direct naar inhoud van 2.7 Water
Plan: Oosterzee - Buren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0082.000400-0002

2.7 Water

Vanaf 14 februari 2001 wordt de watertoets toegepast op alle waterhuishoudkundige relevante ruimtelijke plannen en besluiten tot wijziging van deze plannen. De watertoets is het hele proces van vroegtijdig adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het kader voor de Watertoets is het vigerend beleid, zoals de vierde Nota Waterhuishouding en Waterbeleid 21e eeuw.

Bij het opstellen van onderhavig bestemmingsplan is het Wetterskip Fryslân geïnformeerd over het voornemen tot actualisatie van de huidige planregeling.

Het Wetterskip is op de hoogte gesteld van de geprojecteerde nieuwbouw van zes woningen. Er is een zogenaamde versnelde watertoets uitgevoerd voor de locaties Buren 1-11 en 25-27. Voor het woningbouwplan aan de Molenweg (wijzigingsbevoegdheid 1) heeft het Wetterskip advies uitgebracht. Dit wordt hieronder beschreven.

In Bijlage 3 zijn onderdelen van de Friese Waterkansenkaart weergegeven. De basiskaart "Risicogebieden overstromingskans" geeft aan voor welke gebieden het overstromingsrisico groter is dan eens per honderd jaar. Voor het gehele plangebied is deze kans kleiner dan eens per honderd jaar, hetgeen betekent dat er in het kader van overstromingsrisico en waterberging geen zwaarwegende belemmeringen gelden. De basiskaart "Buffer om natuurgebied" wordt voornamelijk gebruikt voor het afleiden van waterkansenkaarten voor bebouwing en landbouw. Op deze kaart wordt aangegeven in welke zone rondom een natuurgebied een ingreep in het watersysteem invloed heeft op het natuurgebied. Het bebouwde gebied aan de zuidzijde van het plangebied bevindt zich in deze buffer, hetgeen betekent dat met name op deze locatie extra zorg besteed dient te worden aan de locatie, de wijze waarop de woningen gerealiseerd worden en de invloed die een dergelijke ontwikkeling zal hebben op de grondwaterstand.

Molenweg

Met betrekking tot de locatie Molenweg heeft het Wetterskip het volgende advies gegeven.

Het Wetterskip stelt voor om de waterberging die nodig is om de toename van het verharde oppervlak op te vangen te realiseren op het perceel waar de woningen komen. De vuistregel hiervoor is 10% van het nieuwe verharde oppervlak. Dit is te realiseren door de sloten rond het perceel te verbreden. Indien bestaand open water wordt gedempt dient dit volledig gecompenseerd te worden in nieuw open water.

Het Wetterskip adviseert verder een drooglegging van 0,70 m bij gebouwen zonder kruipruimte en 1,10 m bij gebouwen met kruipruimte. Voor wegen wordt geadviseerd een drooglegging van 0,70 m in acht te nemen. Voor deze locatie is peilverlaging niet wenselijk. Het ophogen van het terrein behoort tot de beste oplossing.

De sloot ten oosten van de nieuwbouw is een hoofdwatergang van het Wetterskip. Hier dient een onderhoudsstrook in acht te worden gehouden van minimaal 5 meter breed.

Verzocht wordt om regenwater niet af te voeren via het vuilwaterriool, maar rechtstreeks naar het oppervlaktewater, zodat de zuiveringsinstallatie niet onnodig wordt belast met schoon water. Het huishoudelijk afvalwater kan worden aangesloten op het bestaande riool.

Voor een goede oppervlaktewaterkwaliteit wordt dringend geadviseerd geen milieubezwaarlijke bouwmaterialen toe te passen die de kwaliteit van het oppervlaktewater en de waterbodem negatief kunnen beïnvloeden.

Voor het verbreden, dempen en graven van watergangen moet een ontheffing van de Keur van het Wetterskip worden aangevraagd.