direct naar inhoud van 2.1 De ruimtelijke structuur
Plan: Leeuwarden - Wielenpôlle, Schepenbuurt, de Plantage en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0080.05005BP00-VG01

2.1 De ruimtelijke structuur

Historische ontwikkeling

In het plangebied zijn twee oude ruimtelijke dragers nog steeds te herkennen.

De Potmarge gold vroeger als een van de drukst bevaren wateren van en naar Leeuwarden. De Potmarge heeft grote natuurlijke en cultuurhistorische waarden en is daarom deels aangewezen als rijksmonument. Het als rijksmonument aangewezen gedeelte ligt grotendeels buiten (ten westen van) het plangebied, maar een klein gedeelte valt erbinnen (oostelijke deel plangebied, nabij de Drachtsterweg). Een belangrijk kenmerk van de Potmarge (en de beschermde waarden) is het zachte, groene karakter van de oevers. Aan weerszijden van de Potmarge is in het plangebied sprake van een groene zone. Deze zone vervult een belangrijke rol voor de aanwezige ecologische waarden, maar is vanuit visueel oogpunt ook van groot belang voor de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van het plangebied. Rond 2004 heeft een herinrichting van de Potmarge-zone plaatsgevonden.

De tweede oorspronkelijke ruimtelijke drager is de oost-west verlopende Tijnjedijk, vroeger een belangrijke uitvalsweg van en naar de stad. Deze straat geeft een wat rommelig bebouwingsbeeld te zien, bestaande uit lage rijtjes woningen uit de jaren-1920 tot en met de jaren-1950.

Buiten deze twee historische ruimtelijke dragers is het plangebied van veel recentere datum. De woonbebouwing dateert er voor een belangrijk deel uit de periode van de Wederopbouw en is tamelijk eenzijdig.

Het deel ten noorden van de Potmarge, de Schepenbuurt, is een van de eerste naoorlogse stadsuitbreidingen van Leeuwarden, grotendeels gerealiseerd in de jaren-1950. De woonbebouwing bestaat er uit middelhoogbouw en laagbouw binnen een klassiek-moderne, open verkavelingsopzet en een rechthoekig stratenpatroon. De woningen zijn overwegend sociale huurwoningen, uit een periode waarin een grote woningnood was te lenigen. Het forse, deels hogere complex van het wat jongere Greunshiem vormt de zuidelijke afsluiting van de buurt.

Het gedeelte van het plangebied ten zuiden van de Potmarge, aan weerszijden van de Tijnjedijk, wordt vooral in beslag genomen door bijzondere functies in de zuidelijke strook (onder meer een winkelcentrum, politiebureau, brandweerkazerne en gevangenis) en een bedrijventerrein in de noordelijke strook tussen de Tijnjedijk en de Potmarge (Ouddeelstraat). Alleen direct ten zuiden van de Tijnjedijk bevindt zich een woonbuurt, de uit de late jaren-1950 of vroege jaren-1960 daterende Wielenpolle. Deze uniforme buurt bestaat uit woningrijen van saaie architectonische snit in een strak, eenvoudig stratenpatroon. Het plangebied ten zuiden van de Potmarge vertegenwoordigt geen bijzondere cultuurhistorische, stedenbouwkundig-historische of architectuurhistorische waarden buiten de Potmarge zelf en de Tijnjedijk.

Uitgangspunt

Het huidige straat- en bebouwingsbeeld geldt grotendeels als een planmatig gegroeid woongebied, met duidelijk herkenbare, verschillende bebouwingsclusters. Met het bestemmingsplan wordt de huidige bebouwingsstructuur met deze duidelijke verschillen ook vastgelegd. Ook de huidige wegenstructuur in het plangebied zal in de toekomst voornamelijk gehandhaafd blijven. In het profiel van de straten zal het onderscheid tussen de verschillende typen wegen herkenbaar blijven.

In de Schepenbuurt bevindt zich karakteristieke naoorlogse bebouwing aan de Pieter Stuyvesantweg en de Boeierstraat (vier middelhoogbouw flats), aan de Jolstraat en omgeving (een drie buurtjes met zgn. Martenswoningen die Leeuwarden rijk is) en aan de Giek- en Vletstraat (drie rijtjes van mogelijk de vroegste bejaardenwoningen in Leeuwarden).

Langs de Tijnjedijk staat een rij karakteristieke panden (de nummers 63 t/m 73), voortkomend uit de MIP inventarisatie.

Ook de Potmarge wordt precies inbestemd. De belangrijke natuur- en cultuurhistorische waarden van deze waterloop worden zo beschermd. Tenslotte worden ook de overige groen- en watergebieden in het plangebied vastgelegd om zo de kwaliteit van de woonomgeving te waarborgen. De bestemmingen van de Potmarge-zone zijn afgestemd op de herinrichting van deze zone.

NB 1

'Karakteristieke' panden zijn karakteristiek voor het gebied waarin ze staan. Ze vormen een afspiegeling van een voor het bewuste gebied bepalende ruimtelijke ontwikkeling en ze weerspiegelen een ontwikkelingsfase in de historische bouwkunst; ze zijn representatief voor een tijdsbeeld. Ze kenmerken zich door bijzondere culturele, historische of bouwkundige elementen (karakteristieken). In de omgeving hebben de panden daarom een bijzondere betekenis (zie Bijlage 2 Lijst karakteristieke panden).

NB 2

Het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) was een door het Rijk opgezet onderzoek naar de stedenbouw en bouwkunst uit de periode 1850-1940. Het onderzoek had een tweeledig doel: documentatie van het gebouwde erfgoed voor toekomstig onderzoek en een basis leggen voor aanvulling van de rijksmonumentenlijst. De veldinventarisatie in Leeuwarden is gebeurd in 1990-1991, de rapportage verscheen in 1993. Geïnventariseerd zijn bijna 800 gebouwen en andere objecten, die zich onderscheiden van andere onroerende zaken uit dezelfde periode om de typerende bouwstijl, bijzondere detaillering of materiaalgebruik, mate van gaafheid, zeldzaamheid, bijzondere functie, vooraanstaande ontwerper, stedenbouwkundige situering of een andere cultuurhistorische waarde.