overkapping zal ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning plus 0,30 m;
  • c. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw of een vrijstaande overkapping zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • d. indien een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping wordt voorzien van een kap, zal de dakhelling ten hoogste de dakhelling van de bedrijfswoning bedragen.
5.2.4. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
5.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de milieusituatie;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
5.4. Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de brandveiligheid, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.2.1 sub b in die zin dat het bebouwingspercentage per bouwperceel wordt vergroot tot ten hoogste 80%;
  • b. het bepaalde in lid 5.2.2 sub a in die zin dat de afstand van een gebouw of een overkapping tot de zijdelingse perceelsgrens wordt verkleind;
  • c. het bepaalde in lid 5.2.2 sub b in die zin dat de afstand van een gebouw of een overkapping tot de weg wordt verkleind;
  • d. het bepaalde in lid 5.2.2 sub g in die zin dat de goothoogte van een bedrijfsgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;
  • e. het bepaalde in lid 5.2.2 sub h in die zin dat de goothoogte van een niet-inpandige bedrijfswoning wordt vergroot tot ten hoogste 6,50 m;
  • f. het bepaalde in lid 5.2.3 sub b in die zin dat de goothoogte van een aan- of uitbouw, een aangebouwd bijgebouw of een aangebouwde overkapping wordt vergroot, mits dit voor een hoofdgebouw vanuit architectonische overwegingen aanvaardbaar is en de verhoging bijdraagt tot een ruimtelijke versterking van een straat of straatwand.
5.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'detailhandel', in welk geval aan een bedrijf gerelateerde detailhandel is toegestaan met een maximum verkoopvloeroppervlakte van 150 m²;
  • c. het gebruik van bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijgebouwen bij een bedrijfswoning voor bewoning;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor zelfstandige kantoren.
5.6. Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.5 sub b in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel, niet zijnde detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
  • b. het bepaalde in lid 5.5 sub d in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2, mits het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 3.2, maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting kunnen hebben.