Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Harlingen - Het Oosterpark
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0072.Oosterpark-VA01

Artikel 18 Leiding - Riool

18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Leiding - Riool’ aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen (basisbestemmingen), mede bestemd voor:
  1. de aanleg en de instandhouding van een ondergrondse rioolpersleiding;

    met daarbij behorende:
  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Gebouwen
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemmingen) mogen op de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden geen gebouwen worden gebouwd.
18.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  1. in afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemmingen) mogen op de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming;
  2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2 meter bedragen.
18.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de rioolpersleiding, middels een omgevingsvergunning, afwijken van het bepaalde in:
  1. artikel 17 lid 2.1 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen worden gebouwd, mits uit vooraf ingewonnen advies bij de betreffende leidingbeheerder is gebleken dat hiertegen uit oogpunt van doelmatig leidingbeheer geen bezwaar bestaat;
  2. artikel 17 lid 2.2 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits uit vooraf ingewonnen advies bij de betreffende leidingbeheerder is gebleken dat hiertegen uit oogpunt van doelmatig leidingbeheer geen bezwaar bestaat.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.4.1 Vergunningplicht
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
  1. het aanbrengen van gesloten wegdek;
  2. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  3. het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  4. het aanbrengen van diepwortelende beplanting;
  5. het permanent opslaan van goederen; 
  6. het indrijven van voorwerpen in de grond.
18.4.2 Beoordelingscriteria
De in artikel 17 lid 4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits uit vooraf ingewonnen advies bij de betreffende leidingbeheerder is gebleken dat hiertegen uit oogpunt van doelmatig leidingbeheer geen bezwaar bestaat.
18.4.3 Uitzonderingen vergunningplicht
Het in artikel 17 lid 4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen, of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan.