direct naar inhoud van Artikel 15 Sport
Plan: Stiens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0081.02BP0001-VA01

Artikel 15 Sport

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Sport ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van sportactiviteiten, met uitzondering van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren; alsook ondergeschikte en daarbijbehorende horeca;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', tevens een parkeerterrein;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'sporthal', tevens een sporthal;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'zwembad', tevens een overdekt zwembad alsmede een openluchtzwembad;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeerterrein', tevens een parkeerterrein en de tijdelijke stalling van vrachtwagens en wagens van kermisexploitanten;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - mast', tevens een zendmast;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'sport', tevens een sportontmoetingsplek waar mensen samenkomen om gezamenlijk of individueel gebruik te maken van de aldaar aanwezige voorzieningen;

met daarbijbehorende:

  • h. gebouwen, een bedrijfswoning daaronder niet begrepen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • j. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • k. wegen;
  • l. paden;
  • m. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • n. groenvoorzieningen;
  • o. speelvoorzieningen;
  • p. parkeervoorzieningen.
15.2 Bouwregels

Op de voor ' Sport' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

15.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd, met dien verstande dat beheersgebouwen buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd met een gezamenlijk oppervlak van niet meer dan 50 m² en met een maximale bouwhoogte van 4 m;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' geldt dat de goot- respectievelijk bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte.
15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - mast', geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 55 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 15 m bedragen.
15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale en externe veiligheid.
15.3.1 Procedure

Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 31.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

15.4 Afwijken van de bouwregels
15.4.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. 15.2.1 onder a voor het bouwen buiten het bouwvlak, onder de voorwaarden dat:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen niet meer dan 500 m² mag bedragen;
    • 2. de goot- en bouwhoogte niet meer dan 3 m respectievelijk 5 m mag bedragen.
15.4.2 Afwegingskader

Een in 15.4 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de woonsituatie;
  • d. de verkeersveiligheid.