direct naar inhoud van 4.8 Water
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0070.BPBUITENGEBIED2013-VAS2

4.8 Water

4.8.1 Normstelling en beleid

Water en ruimtelijke ordening zijn in toenemende mate met elkaar verweven. Dit betekent dat effecten van nieuwe ontwikkelingen op de waterhuishouding inzichtelijk moeten worden gemaakt. In het bestemmingsplan moet daarom een waterparagraaf worden opgenomen. Voor nieuwe ruimtelijke plannen geldt bovendien de 'watertoets' die verplicht tot overleg met de waterbeheerder over voorgenomen ontwikkelingen, voordat een bestemmingsplan in procedure wordt gebracht. De watertoets is een procesinstrument dat is verankerd in de Wro. De bedoeling van het instrument is om wateraspecten van meet af aan mee te nemen bij ruimtelijke plannen en besluiten. Het gaat hierbij om vijf thema's: waterkwantiteit, waterkwaliteit, waterkeringen, afvalwaterketen en beheer & onderhoud van nieuw oppervlaktewater.

In het Waterhuishoudingsplan Fryslân 2010-2015 (WHP) staan de doelen die de provincie in de komende zes jaar wil bereiken. In het Waterbeheerplan 2010-2015 (WBP) geeft Wetterskip Fryslân aan welke maatregelen het in de komende zes jaar neemt om het watersysteem op orde te houden en te verbeteren.

4.8.2 Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan

Waterkwantiteit

Door watersystemen goed in te richten, wordt regionale wateroverlast geminimaliseerd. De waterlopen die een waterhuishoudkundige functie hebben, zijn specifiek bestemd als 'Water'.

Waterberging is één van de maatregelen om extreme wateroverlast te voorkomen. Dit is mogelijk door verbreding van waterlopen of land geschikt te maken om water tijdelijk vast te houden ('droge' waterberging). In de Algemene wijzigingsregels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om waterlopen te verbreden door gronden te wijzigen in de bestemming water.

'Droge' waterberging

In het noordelijk deel van het buitengebied ligt een opgave voor waterberging. Hier zullen gronden worden gezocht die in tijden van zware regenval dienst kunnen doen als ”overloopgebied”. Grondruil kan als middel ingezet worden. Door middel van grondruil kunnen boeren worden gecompenseerd: in ruil voor de waterdiensten kunnen zij elders betere gronden toegewezen krijgen. In het kader van de gebiedsontwikkeling Franekeradeel/Harlingen wordt dit thema verder uitgewerkt. Er zijn mogelijkheden voor koppeling met natuurontwikkeling (ecologische oevers, weidevogelbeheer).

“Ruimte voor water” hoeft overigens niet altijd grote ruimtelijke consequenties te hebben. In dit geval gaat het om landbouwgronden met een wat lagere kade die - eens in de zoveel jaar - als eerste onderlopen. Met name de laag gelegen gronden in het landschap van de kwelderwallen en de erosievlakten lenen zich hiervoor.

“Ruimte voor water” heeft dus geen (planologische) functieverandering tot gevolg. Het land blijft immers beschikbaar voor de landbouw, behalve als het bij hoge waterstanden onderloopt. Vanuit de provincie en het waterschap wordt zoveel mogelijk geopteerd voor vasthouden van water in eigen gebied. Land wordt geschikt gemaakt om water tijdelijk vast te houden. Hierbij wordt de functie van waterberging gecombineerd met de functie landbouw. Van grote, open waterpartijen is in het geval van waterberging op deze wijze dus ook geen sprake. In het waterbergingsgebied Franeker Zuid worden verschillende maatregelen genomen om het gebied geschikt te maken voor de waterberging in de winter. Binnen de agrarische bestemming is waterberging mogelijk gemaakt.

Waterkwaliteit

De Kaderrichtlijn Water (KRW) is een Europese wet met als doel dat alle lidstaten in alle wateren in Europa uiteindelijk een goede chemische en ecologische waterkwaliteit weten te bereiken. Een goede ecologische kwaliteit betekent dat plant- en diersoorten die ‘van nature' in bepaalde wateren voorkomen daar ook daadwerkelijk in (kunnen) leven en zich voortplanten. Daar wordt naar gestreefd in alle wateren.

Natuurvriendelijke oevers zijn oevers waarlangs planten en dieren zich meer thuis voelen dan langs traditionele oevers. Ze hebben ook een positieve invloed op de waterkwaliteit doordat ze van het land afstromend regen en grondwater filteren.

Waterkeringen

In de Legger primaire, secundaire en regionale waterkeringen zijn de eisen vastgelegd waaraan de waterkeringen volgens de wettelijke veiligheidsnorm moeten voldoen naar richting, vorm, afmeting en constructie. In de Legger van de primaire waterkering zijn ook de juridische begrenzingen opgenomen. Dit zijn het waterstaatswerk, de beschermingszone, de buitenbeschermingszone, het profiel van vrije ruimte en de ruimtelijke reserveringszone in verband met dijkversterking. De primaire waterkering (dijk langs de Waddenzee) is bestemd als 'Water - Waterkering' om de functie ervan te beschermen. De reserveringszone is aangeduid als 'vrijwaringszone - dijk'.

Wateradvies

Het bestemmingsplan wordt aan het Wetterskip Fryslân voorgelegd voor advies. Het wateradvies wordt in het ontwerpbestemmingsplan verwerkt.