direct naar inhoud van Regels
Plan: Paraplubestemmingsplan windturbines Ooststellingwerf
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0085.BPWind-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 het plan:

het Paraplubestemmingsplan windturbines Ooststellingwerf met identificatienummer NL.IMRO.0085.BPWind-VG01 van de gemeente Ooststellingwerf;

1.2 het bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 dakturbine:

een kleine windturbine zonder mast, geplaatst op het dak van een gebouw;

1.4 natuurtoets:

Een natuurtoets is een uitgebreide en zorgvuldige ecologische effecten-beoordeling van de impact van windmolen(s) op beschermde soorten en gebieden in het kader van de Wet Natuurbescherming. In het bijzonder het effect op belangrijke foerageerplaatsen, voortplantingslocaties (waaronder weidevogel(herstel)gebieden), rustplaatsen en trekroutes van deze dieren.

Een natuurtoets start in de meeste gevallen met een Quick Scan. Dit is een korte toets waaruit blijkt of er risico's bestaan op overtredingen van de Wet natuurbescherming. Indien deze risico's niet kunnen worden uitgesloten, kunnen de plannen worden aangepast, zodat het risico wordt weggenomen of er kan nader onderzoek worden uitgevoerd naar het daadwerkelijke voorkomen en de verwachtte risico's. Ook daaruit kunnen aanpassingen van het plan ontstaan, of ontheffing worden aangevraagd bij het bevoegd gezag, de provincie Fryslân. Houd er rekening mee dat als ontheffing wordt aangevraagd een onderdeel hiervan altijd compensatie en mitigatie is. Dat betekent dat er aanpassingen aan het plan moeten worden gemaakt, zodat de Gunstige staat van Instandhouding van de betreffende soort(en) niet in het geding komt.

Daarnaast wordt de Externe werking van windmolens op de Instandhoudingsdoelen van de Natura 2000-gebieden beoordeeld. Tevens wordt het cumulatieve effect van voortschrijdende windmolenplaatsing op essentiële landschapsecologische relaties ter behoud van dierpopulaties (Gunstige staat van Instandhouding) op regionaal niveau beoordeeld.

1.5 risicovolle inrichting:

een inrichting, die ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals deze luidt op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

1.6 windturbine:

een installatie c.q. bouwwerk voor het opwekken van elektrisch of thermisch vermogen uit wind.

Artikel 2 Wijze van meten

2.1 ashoogte van een windturbine:

hoogte gemeten vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;

afbeelding "i_NL.IMRO.0085.BPWind-VG01_0006.jpg"

2.2 tiphoogte van een windturbine
  • a. turbines met een horizontale as:
    • 1. de ashoogte van een windturbine plus de straal van de rotorcirkel;
  • b. turbines met een verticale as:
    • 1. de ashoogte van een windturbine plus het deel van de rotorbladen dat daarbovenuit steekt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0085.BPWind-VG01_0007.jpg"

2.3 rotordiameter van een windturbine

deze wordt bepaald door het maximale bereik van de rotordiameter, gemeten loodrecht op de as.

afbeelding "i_NL.IMRO.0085.BPWind-VG01_0008.jpg"

Artikel 3 Van toepassing verklaring

Dit bestemmingsplan is van toepassing op de bestemmingsplannen en de daarin aangehaalde artikelen, zoals opgenomen in bijlage 1.

Hoofdstuk 2 Regels windturbines

Artikel 4 Algemene bouwregels

4.1 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de bouwregels van de in bijlage 1 genoemde bestemmingen in die zin dat ten hoogste 2 windturbines op of direct grenzend aan het bouwperceel van een bestaand agrarisch bedrijf worden gebouwd, mits:

  • a. de ashoogte ten hoogste 15 m bedraagt;
  • b. bij toepassing van dakturbines, de hoogte maximaal 1 m hoger bedraagt dan de bestaande nokhoogte;
  • c. het op te stellen vermogen is gericht op de energiebehoefte van het agrarisch bedrijf;
  • d. de turbines zorgvuldig worden ingepast binnen de landschappelijke- en cultuurhistorische kernkwaliteiten, zoals beschreven in het 'Landschappelijk kader windturbines Ooststellingwerf' (Bijlage 2 van de regels), waarbij de mogelijkheden om te voorzien in de energiebehoefte van het agrarische bedrijf door middel van zonnepanelen op de gebouwen zijn verkend;
  • e. de afstand van de te bouwen windturbines tot:
    • 1. een locatie voor radioastronomie tenminste 2,00 km bedraagt, waarbij de twee kilometer zone is weergegeven ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - zone radioastronomie';
    • 2. gasinfrastructuur ten minste 25,00 m bedraagt (hart leiding), tenzij de leidingbeheerder instemt met een kortere afstand;
    • 3. hoogspanningsinstrastructuur ten minste de maximale werpafstand bij twee keer het nominaal toerental van de windturbine, tenzij de netbeheerder instemt met een kortere afstand;
    • 4. een woning van derden of andere gevoelige objecten ten minste 75,00 m bedraagt;
  • f. uit een natuurtoets blijkt dat er geen negatieve ecologische gevolgen zijn voor de aanwezige beschermde soorten;
  • g. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • h. de aanvraag ter advisering aan de provincie Fryslân wordt voorgelegd;
  • i. indien op grond van de in de regels van de in bijlage 1 genoemde bestemmingen het gebruik voor windenergie niet is toegestaan, tevens wordt afgeweken van het gebruik, zoals opgenomen in artikel 5 lid 5.1.

Artikel 5 Algemene gebruiksregels

5.1 Afwijken van de gebruiksregels

Voor zover krachtens de bestemmingen, zoals genoemd in bijlage 1 het gebruik van gronden voor windenergie niet is toegestaan, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken voor het gebruik van de gronden ten behoeve van de opwekking van windenergie.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregeling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwen
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10 %.
  • c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

De regels worden aangehaald als:

Regels van het Paraplubestemmingsplan windturbines Ooststellingwerf van de gemeente Ooststellingwerf.

Behorend bij het besluit van 25 januari 2022.