direct naar inhoud van Artikel 21 Wonen - Woongebouw
Plan: Bestemmingsplan St.-Jacobiparochie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0063.080502-VA01

Artikel 21 Wonen - Woongebouw

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woongebouwen;
  • b. bergingen c.q. garageboxen;

met de daarbijbehorende:

  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. sloten, bermen en beplanting
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
21.2 Bouwregels
21.2.1 Woongebouwen

Voor het bouwen van woongebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een woongebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van een woongebouw zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte bedragen.
21.2.2 Bergingen c.q. garageboxen

Voor het bouwen van bergingen c.a. garageboxen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen zal ten hoogste 100 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de gebouwen zal ten hoogste 3,50 m bedragen.
21.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het (de) hoofdgebouw(en) en het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
21.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
21.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel en horeca;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijvigheid.