direct naar inhoud van Artikel 11 Horeca
Plan: Jirnsum
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPJirnsum2010-OH01

Artikel 11 Horeca

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Horeca ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horecabedrijven als genoemd in de categorie 1 t/m 2 van 'Lijst van horecabedrijven';
  • b. in afwijking van de regel onder a ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4', mede een horecabedrijf als genoemd in categorie 4 van 'Lijst van horecabedrijven';
  • c. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met daarbij behorende gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen, erven, terrassen, terreinen, parkeer- en groenvoorzieningen.

11.2 Bouwregels

Op de voor ' Horeca ' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

11.2.1 Hoofdgebouwen

Voor hoofdgebouwen geldt dat:

  • a. een gebouw uitsluitend binnen een bouwvlak mag worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de hoogte niet meer bedragen dan de aangegeven bouwhoogte;
  • c. indien een kleinere/grotere breedte/ afstand/ bouwhoogte/ goothoogte aanwezig is op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze breedte/ afstand/ bouwhoogte/ goothoogte/ mag worden gehandhaafd.
11.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen, grenzend aan de weg of het openbaar groen, niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. in de overige situaties de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet meer dan 2 m mag bedragen.
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Omgevingsvergunning

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regel:

  • a. in 11.2.2 onder a voor het verhogen van de bouwhoogte tot ten hoogste 2 m bij uitsluitend visueel open erfafscheidingen;
  • b. in 11.2.2 onder b voor het verhogen van de bouwhoogte tot ten hoogste 3 m, mits de noodzaak voor afschermende en beschermende werking is aangetoond.
11.3.2 Afwegingskader

De in 11.3.1 genoemde omgevingsvergunningen worden slechts verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de woonsituatie;
  • d. de milieusituatie;
  • e. externe veiligheid;
  • f. de verkeersveiligheid en de bereikbaarheid;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.