direct naar inhoud van Artikel 10: Algemene aanduidingsregels
Plan: Noordelijke Elfsteden vaarroute
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0063.BPNERhetBILDT-0002

Artikel 10: Algemene aanduidingsregels

10.1. Vrijwaringszone - molenbiotoop
10.1.1. Bouwregels

Op of in deze gronden mag, in afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemming(en), niet hoger worden gebouwd dan:

  • a. binnen een afstand van 100 m van de molen: de bouwhoogte die gelijk is aan de bouwhoogte van de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen;
  • b. binnen een afstand van 100 m tot 400 m van de molen: de bouwhoogte genoemd onder a vermeerderd met 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de molen.

10.1.2. Regels inzake afwijking van de bouwregels

Er kan van het bepaalde in lid 10.1.1. worden afgeweken, in die zin dat hogere in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:

  • vooraf advies wordt ingewonnen van de beheerder van de molen.

10.1.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
  • a. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
    • 1. het ophogen van gronden hoger dan de op grond van de in lid 10.1.1. maximaal toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken;
    • 2. het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande beplanting hoger dan de op grond van de in lid 10.1.1. maximaal toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken;
    • 3. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties en apparatuur hoger dan de op grond van de in lid 10.1.1. maximaal toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken.

  • b. Het bepaalde in lid 10.1.3. is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
    • 1. het normale onderhoud dan wel het normale agrarische gebruik betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan met een daarvoor benodigde vergunning.

  • c. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het huidige en/of het toekomstig functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering en/of de waarde van de molen als landschapselement, dan wel dat door het stellen van voorwaarden hieraan voldoende tegemoet gekomen kan worden. Voorafgaand moet advies worden ingewonnen bij de beheerder van de molen.