direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Leeuwarden - Industrieterrein Leeuwarden Oost en De Hemrik
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0080.05009BP00-VG01

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Stadsvisie Leeuwarden fier verder!

Het algemene beleid voor de ruimtelijke inrichting voor de gemeente Leeuwarden, is in de stadsvisie 'Leeuwarden fier verder! Op weg naar een duurzame stad' (2008) verwoord. Leeuwarden is eerst en vooral de hoofdstad van Fryslân. Hoofdstad van een provincie met een groen, waterrijk en wijds landschap, een eigen taal en een eigen cultuur.

De gemeente Leeuwarden telt per 1 januari 2011 94.793 inwoners, bijna 30.000 hbo- en mbo-studenten en biedt werkgelegenheid aan 55.000 mensen. Dagelijks stromen 28.000 forenzen de stad binnen om naar hun werk te gaan. Leeuwarden heeft ook belangrijke voorzieningen op het gebied van wonen, werken, cultuur, recreatie, onderwijs en gezondheidszorg. Daarmee is Leeuwarden dé woonstad en dé banenmotor van Fryslân.

De Stadsvisie rust op een stevig fundament van vijf pijlers (thema's). De Stadvisie geeft hiervoor meer concreet beleid. Voor het plangebied van dit bestemmingsplan zijn geen concrete beleidsuitgangspunten opgenomen. Dit betekent dat geen grootschalige projecten in het plangebied gaan plaatsvinden.

3.4.2 Detailhandelsstructuurvisie Leeuwarden 2007

De Detailhandelsstructuurvisie Leeuwarden 2007 (op 25 juni 2007 vastgesteld door de gemeenteraad) betreft een actualisering van het detailhandelsbeleid dat door de gemeente wordt gevoerd. De visie beschrijft de manier waarop de gemeente wil omgaan met onder andere de vestiging van detailhandel in Leeuwarden. Een actualisatie van de visie is in voorbereiding en wordt in 2013 aan de gemeenteraad voorgelegd.

Op bedrijventerreinen geldt in principe een detailhandelsverbod. De gemeente geeft echter aan mee te willen werken aan detailhandel in volumineuze goederen, en productiegebonden detailhandel door afwijking van het bestemmingsplan (omgevingsvergunning). Voorbeelden hiervan zijn bouwmarkten en winkels in de woninginrichtingsbranche. Als specifieke uitzondering hiervan wordt het terrein De Hemrik genoemd waar, om een te grote spreiding over de stad tegen te gaan, geen meubelzaken worden toegelaten.

Specifiek PDV-beleid is gegeven voor westelijk Leeuwarden. Voor het plangebied zijn hierover geen beleidsuitgangspunten genoemd. Om de detailhandel op De Hemrik meer te concentreren is aanvullend op het detailhandelsbeleid de mogelijkheid opgenomen om na afwijking onder voorwaarden PDV toe te staan langs de hoofd(ontsluitings)wegen.

3.4.3 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan

Het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) is van belang voor de verkeersstructuur. Hierin zijn ook de uitgangspunten van het Duurzaam Veilig Verkeersbeleid van de gemeente opgenomen. Het doel van het GVVP is om meer duidelijkheid en uniformiteit in de inrichting van het wegennet te creëren. Een doelmatig, veilig en duurzaam verkeers- en vervoersysteem draagt bij aan het economisch, ruimtelijk, sociaal en cultureel functioneren van Leeuwarden. Ten behoeve hiervan is een onderverdeling van wegen in verkeersgebieden en in verblijfsgebieden gemaakt. Er is een driedeling gemaakt in de autostructuur in de stad. Het gaat om een externe verdeelring, een stadsring en een binnenring. De verbinding tussen deze ringen wordt gelegd door invalswegen en radialen.

De Planetenlaan en Anne Vondelingweg horen bij de stadsring. De stadsring fungeert als ‘vliegwiel’ voor de stad, hierop komt het autoverkeer samen. Langs de stadsring liggen alle wijken, de bedrijventerreinen, verschillende belangrijke functies en vanaf deze weg kan de binnenstad worden bereikt. De Pieter Stuyvesantweg is een radiaal tussen de stadsring en de binnenring. Een goede doorstroming is op de genoemde wegen van belang.

De spoorlijn Leeuwarden-Groningen is van belang voor de ontsluiting van de stad in oostelijke richting. Dit functioneert voldoende en het behoud van dit spoor is daarom van belang. Belangrijk bij een spoorlijn is de ontsluiting van stations (bijvoorbeeld Cammingaburen) voor auto- en fietsverkeer.

