direct naar inhoud van Artikel 14 Maatschappelijk
Plan: Stiens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0081.02BP0001-VA01

Artikel 14 Maatschappelijk

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Maatschappelijk ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. bedrijfswoningen, voor zover deze bestaan op het moment van terinzagelegging van het ontwerp;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling', tevens een zorginstelling;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument', tevens het behoud, de bescherming en/of het herstel van de cultuurhistorische waarden;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - mast', tevens een zendmast;

met daarbijbehorende:

  • f. gebouwen;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • h. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • i. tuinen;
  • j. erven;
  • k. terreinen;
  • l. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • m. groenvoorzieningen;
  • n. parkeervoorzieningen.
14.2 Bouwregels

Op de voor ' Maatschappelijk ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

14.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' geldt dat de goot- respectievelijk bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • d. in afwijking van het bepaalde in de leden a tot en met d gelden voor het perceel Plataanstrjitte 2 dat buiten het bouwvlak mag worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen buiten het bouwvlak mag niet meer dan 100 m² per bestemmingsvlak bedragen;
    • 2. de goot- en bouwhoogte mag niet meer dan 3 m respectievelijk 5 m bedragen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' de hoofdvorm van het gebouw, bepaald door de gevelbreedte, goothoogte, bouwhoogte, dakhelling, nokrichting en oppervlakte van het grondvlak, zoals die hoofdvorm bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan dient te worden gehandhaafd, met dien verstande dat een afwijking van de goothoogte en/of de bouwhoogte van ten hoogste 5% is toegestaan, waarbij de dakhelling dienovereenkomstig mag worden aangepast;
  • f. afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, mogen worden gehandhaafd.
14.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - mast', geldt een maximale bouwhoogte van 25 m;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 m bedragen.
14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale en externe veiligheid.
14.3.1 Procedure

Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 31.1 vermelde voorbereidingsprocedure.