direct naar inhoud van Artikel 28 Woongebied
Plan: Bûtengebiet en doarpen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0081.04BP0002-VA02

Artikel 28 Woongebied

Zie voor de uitleg van de bestemming paragraaf 5.27 Woongebied in de toelichting.

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonhuizen en bijbehorende bouwwerken, al dan niet in combinatie met ruimte voor aan-huis-verbonden beroepen en/of bedrijven en/of mantelzorg;
  • b. woonhuizen en bijbehorende bouwwerken, al dan niet in combinatie met ruimte voor aan-huis-verbonden beroepen en/of bedrijven, mantelzorg, alsmede:
    • 1. een paardenhouderij/paardenfokkerij, ter plaatse van de aanduiding "paardenhouderij";
    • 2. bed and breakfast, ter plaatse van de aanduiding "bed & breakfast";
    • 3. kwekerij, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - kwekerij";
    • 4. een timmerbedrijf, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - timmerbedrijf";
    • 5. een adviesbureau, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - adviesbureau”;
    • 6. een schildersbedrijf, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - schildersbedrijf";
  • c. woonhuizen en bijbehorende bouwwerken voor zowel permanente als recreatieve bewoning, al dan niet in combinatie met ruimte voor aan-huis-verbonden beroepen en/of bedrijven en/of mantelzorg, ter plaatse van de aanduiding "recreatiewoning";
  • d. het beheer en het behoud van het bestaand gebruik en het overwegend open karakter van de gronden, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van waarde - open ruimte";
  • e. het behoud en herstel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van steilranden en microreliëf, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van waarde - steilrand/microreliëf";

waarbij, ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek", de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm van de gebouwen wordt nagestreefd, zoals die per adres zijn beschreven in Bijlage 4;

met daaraan ondergeschikt;

  • f. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  • g. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding "garage";
  • h. een paardrijbak, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - paardrijbak";
  • i. tuinen, erven en terreinen, al dan niet ter plaatse van de aanduiding "tuin";
  • j. wegen en straten;
  • k. paden;
  • l. nutsvoorzieningen;
  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. groen- en speelvoorzieningen;
  • o. sloten, vijvers en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen en -partijen;
  • p. andere bouwwerken.
28.2 Bouwregels
28.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel:

  • gebouwen en overkappingen zullen niet worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van waarde - open ruimte".
28.2.2 Woonhuizen en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van woonhuizen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mag uitsluitend een woonhuis worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "tuin" zullen geen hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken worden gebouwd;
  • d. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens zal ten minste 3,00 m bedragen, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt, in welk geval de bestaande afstand als minimum geldt;
  • e. de bijbehorende bouwwerken zullen ten minste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen ten behoeve van de paardenhouderij/paardenfokkerij, ter plaatse van de aanduiding "paardenhouderij" zal ten hoogste 600 m² bedragen;
  • g. de maatvoering van een gebouw of een overkapping zal voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Functie van een gebouw of overkapping   Maximale oppervlakte in m²   Goothoogte in m   Dakhelling in °   Bouwhoogte in m  
  per gebouw   gezamenlijk   max   min   max.   max  
Hoofdgebouw   150   -   6,001       9,0013  
Bijbehorende bouwwerken   -   60   3,00   -   -   5,002  

1 tenzij de bestaande goot- en/of bouwhoogte meer bedraagt, in welk geval de goot- en/of bouwhoogte ten hoogste de bestaande bouwhoogte zal bedragen
2 in geval een gebouw plat wordt afgedekt zal de goot-/bouwhoogte ten hoogste 3,00 m bedragen
3 ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte (m)" zal de bouwhoogte ten hoogste de op de verbeelding aangegeven maximale bouwhoogte bedragen  

28.2.3 Garageboxen

Voor het bouwen van garageboxen gelden de volgende regels:

  • a. garageboxen zullen uitsluitend worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding "garage";
  • b. de oppervlakte van een garagebox zal ten hoogste 25 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een garagebox zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
28.2.4 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "tuin" zullen andere bouwwerken worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
28.3 Afwijken van de bouwregels
28.3.1 Vergroten oppervlakte bijbehorende bouwwerken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.2.2 onder g in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken wordt vergroot tot een oppervlakte van 100 m², mits:

  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid, het bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
28.3.2 Vergroten oppervlakte bijbehorende bouwwerken grote percelen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.2.2 onder g in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken wordt vergroot tot een oppervlakte van 150 m², mits:

  • a. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast op woonpercelen met een oppervlakte van ten minste 2.000 m²;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid, het bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
28.3.3 Vergroten bouwhoogte bijbehorende bouwwerken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.2.2 onder g in die zin dat de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk wordt vergroot tot ten hoogste 1,00 m beneden de bouwhoogte van het bijbehorende hoofdgebouw, met een maximum van 8,00 m, mits:

