direct naar inhoud van 2.2 Rijksbeleid
Plan: Jirnsum
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPJirnsum2010-OH01

2.2 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Begin 2012 is in werking getreden de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Deze vervangt onder andere de Nota Ruimte 2006. Deze Structuurvisie is in juni 2011 als ontwerp vastgesteld door de ministerraad en op 22 november 2011 door de 2e Kamer aangenomen.

Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid.

Het Rijk zet het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid in voor een concurrerend, leefbaar en veilig Nederland. Bovendien is het Rijk verantwoordelijk voor een goed systeem van ruimtelijk ordening. Om een zorgvuldig gebruik van de schaarse ruimte te bevorderen, wordt een ladder voor duurzame verstedelijking geïntroduceerd. Dat betekent: eerst kijken of er vraag is naar een bepaalde nieuwe ontwikkeling, vervolgens kijken of het bestaande stedelijk gebied of bestaande bebouwing kan worden hergebruikt en mocht nieuwbouw echt nodig zijn, dan altijd zorgen voor een optimale inpassing en multimodale bereikbaarheid.

AmvB Ruimte

Het deel van het rijksbeleid dat bindend is voor andere overheden is vastgelegd

in de AmvB Ruimte (vastgesteld op 15 juni 2011). Hierin legt het rijk vast in welke gebieden nationale belangen gelden. Deze nationale belangen zijn onder meer van toepassing op gebieden die tot de Ecologische Hoofdstructuur behoren. De AmvB Ruimte schrijft voor dat provincies in verordeningen moeten opnemen welke gebieden hiertoe behoren. De provincie Fryslân bereidt een provinciale verordening voor. Het ligt voor de hand dat het Sneekermeergebied, dat nu al tot de provinciale ecologische hoofdstructuur behoort, als gebied van nationale en provinciale betekenis wordt aangemerkt.

Wet ruimtelijke ordening

Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) ingegaan. Deze wet is de opvolger van de oude WRO die uit 1965 stamt. In de Wro wordt geregeld hoe de ruimtelijke plannen die gemeenten, provincies en Rijk maken tot stand komen en hoe deze gewijzigd kunnen worden.

In de loop der jaren onderging de WRO tal van wijzigingen, waardoor de regelgeving onoverzichtelijk en ingewikkeld was geworden en de besluitvormingsprocedures van grote projecten lang duurden.

Met de nieuwe Wro wordt gestreefd naar een samenhangend pakket van regels voor de ruimtelijke ordening. De nieuwe Wro draagt bij aan vereenvoudiging en versnelling van procedures en beroepsprocedures, een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden en betere toezicht- en handhavingsmogelijkheden.

Per 1 januari 2010 is het verplicht om (nieuwe) ruimtelijke plannen digitaal op te stellen conform landelijke afspraken en standaarden. Voorliggend plan voldoet hieraan.