direct naar inhoud van Artikel 18 Kantoor
Plan: Dokkum Bûten de Bolwurken
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0058.081005-VA01

Artikel 18 Kantoor

 

18. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Kantoor’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    gebouwen ten behoeve van :

1.    kantoren;

2.    bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1. en 3.2, ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf’;

met de daarbijbehorende:

b.    parkeervoorzieningen;

c.    nutsvoorzieningen;

d.    tuinen, erven en terreinen;

e.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

18. 2.    Bouwregels

18. 2. 1. Voor het bouwen van de in artikel 18 lid 18.1 sub a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.    de gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;

b.    een gebouw dient te voldoen aan de aangegeven maatvoeringseisen.

18. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het (hoofd)gebouw dat het dichtst aan de weg gesitueerd is en het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m mag bedragen;

b.    de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.

18. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.    een goede woonsituatie;

b.    de verkeersveiligheid;

c.    de sociale veiligheid;

d.    de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

18. 4.    Ontheffing van de bouwregels

18. 4. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

-       het bepaalde in artikel 18 lid 18.2.2 sub a en toestaan dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen wordt vergroot tot ten hoogste 5,00 m.

18. 4. 2. De in lid 18.4.1. genoemde ontheffing kan uitsluitend worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

a.    het straat- en bebouwingsbeeld;

b.    de woonsituatie;

c.    de milieusituatie;

d.    de verkeersveiligheid;

e.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

18. 5.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van gebouwen voor bewoning;

b.    het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van opslag voorzover het geen zij- en/of voor achtererf betreft.

18. 6.    Ontheffing van de gebruiksregels

18. 6. 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

-       het bepaalde in artikel 18 lid 18.1. sub a onder 2 en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2.

18. 6. 2. De in artikel 18 lid 18.6.1 genoemde ontheffingen kunnen uitsluitend worden verleend, indien:

a.    het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 3.2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;

b.    het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen betreft;

c.    het geen risicovolle inrichtingen of vuurwerkbedrijven betreft;

d.    geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

1.    de woonsituatie;

2.    de milieusituatie;

3.    de verkeersveiligheid;

e.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.