  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid, het bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
28.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  • c. het gebruik van gedeelten van een hoofdgebouw, inclusief bijbehorende bouwwerken bij het hoofdgebouw, voor aan-huis-verbonden beroepen en/of bedrijven, indien:
    • 1. het beroep of bedrijf niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het hoofdgebouw, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 2. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte in het hoofdgebouw meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw;
    • 3. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 50 m² bedraagt;
    • 4. detailhandel plaatsvindt anders dan productiegebonden detailhandel;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan ter plaatse van de aanduiding "recreatiewoning", "bed & breakfast" of waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van agrarische bedrijfsactiviteiten;
  • f. het gebruik van gronden voor buitenopslag buiten de gebouwen ten behoeve van de in 28.1 onder b genoemde bedrijvigheid;
  • g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel.
28.5 Afwijken van de gebruiksregels
28.5.1 Wro-zone - wijzigingsgebied functies bij het wonen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.4 onder c en f in die zin dat gronden en bouwwerken in combinatie met en ondergeschikt aan het wonen, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, worden gebruikt voor:

  • maatschappelijke voorzieningen, detailhandel en/of bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder categorie 1;
  • bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder categorie 1;

mits:

  • a. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast, ter plaatse van de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied functies bij het wonen";
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. het gebruik de woonfunctie ondersteunt, zodanig dat een bewoner van het woonhuis ook de voorziening en/of de bedrijvigheid bedrijfsmatig exploiteert;
  • d. de oppervlakte van de voorziening of de bedrijvigheid per bouwperceel niet meer bedraagt dan 100 m².
  • e. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
28.5.2 Mantelzorg

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.4 onder b in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor bewoning, mits:

  • a. de bewoning van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg voor personen;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte per bouwperceel niet meer bedraagt dan 100 m².
  • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
28.5.3 Verhuur

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.4 onder b in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk na beëindiging van mantelzorg, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor bewoning op de wijze van verhuur van woonruimte, mits:

  • a. het bebouwingspercentage ten behoeve van de verhuur ten hoogste 30% zal bedragen van het totaal op het bouwperceel toegestane bebouwde oppervlak;
  • b. het gebruik de woonfunctie ondersteunt, zodanig dat een bewoner van het woonhuis ook de verhuur bedrijfsmatig exploiteert;
  • c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
28.5.4 Bed and breakfast

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.4 onder d in die zin dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor logiesverstrekking ten behoeve van recreatieve bewoning in de vorm van bed and breakfast, mits:

  • a. de logiesverstrekking plaatsvindt binnen het hoofdgebouw en/of een bijbehorend bouwwerk. Er wordt uitgegaan van een bestaande entree (deur);
  • b. de gebruiksoppervlakte ten hoogste 30% zal bedragen van het totaal op het bouwperceel toegestane bebouwde oppervlak;
  • c. er geen keukenblok in de kamers wordt gemaakt;
  • d. het gebruik de woonfunctie ondersteunt, zodanig dat een bewoner van het woonhuis ook de logiesverstrekking bedrijfsmatig exploiteert;
  • e. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • f. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
28.5.5 Internetdetailhandel

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.4 onder f in die zin dat de gronden en bouwwerken in combinatie met wonen worden gebruikt voor internetdetailhandel, mits:

  • a. de voor internetdetailhandel gebruikte vloeroppervlakte ten hoogste 25 m² bedraagt;
  • b. er geen sprake is van een showroom- en baliefunctie;
  • c. het gebruik de woonfunctie ondersteunt, zodanig dat een bewoner van het woonhuis ook de internetdetailhandel bedrijfsmatig exploiteert;
  • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
28.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
28.6.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen, ontginnen en/of ophogen van gronden, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van waarde - steilrand/microreliëf";
  • b. het (gedeeltelijk) verwijderen van karakteristieke gebouwen, ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek".
28.6.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 28.6.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
28.6.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning genoemd in 28.6.1 onder a kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van steilranden en microreliëf.

Indien het de omgevingsvergunning genoemd in 28.6.1 onder b betreft, kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend indien:

  • a. de bouwtechnische kwaliteit dusdanig slecht is dat hergebruik in alle redelijkheid niet mogelijk is;
  • b. het delen van een gebouw betreft die op zichzelf niet karakteristiek zijn en waarbij door verwijdering daarvan de karakteristieke hoofdvorm van het gebouw niet onevenredig wordt aangetast.
28.7 Wijzigingsbevoegdheid
28.7.1 Wro-zone - wijzigingsgebied invullocatie voor woningbouw

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat ter plaatse van de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied invullocatie", met inbegrip van het aanbrengen en/of wijzigen van bouwvlakken, één of meerdere hoofdgebouw(en) met bijbehorende bouwwerken wordt(en) gebouwd, mits:

  • a. per aangeduid gebied ten hoogste het ter plaatse aangeduide "maximum aantal wooneenheden" wordt gebouwd;
  • b. de bouwregels van lid 28.2 van overeenkomstige toepassing zijn;
  • c. ten behoeve van de hoofdgebouwen de aanduiding "bouwvlak" wordt aangebracht en/of gewijzigd;
  • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid, het bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
28.7.2 Recreatieve bewoning

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding "recreatiewoning" wordt verwijderd dan wel wordt aangebracht, mits:

  • a. de recreatieve bewoning van een woonhuis wordt beëindigd, dan wel dat een woonhuis in gebruik wordt genomen voor permanente of recreatieve bewoning;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.