direct naar inhoud van Regels
Plan: Partiële herziening Oudwoude 2014
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0079.PhOwDorp14-Vg01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 het plan:

het bestemmingsplan "Partiële herziening Oudwoude 2014" met identificatienummer NL.IMRO.0079.PhOwDorp14-Vg01 van de gemeente Kollumerland c.a.;

1.2 het bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;

1.3 bestemmingsplan Oudwoude:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0079.BpOwDorp11-Vg01 met de bijbehorende regels;

Artikel 2 Relatie met het bestemmingsplan Oudwoude

2.1 Algemeen

De regels van het bestemmingsplan Oudwoude (NL.IMRO.0079.BpOwDorp11-Vg01) blijven onverminderd van kracht, met dien verstande dat onderstaande aanvullingen en wijzigingen van de planregels van toepassing zijn:

2.2 Algemene gebruiksregels

In hoofdstuk 3 van het bestemmingsplan Oudwoude vervangt onderstaande tekst de tekst in artikel 21 van het bestemmingsplan Oudwoude:

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van het bepaalde in artikel 10 van deze regels;
  • het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.

2.3 Algemene wijzigingsregels

In hoofdstuk 3 van het bestemmingsplan Oudwoude vervangt onderstaande tekst de tekst in artikel 23 van het bestemmingsplan Oudwoude:

  • a. Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken van openbaar nut mogen worden gebouwd tot een maximum inhoud van 400 m³ en een maximum bouwhoogte van 4 m.
  • b. Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding “wetgevingzone - wijzigingsgebied 1” wijzigen ten behoeve van de bestemmingen 'Bedrijf', 'Dienstverlening', 'Tuin', 'Verkeer' en/of 'Wonen-1', met dien verstande dat:
    • 1. er voor er tot wijziging wordt overgegaan archeologisch onderzoek dient plaats te vinden waarbij de resultaten worden betrokken bij het wijzigingsplan;
    • 2. de geluidsbelasting op de gevel ten gevolge van wegverkeerslawaai niet meer bedraagt dan de wettelijke voorkeursgrenswaarde dan wel in overeenstemming is met een verkregen hogere grenswaarde;
    • 3. er voor er tot wijziging wordt overgegaan ecologisch onderzoek dient plaats te vinden waarbij de resultaten worden betrokken bij het wijzigingsplan;
    • 4. er voor er tot wijziging wordt overgegaan een watertoets heeft plaatsgevonden;
    • 5. er voldoende aandacht dient te worden besteed aan een goede stedenbouwkundige inpassing;
    • 6. een exploitatieplan opgesteld dient te worden tenzij het kostenverhaal anderszins is verzekerd;
    • 7. voor het overige de bestemmingsregels van 'Dienstverlening' als opgenomen in bijlage 4 bij deze regels, artikel 4 'Bedrijf', artikel 12 'Tuin', artikel 13 'Verkeer' en artikel 15 'Wonen-1' van overeenkomstige toepassing zijn.
  • c. de onder sub a en sub b bedoelde wijzigingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
    • 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    • 4. de bezonnings- en privacysituatie.
  • d. Op de voorbereiding van het besluit tot wijziging als bedoeld in sub a en sub b is de in artikel 24 genoemde procedure van toepassing.

Hoofdstuk 2 Overgangs- en slotregels

Artikel 3 Overgangsrecht

3.1 Bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

3.2 Gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 4 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als "Regels van de partiële herziening Oudwoude 2014"