Voor Leeuwarden is een samenhangend fietsnetwerk ontwikkeld. Bij het opzetten van het netwerk zijn, behalve de radiale structuur, als uitgangspunten genomen: een maaswijdte van 400 meter (afstand tussen fietsroutes) en de aansluiting op de regionale fietsstructuur. Binnen het netwerk is onderscheid gemaakt in hoofdfietsroute, verbindende fietsroute, route waarover gefietst kan worden en recreatieve route. Door het plangebied lopen verschillende fietsroutes binnen het netwerk, bijvoorbeeld het fietspad langs de Planetenlaan.

3.4.4 Duurzaam Leeuwarden, de sterke stad

De gemeente Leeuwarden bevordert op haar grondgebied actief het verduurzamen van de gemeente. Deze verduurzaming richt zich op een aantal aspecten, waaronder energieverbruik, verantwoordelijk watergebruik en waterkwaliteit, ecologie en het beperken van afval. De focus ligt op de thema's energie en water. Om dit beleid te verwezenlijken heeft de gemeenteraad op 29 november 2010 de visie Duurzaam Leeuwarden, de sterke stad vastgesteld. Deze visie geldt voor de periode van 2011 tot en met 2020. Aan dit programma is het uitvoeringsprogramma Slim met Energie en Water (2011 - 2014) gekoppeld.

In de visie beschrijft de gemeente haar duurzaamheidsbeleid op de hiervoor genoemde aspecten. Dit beleid geeft geen directe uitgangspunten voor dit bestemmingsplan, maar moet bijvoorbeeld bij aanvragen om een omgevingsvergunning altijd worden meegewogen.

3.4.5 Welstandsnota Leeuwarden

De welstandsnota voor Leeuwarden is vastgesteld in 2004. De gemeente heeft hiermee tot doel een aantrekkelijke bebouwde omgeving te behouden. Het welstandsbeleid geeft de gemeente de mogelijkheid om de cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische waarden van een bepaald gebied enerzijds te benoemen en anderzijds te sturen in het behoud en versterking daarvan. Hiervoor heeft de gemeente in de nota criteria opgenomen, zowel algemene als gebiedsgerichte criteria.

Voor het plangebied zijn de gebiedscriteria van "Bedrijventerrein Oost" en "Bedrijventerrein De Hemrik" van belang. Bij (vervangende) nieuwbouw moet rekening gehouden worden met de genoemde criteria. De criteria zijn waar nodig en mogelijk verwerkt in dit bestemmingsplan.

Van belang is daarnaast dat het bestemmingsplan hoe dan ook leidend is voor de welstandsnota. Dat wat in het bestemmingsplan geregeld is, kan door de welstandsnota niet ongedaan worden gemaakt. De welstandsnota is een aanvulling op hetgeen geregeld in het bestemmingsplan. Dit omdat de architectonische vormgeving van bouwwerken buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan valt en exclusief wordt geregeld in de welstandsnota.

3.4.6 Reclamebeleid "Oog voor reclame"

De gemeente Leeuwarden heeft in 2009 (?) reclamebeleid opgesteld. Dit beleid geeft aanwijzingen over de manier waarop het economisch belang van reclame-uitingen op een goede manier kan bijdragen aan een aantrekkelijk en goed verzorgde openbare ruimte.

De gemeente heeft op het gebied van reclame een dubbelrol: namelijk een publiekrechtelijke en een privaatrechtelijke. De publiekrechtelijke verantwoordelijkheid heeft betrekking op de zorg voor (regulering op grond van):

  • ruimtelijke kwaliteit;
  • welstand;
  • verkeersveiligheid;
  • mogelijke overlast.

De privaatrechtelijke verantwoordelijkheid heeft betrekking op de exploitatiemogelijkheden van de openbare ruimte en de gemeentelijke gebouwen.

In het beleid formuleert de gemeente algemene en specifieke beleidsuitgangspunten met betrekking tot reclame-uitingen. Daarbij wordt aangegeven dat economische zones, zoals het plangebied, de minder kwetsbare gebieden zijn. Reclame-uitingen in deze gebieden kunnen uitdrukking geven aan de dynamiek van brandpunten van functies en activiteiten.

De beleidsuitgangspunten zijn vertaald in concrete beleidsregels. Deze geven voorwaarden voor reclame-uitingen in de verschillende gebieden, waaronder de economische zones. Ingegaan wordt daarbij op de gewenste plaatsing, afmetingen, gebruik van lichtreclame, en dergelijke. Dit bestemmingsplan maakt de toegestane reclame-uitingen in het plangebied mogelijk.