direct naar inhoud van Artikel 15 Recreatie - 2
Plan: Bestemmingsplan Tzummarum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0070.BPTMUDORP2009-VAS1

Artikel 15 Recreatie - 2

 

15. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Recreatie - 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    recreatiewoningen met de daarbijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

b.    gebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer;

met de daarbijbehorende:

c.    sport- en speelterreinen;

d.    tuinen, erven en terreinen;

e.    wegen, straten en paden;

f.     parkeervoorzieningen;

g.    groenvoorzieningen;

h.    bebossing;

i.      nutsvoorzieningen;

j.      water;

k.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

15. 2.    Bouwregels

15. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 15.1. sub a genoemde ge­bouwen gelden de volgende regels:

a.    het aantal recreatiewoningen zal ten hoogste 81 bedragen;

b.    de oppervlakte van een recreatiewoning met de daarbijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal ten hoogste 75 m² bedragen;

c.    de bijgebouwen dienen aan een recreatiewoning te worden aan­gebouwd;

d.    de bouwhoogte van een recreatiewoning met de daarbijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal ten hoogste 6,00 m bedragen;

e.    een recreatiewoning met de daarbijbehorende aan- en uitbouwen zal vrijstaand worden gebouwd;

f.     de onderlinge afstand tussen de recreatiewoningen met de daarbijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal ten minste 10,00 m bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als maximale afstand geldt.

15. 2. 2. Voor het bouwen van de in lid 15.1. sub b genoemde ge­bouwen gelden de volgende regels:

a.    de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen zal ten hoogste 200 m² bedragen;

b.    de goothoogte van de gebouwen zal ten hoogste 3,50 m bedra­gen.

15. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

15. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

15. 4.    Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van: 

-       het bepaalde in lid 15.2.1. sub f en toestaan dat de onderlinge afstand tussen de recreatiewoningen wordt verkleind.

15. 5.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van bijgebouwen bij recreatiewoningen voor (recreatieve en/of permanente) bewoning;

b.    het gebruik van recreatiewoningen anders dan voor recreatieve bewoning.