direct naar inhoud van Artikel 25 Leiding - Water
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0063.030506-DE01

Artikel 25 Leiding - Water

 

25. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Leiding - Water’ aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aan­gewezen bestemmingen (basisbestemmingen), voor het aangegeven aantal meters aan weerszijden van de as van de aangegeven strook, tevens bestemd voor:

a.    een hoofdwaterleiding;

 

met de daarbijbehorende:

b.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

25. 2.    Bouwregels

25. 2. 1. In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden, voor het aangegeven aantal meters voor de bebouwings­vrije zone aan weerszijden van de as van de aange­geven strook, geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de aanvul­lende bestemming.

25. 2. 2. Ten behoeve van deze aanvullende bestemming mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

25. 2. 3. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebou­wen zijnde, geldt de volgende regel:

-       de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen.

25. 3.     Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

-       het bepaalde in lid 25.2.1. en toestaan dat de in de basisbe­stemmingen genoemde gebouwen en bouwwerken, geen ge­bouwen zijnde, worden gebouwd, mits:

1.    vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leiding­beheerder;

2.    er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doel­matig en veilig functioneren van (bovengrondse) nutslei­dingen.

25. 4.    Aanlegvergunningen

25. 4. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schrifte­lijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegver­gunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werk­zaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:

a.    het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;

b.    het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm;

c.    het in de grond brengen van voorwerpen dieper dan 30 cm;

d.    het aanleggen of verharden van andere oppervlakteverhardin­gen;

e.    het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplan­tingen die dieper wortelen of kunnen wortelen dan 30 cm.

25. 4. 2. Het in lid 25.4.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht wor­den van dit plan.

25. 4. 3. De in lid 25.4.1. genoemde vergunningen kunnen slechts wor­den verleend indien vooraf advies wordt ingewonnen van de be­treffende leidingbeheerder en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van (boven­grondse) nutsleidingen.

25. 5.    Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in dié zin dat:

 

a.    de dubbelbestemming ‘Leiding - Water’ wordt aan­gebracht, mits:

-       er als gevolg van de aanleg of het verleggen van leidingen geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veilig­heid, de gevolgen voor het landschap, het reliëf en het agrarisch gebruik van de grond, er geen belemmeringen optreden voor overige functies, de voorzienbare nieuwe infrastructuur, dorpsuitbreidingen en uitbreiding van bedrij­venterreinen, er geen nadelige effecten optreden op land­bouwkundige waarden in het agrarisch gebied en er geen verstoring optreedt van telecommunicatie en radaront­vangst door hoogspanningsleidingen;

 

b.    de dubbelbestemming ‘Leiding - Water’ wordt ver­wijderd, mits:

-       er als gevolg van het verleggen van leidingen sprake is van een ander leidingtracé.