direct naar inhoud van 4.9 Archeologie
Plan: Bûtengebiet en doarpen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0081.04BP0002-VA02

4.9 Archeologie

4.9.1 Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan

Een betere bescherming van het bodemarchief vraagt om een zo goed mogelijk inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Om deze reden heeft de provincie Fryslân het initiatief genomen om het bodemarchief zo goed mogelijk in kaart te brengen. Dit gebeurt op de FAMKE: Friese Archeologische Monumentenkaart Extra. De FAMKE bestaat uit twee advieskaarten, één voor de periode steentijd - bronstijd (300.000 - 800 v Chr), en één voor de periode ijzertijd - middeleeuwen (800 v Chr - 1500 n Chr).

De adviezen die voor de verschillende zones in Fryslân gegeven worden variëren van 'streven naar behoud' tot 'geen nader onderzoek nodig'. Deze adviezen geven aan welke vervolgstappen noodzakelijk zijn om op een verantwoorde manier om te gaan met het bodemarchief in een nieuw te maken bestemmingsplan, een bestemmingsplanwijziging, een ontgronding of een sanering. Door middel van de twee advieskaarten kan aldus worden nagegaan welke onderzoeksinspanning gevraagd wordt op een bepaalde plaats.

De archeologische adviezen op de FAMKE zijn gebaseerd op kennis van al bekende archeologische terreinen en op zogeheten archeologische verwachtingen, die op hun beurt weer gebaseerd zijn op bronnen als de bodemkaart, veldwerk en literatuurstudie. De adviezen bestaan uit twee delen:

  • 1. er wordt aangegeven óf er in geval van een bodemingreep met een bepaalde oppervlakte onderzoek noodzakelijk is; en
  • 2. zo ja, wat voor soort onderzoek dit dient te zijn. Deze richtlijnen geven een aanzet voor een Plan van Aanpak dat voor elk archeologisch onderzoek de basis vormt.

In de onderstaande figuren zijn de twee kaarten voor de gemeente Leeuwarderadeel weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0081.04BP0002-VA02_0016.jpg"

FAMKE: advieskaart steentijd - bronstijd

afbeelding "i_NL.IMRO.0081.04BP0002-VA02_0017.jpg"

FAMKE: advieskaart ijzertijd - middeleeuwen

Het plangebied kent voor de periode steentijd-bronstijd grotendeels een lage verwachtingswaarde. Alleen in de oostelijke helft van het plangebied geldt voor sommige delen een hogere verwachtingswaarde. Voor deze gebieden geldt voor ingrepen groter dan 5000 m2 een onderzoeksplicht.

Voor de ijzertijd geldt dat de verwachtingswaarde hoger is. Vooral op de hogere wal langs de voormalige Middelsee, is de verwachtingswaarde hoger. Door de hogere ligging was dit gebied zeer geschikt voor bewoning. Ook liggen hier meerdere terpen, die in de periode ijzertijd-middeleeuwen aangelegd zijn. De verschillende gebieden met archeologische verwachtingswaarden zijn in het bestemmingsplan opgenomen.

Er komen geen archeologische monumenten in het plangebied voor.

Agrarische bouwvlakken die uitgebreid worden middels een wijziging ex artikel 3.6, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening, worden uitgezonderd van archeologisch onderzoek, tenzij er binnen de uitbreiding sprake is van bekende archeologische waarden. Deze waardevolle archeologische terreinen dienen te worden ontzien en/of nader onderzocht op behoudenswaardigheid ervan.

Bestemmingsplanregeling

Dit bestemmingsplan is overwegend conserverend van aard, waardoor de bestaande situatie wordt vastgelegd. Bij het toekennen van de agrarische bouwvlakken op de verbeelding is rekening gehouden met het aspect archeologie.

De adviezen op de FAMKE zijn als volgt verwerkt:

  • van de terreinen met het advies streven naar behoud is bekend dat zij waardevolle archeologische resten bevatten. Deze komen in het plangebied niet voor;
  • In de bodem van de terreinen waarvoor waarderend onderzoek moet worden uitgevoerd, zijn mogelijk waardevolle archeologische resten aanwezig. Bij ingrepen groter dan 50 m2 is onderzoek nodig. Deze terreinen zijn, indien aanwezig, bestemd als "Waarde - Archeologie";
  • in de bodem van de terreinen waarvoor (karterend) onderzoek of een quickscan uitgevoerd moet worden, zijn mogelijk ook waardevolle archeologische resten aanwezig. Onderzoek hiernaar is, afhankelijk van het advies, nodig bij ingrepen groter dan 500 m2, 2500 m2, 5000 m2 of 2,5 hectare. Deze gebieden hebben geen archeologische dubbelbestemming gekregen. In de handleiding bij de FAMKE wordt namelijk aangegeven dat agrarische bouwpercelen die worden uitgebreid, worden uitgezonderd van archeologisch onderzoek, tenzij er binnen de uitbreiding sprake is van bekende archeologische waarden (wettelijk beschermd of dubbelbestemming zoals hier boven aangegeven);
  • voor de terreinen met het advies geen onderzoek, is een beschermende regeling niet aan de orde. Dit advies wordt gegeven als op basis van eerder onderzoek is gebleken dat er zich geen archeologische resten in de bodem bevinden, of wanneer de archeologische verwachting op gefundeerde gronden zeer laag is, en waar eventuele resten zich vermoedelijk zodanig diep onder het maaiveld bevinden dat de kans op aantasting bij de meeste ingrepen zeer klein is.
4.9.2 Normstelling en beleid

Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is op 1 september 2007 de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Deze nieuwe wet maakt deel uit van de (gewijzigde) Monumentenwet. De kern van Wamz is dat wanneer de bodem wordt verstoord, de archeologische resten intact moeten blijven. De Wamz verplicht gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening te houden met de in hun bodem aanwezige waarden.

Naast het inventariseren van de te verwachten archeologische waarden, zal het bestemmingsplan uiteindelijk, indien nodig (en mogelijk), een bescherming moeten bieden voor waardevolle gebieden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een omgevingsvergunningenstelsel.