direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Bestemmingsplan Reduzumtankstation
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPReduzumtankstat-OH01

3.2 Provinciaal beleid

Streekplan Fryslân, 'Om de kwaliteit van de Romte'.

De provincie Fryslân heeft haar provinciale beleid vastgelegd in het streekplan Fryslân, 'Om de kwaliteit van de romte'. Dit streekplan is op 13 december 2006 vastgesteld door Provinciale Staten van Fryslân. Op grond van de Wro is dit streekplan gelijkgesteld met een structuurvisie.

De provincie Fryslân zet met de structuurvisie meer dan voorheen in op de verhoging van de ruimtelijke kwaliteit bij veranderingen in het gebruik en de inrichting van de ruimte. Ruimtelijke kwaliteit dient zowel voor economische, sociale als culturele belangen en is daarmee voor alle functies in Fryslân essentieel. Met ruimtelijke kwaliteit wordt bedoeld dat in ruimtelijke plannen, in ontwerpen en in de uitvoering expliciet de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde worden toegevoegd aan de omgeving. In het streekplan worden geen specifieke uitspraken gedaan over de komst van nieuwe tankstations binnen de provincie Fryslân. Per initiatief zal door de overheden moeten worden bepaald oif de gewenste voorziening passend is op de betreffende locatie. De komst van de aardgaspomp is wel passend binnen de doelstellingen van de provincie om een duurzamere energievoorzieningen te realiseren.

Provinciale Verordening Romte Fryslân

In de Wro wordt een onderscheid gemaakt tussen strategische visie en juridisch bindend beleid. De juridisch bindende elementen ter uitvoering van dat beleid worden neergelegd in bestemmings-plannen en in andere instrumenten van provincies en rijk (algemene regels in verordeningen / AMvB's). De provincie stelt hiertoe de Provinciale Verordening Romte Fryslân op. Gemeentelijke plannen moeten aan deze verordening voldoen. De verordening zelf voorziet niet in nieuw beleid. Uitsluitend geldend provinciaal ruimtelijk beleid is omgezet in algemeen geldende regels. Het gaat om beleid zoals opgenomen in:

  • a. het Streekplan Fryslân 2007;
  • b. het Streekplan Windstreek 2000;
  • c. de Partiële herziening van het Streekplan ten behoeve van Glastuinbouw Noordwest Fryslân;
  • d. het Derde provinciale Waterhuishoudingsplan.

Bij de verordening worden een aantal gebieden aangegeven met bepaalde kernkwaliteiten. Dit gebied ligt in het Kleigebied Westergo. Het is een zone van veengronden met dun kleidek op de overgang van klei naar veen. Ten aanzien van dit initiatief is er sprake van een nieuwe voorziening (zijnde het tankstation) in het buitengebied. In de verordening wordt niet specifiek ingegaan op de realisatie van nieuwe tankstations in de provincie. Wel wordt ingegaan op de ruimtelijke kwaliteit in het algemeen. Bij de totstandkoming van dit plan is daar nadrukkelijk rekening mee gehouden door een landschapsarchiteks van Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud de landschappelijk inpassing te verzorgen (zie hoofdstuk 2).

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPReduzumtankstat-OH01_0006.png"

Figuur 6: kernkwaliteiten landschap.

Conclusie Provinciaal beleid:

Het initiatief is niet strijdig met de beleidsuitgangspunten van de provincie Fryslan zoals beschreven in de structuurvisie of de verordening.

Waterbeleid (Wetterskip Fryslân)

De Wet op de waterhuishouding geeft aan dat de provincie een waterhuishoudingsplan dient vast te stellen waarin de hoofdlijnen van het waterhuishoudkundig beleid zijn opgenomen. In 2000 is hiertoe het Tweede waterhuishoudingsplan van de provincie Fryslân, “Dreaun troch it wetter”, vastgesteld.

De hoofddoelstelling van dit waterhuishoudingsplan is: “Het hebben en houden van een veilige en bewoonbare provincie en het in stand houden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, zodat een duurzaam gebruik gegarandeerd blijft”. Deze hoofddoelstelling uit het vorige Waterhuishoudingsplan is nog altijd actueel. Dit hoofddoel geldt dan ook voor het in 2009 vastgestelde Derde provinciale Waterhuishoudingsplan (2010-2015). Het gaat daarbij om watersystemen, inclusief de schakels van de waterketen die hiermee verbonden zijn. Een goede balans is gevonden tussen economische en ecologische ontwikkelingen. Daarnaast heeft het verschijnen van het nationale beleid “Waterbeheer 21e eeuw” in het 'anders omgaan met water' ervoor gezorgd dat water hoog op de agenda is gekomen. Het beleid is erop gericht water meer een ordenend principe te laten zijn in de ruimtelijke ordening en de effecten van ruimtelijke ingrepen op de waterhuishouding in beeld te brengen. Hierbij dient rekening te worden gehouden met onder andere klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelrijzing.

Het waterbeleid heeft twee principes voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd. Dit zijn de tritsen:

  • a. vasthouden, bergen en afvoeren;
  • b. schoonhouden, scheiden en zuiveren.

De trits 'vasthouden, bergen en afvoeren' houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlakte water. Vervolgens wordt zonodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren, wordt het water afgevoerd. Bij 'schoonhouden, scheiden en zuiveren' gaat het erom dat het water zoveel mogelijk schoon wordt gehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste, wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aan bod.

Om de effecten van ruimtelijke ingrepen tijdig te signaleren, is de watertoets inmiddels tot een verplicht onderdeel van ruimtelijke planvorming verworden. De watertoets is een procesinstrument dat tot doel heeft de belanghebbenden op het gebied van water, al in het beginstadium bij de ruimtelijke planvorming te betrekken. Dit moet leiden tot een waterparagraaf in ruimtelijke plannen, waaruit blijkt wat het effect van het plan op de waterhuishouding is. In paragraaf 4.10 wordt hier nader op ingegaan.