direct naar inhoud van 5.2 Nadere toelichting op de regels
Plan: Jirnsum
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPJirnsum2010-OH01

5.2 Nadere toelichting op de regels

Voor zover nodig worden de afzonderlijke bestemmingen van een toelichting voorzien.

Agrarisch

De bestemming Agrarisch betreft verspreid liggende percelen. De gronden zijn bedoeld voor het weiden van vee en/of het verbouwen van gewassen. Het begrip 'agrarisch bedrijf' geeft aan dat hieronder niet wordt verstaan: houtteelt, glastuinbouwbedrijf, champignonkwekerij, gebruiksgerichte paardenhouderij of wormenkwekerij. De ijsbaan is specifiek aangeduid. Het plaatsen van stallen en schuren is uitdrukkelijk niet toegestaan.

Bedrijf

Uitgangspunt is dat bedrijven, die verspreid en buiten het gebied met de bestemming Centrum danwel Bedrijventerrein zijn gelegen, de bestemming Bedrijf krijgen. Bij recht worden bedrijven uit de milieucategorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten Functiemenging toegestaan. Een bestaand metaalbewerkingsbedrijf met slijpinrichting is specifiek aangeduid aangezien deze binnen milieucategorie 3 valt.

Detailhandel is uitgesloten, net als Bevi-inrichtingen, vuurwerkbedrijven en Wgh-inrichtingen. De bedrijfswoning is aangeduid.

Afwijkingsmogelijkheden zijn opgenomen voor het toestaan van bedrijven van een hogere milieucategorie, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan, en voor productiegebonden detailhandel. Voor de afwijkingsmogelijkheden geldt een algemeen afwegingskader.

Bedrijf - Nutsvoorziening

Deze bestemming is gegeven aan gronden voor op het openbare net aangesloten nutsvoorzieningen. Een mast met een hoogte van maximaal 20 meter is specifiek aangeduid.

Bedrijventerrein

Het bedrijventerrein It String aan de oostzijde van het dorp heeft de bestemming Bedrijventerrein gekregen. Bedrijven tot en met milieucategorie 3.1 zijn toegestaan. Binnen een afstand tot 30 meter van aanwezige woningen is alleen milieucategorie 2 toegestaan. Bedrijven die tot een hogere milieucategorie behoren dan ter plaatse is toegestaan zijn specifiek aangeduid.

Volumineuze detailhandel in de vorm van detailhandel in auto's, motoren, boten en caravans en detailhandel rechtstreeks voortvloeiend uit de bedrijfsactiviteiten van het bedrijf zijn bij recht toegestaan. Op het bedrijventerrein zijn Bevi-inrichtingen, vuurwerkbedrijven, Wgh-inrichtingen en inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het besluit MER 1994, niet toegestaan tenzij specifiek aangeduid (Wgh-inrichtingen).

Binnen de bestemming Bedrijventerrein geldt voor aan water gelegen percelen dat maximaal 75% van het perceel mag worden afgegraven Onder bepaalde omstandigheden kan hiervoor een ontgrondingsvergunning nodig zijn.

De bestaande bedrijfswoningen zijn middels een aanduiding bij recht toegestaan. Voor nieuwe bedrijfswoningen geldt dat deze gerealiseerd kunnen worden op basis van de in het plan opgenomen afwijkingsmogelijkheid (omgevingsvergunning), mits voldaan wordt aan de gestelde criteria. De beleidsnotitie "criteria voor de realisatie van bedrijfswoningen" heeft hiervoor de basis gevormd.

Verder zijn afwijkingsmogelijkheden opgenomen voor bedrijven van een hogere milieucategorie (mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan), detailhandel ten behoeve van bepaalde specifiek genoemde categorieën en de vestiging van een Bevi-inrichting (onder bepaalde voorwaarden). Voor de afwijkingsmogelijkheden (omgevingsvergunning) geldt een algemeen afwegingskader.

Centrum

De bestemming Centrum wil flexibele uitwisseling mogelijk maken van detailhandel, dienstverlening, bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten Functiemenging, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en wonen, met dien verstande dat het aantal woningen in beginsel niet mag toenemen. Wel is een mogelijkheid om via ontheffing een woning toe te voegen.

Bestaande horecabedrijven in de categorie 1 en 2 zijn aangeduid. Met een omgevingsvergunning kunnen nieuwe horecabedrijven onder voorwaarden worden toegestaan. De hoofdgebouwen met cultuurhistorische waarde zijn binnen deze bestemming aangeduid en in de bouwregels is aangegeven dat de hoofdvorm van het gebouw gehandhaafd dient te worden.

Ter bescherming van de cultuurhistorische waarden is voorts een omgevingsvergunning voor het slopen vereist.

Via een omgevingsvergunning (afwijkingen van het plan) kan bed en brochje worden toegestaan.

