Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Harlingen - Het Oosterpark
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0072.Oosterpark-VA01

Artikel 12 Verkeer - Verblijfsgebied

12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 
  1. woonstraten;
  2. paden;
  3. parkeervoorzieningen;
  4. groenvoorzieningen;
  5. speelvoorzieningen;
  6. een bergbezinkbassin, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bergbezinkbassin';

    met de daarbijbehorende: 
  7. garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - garagebox';
  8. tuinen en erven;
  9. waterlopen;
  10. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
  1. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  2. in afwijking van het gestelde in artikel 12 lid 2.1 sub a zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - garagebox' garageboxen toegestaan, met dien verstande dat:
    1. het aantal aaneengebouwde garageboxen tenminste 4 zal bedragen;
    2. de oppervlakte van een garagebox ten hoog­ste 25 m2 zal bedragen;
    3. de goothoogte van een garagebox ten hoogste 3 meter zal be­dra­gen.
12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan die rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 5 meter mag bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bergbezinkbassin' de bouwhoogte boven het maaiveld maximaal 1 meter bedraagt.
12.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
  1. een samenhangend bebouwingsbeeld;
  2. een goede milieusituatie;
  3. de verkeersveiligheid;
  4. de sociale veiligheid;
  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
12.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12 lid 2.2 en toestaan dat bouwwer­ken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van bergbezinkbassins wor­den gebouwd, met dien verstande dat de omgevingsvergunning uitslui­tend wordt verleend indien:
  1. de bassins voor het grootste deel onder het maai­veld worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van de zich boven het maai­veld bevindende delen van de bassins maximaal 1 meter be­draagt.
12.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van garageboxen anders dan ten behoeve van huishoudelijk gebruik.