direct naar inhoud van Artikel 6: Water
Plan: Noordelijke Elfsteden vaarroute
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0063.BPNERhetBILDT-0002

Artikel 6: Water

6.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een vaart ten behoeve van de recreatievaart, de wateraanvoer en -afvoer, de waterberging en het behoud van de natuurlijke en landschappelijke waarden;
  • b. recreatief medegebruik van het water;

met de daarbijbehorende:

  • a. bruggen, ter plaatse van de aanduiding "brug";
  • b. sluis, ter plaatse van de aanduiding "sluis";
  • c. vissteiger, ter plaatse van de aanduiding "steiger";
  • d. kaden, dijken en oeverstroken;
  • e. dammen en duikers;
  • f. wachtvoorzieningen ten behoeve van een sluis;
  • g. voorzieningen ten behoeve van het natuurbeheer, zoals faunapassages en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder aanlegvoorzieningen in de vorm van met de oever verbonden aanleggelegenheid, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - aanlegvoorziening 1" dan wel in het water staande meerpalen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - aanlegvoorziening 2".

6.2. Bouwregels
6.2.1. Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden zullen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

6.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. de doorvaarthoogte van bruggen zal ten minste 2,50 m bedragen;
  • b. de doorvaartbreedte van bruggen zal ten minste 4,60 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

6.3. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden als permanente ligplaats voor vaartuigen en/of woonschepen.

6.4. Wijzigingsbevoegdheid
6.4.1. Bruggen

Het plan kan worden gewijzigd in die zin dat de gronden worden voorzien van de aanduiding "brug", mits:

  • a. ten behoeve van een goede verkeersontsluiting de aanleg van een nieuwe brug noodzakelijk is dan wel de ligging van een bestaande brug qua situering wordt gewijzigd;
  • b. de bouwregels van lid 6.2.2. van overeenkomstige toepassing zijn;
  • c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

6.4.2. Aanlegvoorzieningen

Het plan kan worden gewijzigd in die zin dat de gronden worden voorzien van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - aanlegvoorziening 1" of "specifieke vorm van recreatie - aanlegvoorziening 2", mits:

  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.