Een bed en brochje voorziening is als volgt te omschrijven:

Het gaat om tegen betaling aanbieden van logies en ontbijt bij de exploitant in haar/zijn woning. In tegenstelling tot een regulier horecabedrijf gaat het niet om een in het algemeen voor het publiek toegankelijke besloten ruimte. De voorziening wordt aangeboden bij particulieren thuis in de beslotenheid van de woning. Het gaat maximaal om twee slaapkamers voor in totaal vier slaapplaatsen (bedden). Het ontbijt wordt genuttigd in de betreffende slaapkamer(s) of een gemeenschappelijke ruimte.

Detailhandel

Detailhandel gelegen buiten de bestemming Centrum of Gemengd heeft de bestemming Detailhandel gekregen. Een bedrijfswoning is aangeduid.

Gemengd

De bestemming Gemengd is vergelijkbaar met de bestemming Centrum, maar hier is detailhandel niet toegestaan. Detailhandel is alleen als afwijking en onder voorwaarden mogelijk.

Dit betekent dat binnen de bestemming Gemengd een flexibele uitwisseling mogelijk is van dienstverlening, bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten Functiemenging, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en wonen, met dien verstande dat het aantal woningen in beginsel niet mag toenemen. Wel is een mogelijkheid om via ontheffing een woning toe te voegen.

De hoofdgebouwen met cultuurhistorische waarde zijn binnen deze bestemming aangeduid en in de bouwregels is aangegeven dat de hoofdvorm van het gebouw gehandhaafd dient te worden. Ter bescherming van de cultuurhistorische waarden is een omgevingsvergunning voor het slopen vereist.

Via een omgevingsvergunning (afwijkingen van het plan) kan bed en brochje worden toegestaan. Bed en brochje is nader toegelicht onder Centrum.

Horeca

Horecabedrijven in de categorie 1 en 2 zijn toegestaan en dat betreft horeca als een lunchroom, ijssalon, broodjeszaak, snackbar, café of restaurant. Een horecabedrijf uit categorie 4 (zaalaccommodatie) is specfiek aangeduid.

Middels een omgevingsvergunning kunnen horecabedrijven van een hogere categorie onder voorwaarden worden toegestaan.

Maatschappelijk

De als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen. In artikel 1 zijn deze gedefinieerd als educatieve, sociale, medische, culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie - met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening. Ten dienste van deze voorzieningen is ook ondergeschikte detailhandel en horeca toegestaan.

De hoofdgebouwen met cultuurhistorische waarde zijn binnen deze bestemming aangeduid en in de bouwregels is vastgelegd dat de hoofdvorm in beginsel gehandhaafd moet worden. Ter bescherming van de cultuurhistorische waarden is een vergunning voor het slopen vereist.

Recreatie - Jachthaven

De op It String gelegen jachthavens zijn bestemd als Recreatie - Jachthaven. Een jachthaven wordt conform artikel 1 gedefinieerd als, een haven met de daarbij behorende grond waar overwegend gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen, afmeren, of afgemeerd houden van pleziervaartuigen. Binnen de bestemming is bij recht de vestiging van bedrijven uit milieucategorie 1 en 2 mogelijk mits het watergebonden bedrijvigheid betreft.

Loodsen die dienen als overdekte ligplaats voor een boot zijn als schiphuis aangeduid. Ook bedrijfswoningen en een ligplaats voor één woonschip zijn specifek aangeduid. In het gebied is ook een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg gevestigd.

Tuin

De bestemming Tuin is dienstbaar aan de bestemming van de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen. Bij de bestemmingsregeling voor de tuinen is uitgegaan van het principe dat die gebieden uit ruimtelijke overwegingen onbebouwd moeten blijven en ook als zodanig in gebruik zijn. Over het algemeen betreft het gronden ten dienste van de nabij gelegen woningen. Bij de meeste woningen betreft het de ruimte vóór de woningen.

Wonen

De woningen in het plangebied zijn bestemd tot Wonen. De opzet van het plan is dat de bestaande situatie (dat wil zeggen vrijstaand, halfvrijstaand of rijenwoningen) en de verschijningsvorm (bepaald door de goothoogte en kap) in principe gehandhaafd zal worden. Dit wil overigens niet zeggen dat er geen wijzigingen meer mogelijk zijn. De bouwvlakken en de planregels geven de kaders aan van de bouwmogelijkheden. Als een bouwvlak ruimer is dan een bestaande woning kan het hoofdgebouw binnen het bouwvlak worden vergroot. Omdat de bouwvlakken voor halfvrijstaande en rijenwoningen in beginsel conform hedendaagse inzichten een diepte hebben van 12 meter is dit voor minder diepe woningen een reële optie. Voor vrijstaande woningen geldt als uitgangspunt een bebouwingsdiepte van 15 meter en dat is echter per situatie bepaald. De woningen met cultuurhistorische waarde zijn binnen deze bestemming aangeduid en in de bouwregels is aangegeven dat de hoofdvorm van het gebouw gehandhaafd dient te worden. Ter bescherming van de cultuurhistorische waarden is verder een vergunning voor het slopen vereist.

