direct naar inhoud van 5.2 Toelichting op de planregels
Plan: Lemsterpark, fase 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0082.000600-0004

5.2 Toelichting op de planregels

Voor zo ver nodig is geoordeeld, worden onderstaand enige regels voorzien van een nadere toelichting.

Bedrijventerrein

Deze bestemming biedt, afhankelijk van de situering ten opzichte van gevoelige functies, mogelijkheden voor bedrijfsactiviteiten van verschillende zwaarte. Met aanduidingen zijn de gronden aangegeven waar sprake is van bedrijfswoningen en mogelijkheden voor perifere detailhandel en zelfstandige kantoren. In deze bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen.

Ter plaatse van de aanduiding 'verkeer' kan de bestemming 'Bedrijventerrein' geheel of gedeeltelijk worden gewijzigd in de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'.

Daarnaast kunnen de aanduidingen zodanig gewijzigd worden dat in het bestemmingsvlak twee bouwpercelen zijn toegestaan in plaats van drie bouwpercelen, indien gebruik wordt gemaakt van de bovengenoemde wijzigingsbevoegdheid.

Groen

In deze bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. De bestemming kan worden gewijzigd in 'Bedrijventerrein'. Op deze wijze kunnen de kavels van fase 1 en 2 met elkaar worden verbonden als hier vanuit een doelmatig gebruik aanleiding toe is.

Wonen

In de bestemmingsomschrijving is opgenomen dat aan-huis-verbonden werkactiviteiten zijn toegestaan in hoofd- en bijgebouwen. Er is een definitie opgenomen van werkactiviteit: het beroepsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid op kleine schaal in een woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroeps- of bedrijfsuitoefening een ruimtelijke en visuele uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse. Onder werkactiviteit als hier bedoeld worden in elk geval niet begrepen: garagebedrijven, detailhandel, horeca, showrooms en prostitutie. Elementen in deze definitie zijn:

  • Beroepsmatig: in tegenstelling tot hobbymatig. Op basis van de APV, het Burgerlijk Wetboek en de Bouwverordening mag de woonfunctie niet leiden tot hinder voor anderen, ook niet bij hobbymatige activiteiten.
  • Diensten / ambachtelijke bedrijvigheid: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofd- of handenarbeid.
  • Kleine schaal: Verder is van een kleine schaal geen sprake meer als personeel wordt aangetrokken.
  • Woonfunctie. De woonfunctie blijft de belangrijkste functie. Daartoe strekt de voorwaarde dat ten hoogste 35% van het gezamenlijk bruto vloeroppervlak van het woonhuis en de bijgebouwen wordt aangewend ten dienste van de werkactiviteit tot een maximum van 75 m2. Voorts is vereist dat de werkactiviteit wordt verricht door degene die woonachtig is in de betreffende woning. Anders is de werkactiviteit niet aan huis verbonden.
  • Ruimtelijke en visuele uitstraling: zowel planologisch als visueel gezien moet de aard, omvang en intensiteit van de bedrijvigheid te rijmen zijn met de woonfunctie. Dat betekent dat er geen hinder mag ontstaan voor de omgeving. Bovendien moet het pand er uit blijven zien als een woning. Dat betekent dat er beperkte reclame-uitingen zijn toegestaan: alleen onverlichte reclame en maximaal 1 bord. Het pand moet de uitstraling blijven houden van een woning.
  • Ter plaatse: de toelaatbare effecten op de omgeving zullen van woningtype en woonomgeving afhankelijk zijn.

In deze bestemming is ook een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. De bestemming van de nader aangeduide gronden (en de naastliggende tuingronden) kan worden gewijzigd in 'Bedrijventerrein'.

Anti-dubbeltelregel

Deze regel is opgenomen om een ongewenste verdichting van de bebouwing te kunnen voorkomen. Dit kan zich met name voordoen indien een deel van het bouwperceel, dat reeds eerder bij de berekening van een maximaal bebouwingspercentage was betrokken wederom - nu ten behoeve van een ander bouwperceel - wordt betrokken.

Algemene gebruiksregels

In het Besluit ruimtelijke ordening is een gebruiksverbod opgenomen. Dit gaat uit van de gedachte, dat het gebruik uitsluitend mag plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. Dit maakt het noodzakelijk, dat de bestemmingsomschrijving voldoende duidelijk is.

Algemene afwijkingsregels

In dit artikel wordt een aantal mogelijkheden geboden om het plan op ondergeschikte punt aan te passen. Zo zijn ook kleine afwijkingen (maximaal 10%) van de in het plan aangeven maten mogelijk.

Omdat één en ander zich niet tot één bestemming beperkt, maar bij diverse bestemmingen gewenst dan wel noodzakelijk kan blijken, zijn deze regels op alle bestemmingscategorieën van toepassing.

Overgangsrecht

Bebouwing die niet voldoet aan de regels van dit bestemmingsplan op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan is onder het overgangsrecht gebracht. Een geringe uitbreiding van de bebouwing wordt mogelijk gemaakt. Indien de onder het overgangsrecht gebrachte bebouwing door een calamiteit verloren gaat, is volledige herbouw toegestaan. Daarnaast maakt de regeling het mogelijk om de onder het overgangsrecht gebrachte bebouwing gedeeltelijk te vernieuwen of te veranderen.

Het gebruik van gronden en opstallen dat in strijd is met dit bestemmingsplan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, mag worden voortgezet. Wijziging van dit strijdige gebruik is strafbaar gesteld, indien de afwijking van het plan wordt vergroot.