direct naar inhoud van Artikel 16 Sport
Plan: Bestemmingsplan Tzummarum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0070.BPTMUDORP2009-VAS1

Artikel 16 Sport

 

16. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ´Sport’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    terreinen ten behoeve van sport- en recreatieve voorzieningen, zoals sportvelden, tennisbanen, en naar de aard daar­mee gelijk te stellen voorzieningen;

b.    gebouwen ten behoeve van:

1.    sport- en recreatieve voorzieningen, met daarbijbehorende voorzieningen, zoals kleedruimtes en kantines;

2.    horecabedrijven, ter plaatse van de aanduiding “horeca”;

c.    gebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer;

met de daarbijbehorende:

d.    wegen, straten en paden;

e.    parkeervoorzieningen;

f.     groenvoorzieningen;

g.    nutsvoorzieningen;

h.    beplanting;

i.      waterlopen;

j.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder lichtmasten.

16. 2.    Bouwregels

16. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 16.1. sub b genoemde ge­bouwen gelden de volgende regels:

a.    een gebouw zal binnen het bouwvlak worden gebouwd;

b.    de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste de in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen;

c.    de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen.

16. 2. 2. Voor het bouwen van de in lid 16.1. sub c genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.    het aantal gebouwen zal ten hoogste twee bedragen;

b.    de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen zal ten hoogste 100 m² bedragen;

c.    de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

16. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van lichtmasten zal ten hoogste 15,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 8,00 m bedragen;

c.    een antennemast mag uitsluitend worden geplaatst ter plaatse van de aanduiding “antennemast”;

d.    de bouwhoogte van een antennemast zal ten hoogste 30,00 m bedragen;

e.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

16. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, de verkeersveilig­heid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

16. 4.    Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

-       het bepaalde in lid 16.2.3 sub a en toestaan dat de bouwhoogte van lichtmasten wordt vergroot tot ten hoogste 20,00 m.