direct naar inhoud van Artikel 31 Wonen - Landgoed
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0070.BPBUITENGEBIED2013-VAS2

Artikel 31 Wonen - Landgoed

Zie voor de uitleg van de bestemming paragraaf 5.30 Wonen - Landgoed in de toelichting.

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een woonhuis met allure, al dan niet in combinatie met:
    • 1. ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, educatieve en/of sociaal-culturele doeleinden;
    • 2. ondergrondse parkeervoorzieningen;
  • b. bijgebouwen en overkappingen;
  • c. bos;
  • d. cultuurgrond;
  • e. water;

waarbij het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden wordt nagestreefd;

met daaraan ondergeschikt:

  • f. dagrecreatief medegebruik;
  • g. agrarisch medegebruik;

met de daarbijbehorende:

  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. tuinen, erven en terreinen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
31.2 Bouwregels
31.2.1 Bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:

  • het maximum bebouwingspercentage zal ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding “maximum bebouwingspercentage (%)” aangegeven bebouwingspercentage bedragen.
31.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mag uitsluitend één woonhuis worden gebouwd;
  • b. het hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. het aantal woningen binnen het hoofdgebouw zal ten hoogste 10 bedragen;
  • d. de bouwhoogte van het hoofdgebouw zal ten hoogste 12,00 m bedragen.
31.2.3 Bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. de bijgebouwen en overkappingen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 300 m² bedragen, waarvan ten hoogste 250 m² buiten het bouwvlak gebouwd mogen worden;
  • c. de bouwhoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een overkapping zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a en b mogen bijgebouwen en/of overkappingen buiten het bouwvlak worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
  • f. de oppervlakte per bijgebouw c.q. overkapping zal ten hoogste 100 m² bedragen.
31.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 8,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van vrijstaande reclameobjecten, geen vlaggenmasten zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • d. er zullen geen bouwwerken ten behoeve van de opwekking van windenergie en paardrijbakken worden gebouwd;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
31.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in aanvulling op het gestelde in Artikel 45 in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden anders dan ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel;
  • d. het gebruik van de gronden in die zin dat:
    • 1. minder dan 5% van het bestemmingsvlak voor water wordt gebruikt;
    • 2. minder dan 15% van het bestemmingsvlak voor bos wordt gebruikt.
31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
31.4.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, buiten het bouwvlak, een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het aanbrengen en/of verwijderen van beplanting;
  • b. het aanleggen van verharde kavel- en perceelontsluitingswegen;
  • c. het aanleggen van verharde en halfverharde parkeervoorzieningen;
  • d. het aanleggen van fiets-, voet- en ruiterpaden;
  • e. het graven en dempen van sloten en andere watergangen;
  • f. het aanleggen van recreatieve voorzieningen.
31.4.2 Uitzondering

Het in lid 31.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
31.4.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden.