direct naar inhoud van 3.9 Externe veiligheid
Plan: Urkerstraat - Steile Bank
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0082.001300-0004

3.9 Externe veiligheid

Van de ramptypes die verband houden met externe veiligheid ("Indeling Leidraad maatramp") zijn met name ongevallen met brandbare/explosieve of giftige stoffen van belang.

Deze ongevallen kunnen nader worden onderscheiden in ongevallen met betrekking tot:

  • inrichtingen;
  • vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen;
  • vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor.

Inrichtingen

De risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen dienen tot een aanvaardbaar minimum te worden beperkt. Daartoe zijn in het "Besluit externe veiligheid inrichtingen" (hierna: Bevi) regels gesteld.

Bij het toekennen van bepaalde bestemmingen dient onderzocht te worden:

  • Of voldoende afstand in acht wordt genomen tussen (beperkt) kwetsbare objecten enerzijds en risicovolle inrichtingen anderzijds in verband met het plaatsgebonden risico.
  • Of (beperkt) kwetsbare objecten liggen binnen in het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen en zo ja, wat de bijdrage is aan het groepsrisico.

Het plaatsgebonden risico is de kans dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats buiten een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Voor kwetsbare objecten geldt een plaatsgebonden risico PR 10-6 en voor beperkt kwetsbare objecten geldt een richtwaarde voor het plaatsgebonden risico PR 10-6.

Het groepsrisico bestaat uit de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

Ten opzichte van de oude situatie kan niet worden verwacht dat het groepsrisico verandert ten gevolge van deze vervangende nieuwbouw.

In het invloedsgebied zijn bestemmingsplannen vigerend. Dit zijn gedetailleerde bestemmingsplannen, die bij recht nauwelijks tot geen ruimte bieden voor nieuwe ontwikkelingen. De personendichtheden zijn daarmee indirect verankerd in het bestemmingsplan.

Ruimte is schaars en de invulling van de ruimte wordt door tal van factoren bepaald. Het groepsrisico is er daar één van. Het gemeentelijke beleid richt zich in beginsel op de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. Onder omstandigheden kan een toename onder de oriëntatiewaarde onaanvaardbaar worden gevonden. Dat is in de onderhavige situatie niet het geval, mede gelet op alle andere factoren die de invulling op de onderhavige locatie bepalen, waaronder de stedenbouwkundige inpassing.

Een belangrijk aspect betreft de zelfredzaamheid van de bevolking. Zelfredzaamheid is het zichzelf kunnen onttrekken aan dreigend gevaar, zonder daadwerkelijke hulp van hulpdiensten. Dit kan door middel van schuilen en of vluchten. Dit stelt eisen aan de ligging van de bebouwing, en de interne inrichting en waarschuwings- of alarmeringsvoorzieningen. Dit plan biedt hiervoor goede mogelijkheden. In overleg met de brandweer zal gekeken worden naar de mogelijkheden voor een opstelplaats te onderzoeken.Ook zullen vluchtroutes en -deuren in de gebouwen van de risicobron af worden gesitueerd..

Midden in het plangebied ligt een gasdrukregelstation van Gastransport Service uit Groningen. Dit station heeft toevoerleidingen van 8 en 4 inch, kent verder geen vergunningplichtige componenten en valt daarom onder het regime van de Activiteiten - AMvB.

Buisleidingen

Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) zijn op 1 januari 2011 in werking getreden. De normstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).

In het plangebied lagen 3 aardgastransportleidingen van de Nederlandse Gasunie. Deze hebben alle drie een verbinding met het gasdrukregelstation. Alle drie de leidingen hebben een werkdruk van 40 bar en van twee van de drie is de diameter 8,6 inch en één buisleiding heeft een diameter van 4,3 inch. In het kader van het nieuwe Besluit is voor alle drie de leidingen een berekening uitgevoerd met behulp van het programma Carola.

Twee leidingen hebben een 10-6 PR-contour, die op of direct naast de leiding ligt en één leiding heeft een contour die wat verder van de leiding af ligt. Zie Bijlage 9 EV-contour. Bij brief van 27 juni 2013 heeft de Gasunie aangegeven dat de in de bijlage genoemde leiding inmiddels is ontmanteld en dus geen consequenties meer heeft voor het plan.

De gronden, die binnen een contour zijn gelegen krijgen de gebiedsaanduiding "leiding - gas".Volgens het Besluit externe veiligheid buisleidingen wordt in het bestemmingsplan de ligging weergegeven van de aanwezige buisleidingen alsmede de volgens artikel 14 lid 1 Bevb daarbijbehorende belemmeringenstrook ten behoeve van onderhoud van de buisleiding. Deze belemmeringenstrook bedraagt tenminste 5 meter aan weerszijden van een buisleiding, gemeten uit het hart van de leiding. Dit geldt voor de andere twee leidingen voor zover die 5 meter niet binnen de PR-contour van de andere leiding is gelegen.

Zowel het plaatsgebonden risico als het groepsrisico is berekend in het Carola-rapport. Daaruit blijkt dat de curve in twee gevallen niet voorkomt en bij de derde leiding zodanig ver nog van de orientatiewaarde vandaan blijft dat de gemeente Lemsterland de ontwikkelingen die het plan mogelijk maakt, acceptabel vindt. Zie Bijlage 10 EV-rapport Buisleidingen voor nadere informatie.

De contour van het plaatsgebonden risico ligt op 21 meter. Voor kwetsbare objecten (zoals woningen) geldt dat deze niet binnen deze contour mogen bevinden. Het bouwplan is naar aanleiding van bovenstaande Carola-onderzoek aangepast en ligt in zijn geheel buiten de PR 10 - 6 contour op 21 meter. Het is van 21 meter binnen deze contour mogelijk om goed beargumenteerd beperkt kwetsbare objecten toe te staan.

Vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor

In de nabijheid van het plangebied vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Volgens het tellingenrapport gevaarlijke stoffen in Friesland bevinden zich echter binnen het plangebied geen knelpunten aangaande externe veiligheid.