Voor de bijbehorende bouwwerken (oppervlakte en hoogte) wordt aangesloten bij het planologisch beleid van de gemeente Boarnsterhim. Aan huis verbonden beroepen en bedrijven worden in beginsel niet in overeenstemming geacht met de woonfunctie met uitzondering van een aanwezige kapsalon en minicamping. Via een omgevingsvergunning (afwijkingen van het plan) kunnen aan huis verbonden beroepen en bedrijven worden toegestaan alsmede bed en brochje. Maatgevend voor het verlenen van een omgevingsvergunning is dan de ruimtelijke uitstaling die dit gebruik heeft maar wonen dient duidelijk de hoofdfunctie te blijven. Bed en brochje is nader toegelicht onder Centrum.

Dubbelbestemming

Waarde - Archeologie, Waarde-Archeologische verwachtingswaarde 1

Ter bescherming en het behoud van de archeologische (verwachtings)waarden is een dubbelbestemming opgenomen. Er is een afwijkingsmogelijkheid middels een omgevingsvergunning opgenomen om de bouw ten behoeve van de basisbestemmingen mogelijk te maken. Om sturing te geven aan werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen.

Hoofdstuk 3 Algemene regels:

Anti-dubbeltelregel

Deze regel is opgenomen om een ongewenste verdichting van de bebouwing te voorkomen. Deze zou zich kunnen voordoen indien een deel van een bouwperceel dat al bij de berekening van een maximaal bebouwingspercentage was betrokken wederom bij een dergelijke berekening, doch nu ten behoeve van een ander bouwperceel wordt betrokken.

Algemene gebruiksregels

Voor de redactie van dit artikel is de algemene formulering aangehouden. Het gebruik mag uitsluitend plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. In beginsel is de bestemmingsomschrijving bepalend.

Expliciet is opgenomen wat in ieder geval onder strijdig gebruik met het bestemmingsplan wordt verstaan, te weten het (laten) gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting. Voor veel bestemmingen is dit evident, maar omdat dat in casu voor alle bestemmingen geldt is het om discussie te voorkomen expliciet opgenomen.

Algemene aanduidingsregels

In dit artikel worden de aanduidingen opgenomen die voor meerdere bestemmingen gelden. Een aanduiding 'geluidzone-industrie' is gegeven aan gronden die, naast de andere aangewezen bestemming(en), - tevens bestemd zijn voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte voor een industrieterrein en het tegengaan van een te hoge geluidbelasting vanwege een industrieterrein op geluidgevoelige functies. Daarnaast is een regeling opgenomen voor de gronden welke zijn aangeduid met 'industrieterrein wgh'. Dit betreft de gronden die moeten worden aangemerkt als industrieterrein als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

Een aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' is gegeven aan de gronden waar nog sprake is van een straalverbinding. De bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag hier niet meer bedragen dan 40 m.

Algemene afwijkingsregels

Hier wordt geregeld wanneer in algemene zin van het plan kan worden afgeweken. Voorts is van belang dat het toestaan van afwijkingen niet mag leiden tot een automatisme: conform het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht moeten burgemeester en wethouders de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen afwegen. Overigens is de bevoegdheid beperkt in die zin dat geen omgevingsvergunning mag worden verleend indien onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een aantal met name genoemde belangen.

Algemene wijzigingsregels

Er is een algemene wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van het verwijderen of aangeven van nadere aanduidingen en grenzen van bestemmings- en bouwvlakken. En meer specifiek zijn wijzigingsgebieden aangeduid waar de vigerende bestemming kan worden gewijzigd om toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken.

Hoofdstuk IV Overgangs- en slotregels:

Overgangsrecht

Bij de overgangsrecht wordt onderscheid gemaakt naar bouwwerken en gebruik.

Bij bouwwerken gaat het er om of ze op de peildatum in enigerlei opzicht afwijken van het plan. Doorgaans betreffen die afwijkingen de bouwregels. Ze mogen gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd of na een calamiteit worden herbouwd, mits de bestaande afwijkingen naar hun aard niet worden vergroot. Bij de vraag of de afwijking wordt vergroot kan ook het gebruik relevant zijn. Van de mogelijkheid tot gedeeltelijke vernieuwing of verandering zijn uitgesloten de illegale bouwwerken. Daaronder worden verstaan de bouwwerken die zonder of in afwijking van een vergunning - voor zover vereist - zijn gebouwd in strijd met het toen geldende bestemmingsplan.

Voor een vergroting van de oppervlakte met niet meer dan 10% kan eenmalig een omgevingsvergunning worden verleend. Peildatum voor bouwwerken is het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

Ten aanzien van het gebruik is bepaald dat bestaand, met het plan strijdig gebruik in beginsel mag in beginsel worden voortgezet.