direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen - Uit te werken
Plan: Tzummarum - Nij Bethanië en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0070.BPTMUNIJBETHAN2011-VAS1

Artikel 9 Wonen - Uit te werken

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;

met de daarbijbehorende:

  • c. wegen, woonstraten en paden;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. water;
  • i. tuinen, erven en terreinen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.

9.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en Wethouders werken, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6. lid 1 onder b, van de Wet ruimtelijke ordening, de in lid 9.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de situering van de woonhuizen dient te worden afgestemd op de aanwezigheid van de bedrijven in de directe omgeving;
  • b. het parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;
  • c. er zullen ten hoogste 8 woningen worden gerealiseerd;
  • d. de verkaveling en de situering van de woningen zal zodanig zijn, dat een goede aansluiting ontstaat op de stedenbouwkundige structuur van het bestaande dorp;
  • e. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

9.3 Bouwregels
9.3.1 Bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:

  • zolang en voor zover de in lid 9.2 bedoelde uitwerking niet onherroepelijk is, mogen bouwwerken slechts worden gebouwd, mits:
    • 1. het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerp-uitwerkingsplan.
9.3.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. er zullen ten hoogste 8 woonhuizen worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens zal ten minste 3,00 m bedragen;
  • d. een hoofdgebouw zal vrijstaand of halfvrijstaand worden gebouwd;
  • e. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 4,00 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 9,50 m bedragen.
9.3.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen ten minste 3,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw zal ten hoogste 100 m² bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 100% van de oppervlakte van het hoofdgebouw zal bedragen;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw ten hoogste 50% van het erf zal bedragen;
  • c. de onderlinge afstand tussen een hoofdgebouw en een bijgebouw zal ten hoogste 25,00 m bedragen;
  • d. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw zal ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd, plus 0,25 m, met dien verstande dat de goothoogte van een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw niet meer mag bedragen dan 4,00 m;
  • e. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • g. de bouwhoogte van een overkapping zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
9.3.4 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 8,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.