direct naar inhoud van 5.2 Nadere toelichting op de regels
Plan: Grou
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01

5.2 Nadere toelichting op de regels

Voor zover nodig geacht worden enige bestemmingen van een toelichting voorzien.

Agrarisch

De bestemming Agrarisch betreft een perceel aan de noordzijde. De gronden zijn bedoeld voor het weiden van vee en/of het verbouwen van gewassen. Het begrip 'agrarisch bedrijf' geeft aan dat hieronder niet wordt verstaan: houtteelt, glastuinbouwbedrijf, champignonkwekerij, gebruiksgerichte paardenhouderij of wormenkwekerij.

Het weiden van vee en/of het telen van gewassen is ook toegestaan anders dan in het kader van de uitoefening van een agrarisch bedrijf. Naast gebruik door agrarische bedrijven is ook agrarisch gebruik door particulieren mogelijk. Het plaatsen van stallen en schuren is niet toegestaan.

Bedrijf

De buiten het gebied met de bestemming Bedrijventerrein gelegen bedrijven hebben de bestemming Bedrijf gekregen. Betreffende locaties zijn specifiek bedoeld voor watergebonden bedrijvigheid zoals jachtmakelaardij en de verhuur en verkoop van pleziervaartuigen.

Verder zijn afwijkingsmogelijkheden opgenomen voor het toestaan van qua uitstraling vergelijkbare bedrijven mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Voor de afwijkingsmogelijkheden geldt een algemeen afwegingskader.

Bedrijf - Nutsvoorziening

Deze bestemming is gegeven aan gronden voor op het openbare net aangesloten nutsvoorzieningen.

Bedrijventerrein

Deze gronden zijn bestemd voor de vestiging van bedrijven. Er worden in beginsel alleen mogelijkheden geboden voor bedrijven tot en met categorie 4.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein. Deze lijst bevat een indeling van bedrijfstypes in categorieën. Naast een omschrijving van de soort/aard van de toelaatbaar te achten bedrijven bevat de lijst indicaties voor de in acht te nemen afstanden ten opzichte van een rustige woonwijk. Deze indicatieve afstanden hebben betrekking op dan wel vloeien voort uit bepaalde activiteiten van het gemiddelde bedrijf in die sector. De op de verbeelding aangegeven zones vloeien voort uit deze afstanden.

Met aanduidingen is aangegeven waar bepaalde vormen van detailhandel bij recht zijn toegestaan. Op het bedrijventerrein zijn niet toegestaan: Bevi-inrichtingen, vuurwerkbedrijven, Wgh-inrichtingen en inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het besluit MER 1994.

De bestaande bedrijfswoningen zijn middels een aanduiding bij recht toegestaan. Voor nieuwe bedrijfswoningen geldt dat deze gerealiseerd kunnen worden op basis van de in het plan opgenomen afwijkingsmogelijkheid (omgevingsvergunning), mits voldaan wordt aan de gestelde criteria. De beleidsnotitie "criteria voor de realisatie van bedrijfswoningen" heeft hiervoor de basis gevormd.

Verder zijn afwijkingsmogelijkheden voor het gebruik (omgevingsvergunning) opgenomen voor bedrijven van een hogere milieu categorie mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan, detailhandel ten behoeve van bepaalde specifiek genoemde categorieën en de vestiging van een Bevi-inrichting onder bepaalde voorwaarden. Voor de afwijkingsmogelijkheden (omgevingsvergunning) geldt verder een algemeen afwegingskader.

Detailhandel

Van detailhandel is een definitie opgenomen. Van detailhandel is sprake als de verkoop plaatsvindt aan de 'eindgebruikers', dat wil zeggen aan personen die de goederen niet bedrijfsmatig doorverkopen.

Wonen is uitsluitend toegestaan waar dat door middel van een aanduiding 'bedrijfswoning' of 'wonen' is aangegeven. Bij de aanduiding 'wonen' hoeft de bewoning niet plaats te vinden door een persoon die werkzaam is in de winkel.

Groen en Groen - Park

In beginsel heeft al het openbare groen de bestemming 'Groen' gekregen. Alleen het park heeft de bestemming 'Groen - Park'. Gebouwen zijn niet toegestaan, behalve in het park ten behoeve van dierenverblijven en daar waar aangeduid. Een gebouw voor voeropslag is ook ten behoeve van een dierenverblijf en valt dus ook onder de toegestane gebouwen.

Horeca

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor horecabedrijven in de categorie 1 of 2. Dat betekent dat feestzalen en discotheken niet zijn toegestaan.

Kantoor

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor kantoren. Een kantoor kan al dan niet een baliefunctie hebben. Woningen zijn uitsluitend toegestaan waar dat door middel van een aanduiding met het aantal woningen is aangegeven.

Ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' zijn behalve kantoren ook een trouwlocatie en een museum toegestaan. Als daarin hapjes of drankjes worden geserveerd voor de bezoekers, al dan niet tegen betaling, past dat binnen de bestemming. Er mag echter geen horeca plaatsvinden die zelfstandig bezoekers trekt.

Maatschappelijk

De als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen. In artikel 1 zijn deze gedefinieerd als educatieve, sociale, medische, culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie - met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening. Ten dienste van deze voorzieningen is ook ondergeschikte detailhandel en horeca toegestaan.

Recreatie - Jachthaven

Een jachthaven wordt conform artikel 1 gedefinieerd als, een haven met de daarbij behorende grond waar overwegend gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen, afmeren, of afgemeerd houden van pleziervaartuigen.

Recreatie - Toeristisch kamperen

De als zodanig aangewezen gronden mogen uitsluitend bedrijfsmatig worden geëxploiteerd. Het recreatieve verblijf mag plaatsvinden in kampeermiddelen of, alleen waar dat is aangeduid, in trekkershutten. Onder kampeermiddelen worden stacaravans niet begrepen.

Recreatie - Verblijfsrecreatie

Bij deze bestemming is aangeduid waar recreatiewoningen zijn toegestaan dan wel waar stacaravans en chalets zijn toegestaan. Van deze begrippen zijn definities opgenomen. Het aantal recreatiewoningen mag niet meer bedragen dan het op de verbeelding aangegeven aantal. Voor stacaravans en chalets is geen maximumaantal opgenomen; dit aantal is begrensd door de fysieke ruimte en door de marktwerking.

Voor de recreatieve woonschepen geldt het Beleid ligplaats recreatieve woonschepen. Dit beleid is als bijlage opgenomen.

Horeca is alleen toegestaan in de categorieën 1 en 2. Dat betekent dat bijvoorbeeld een feestzaal en een discotheek niet zijn toegestaan. De horeca hoeft niet uitsluitend te zijn gericht op de recreanten.

De ontsluiting van het terrein moet plaatsvinden ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting'.

Sport

De sportvelden met bijbehorende voorzieningen zijn als zodanig bestemd. Gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren zijn niet toegestaan. Een sportkantine is toegestaan. In artikel 1 is hiervoor een begripsomschrijving opgenomen.

Tuin

De bestemming Tuin is dienstbaar aan de bestemming van de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen. Bij de bestemmingsregeling voor de Tuinen is uitgegaan van het principe dat die gebieden uit ruimtelijke overwegingen onbebouwd moeten blijven en ook als zodanig in gebruik zijn. Uitzonderingen zijn aangeduid. Over het algemeen betreft het gronden ten dienste van de nabij gelegen woningen. Bij de meeste woningen betreft het de ruimte vóór de woningen.

Water en Water - Natuur

Bij de bestemming 'Water' ligt het accent op de berging van water. Bij de bestemming 'Water - Natuur' is de natuurlijke (ecologische) waarde van het water en de oevers even belangrijk. Bij de inrichting van de oevers is dit van belang.

Wonen

De woningen in het plangebied zijn bestemd tot Wonen. De opzet van de bestemmingsplankaart in combinatie met de planregels gaat er vanuit dat de bestaande situatie (dat wil zeggen vrijstaand, halfvrijstaand of rijenwoningen) en de verschijningsvorm (bepaald door de goothoogte en kap) in principe gehandhaafd zal worden. Dit wil overigens niet zeggen dat er geen wijzigingen meer mogelijk zijn. De bouwvlakken en de planregels geven de kaders aan van de bouwmogelijkheden. Als een bouwvlak ruimer is dan een bestaande woning kan het hoofdgebouw worden vergroot. Daar de bouwvlakken voor halfvrijstaande en rijenwoningen in beginsel conform hedendaagse inzichten een diepte hebben van 12 meter is dit voor minder diepe woningen een reële optie. Voor vrijstaande woningen geldt als uitgangspunt een bebouwingsdiepte van 15 meter. Dit is echter per situatie bepaald.

Voor de bijbehorende bouwwerken (oppervlakte en hoogte) wordt eveneens aangesloten bij het planologisch beleid van de gemeente Boarnsterhim. Aan huis verbonden beroepen en bedrijven worden in beginsel niet in overeenstemming geacht met de woonfunctie. Via een omgevingsvergunning (afwijkingen van het plan) zijn deze functies, net als bed en brochje, onder voorwaarden wel toegestaan. Maatgevend voor het verlenen van een omgevingsvergunning is de ruimtelijke uitwerking die dit gebruik heeft gezien zijn aard, omvang en uitstraling. Bij aan huis verbonden beroepen en bedrijven dient wonen de hoofdfunctie te blijven.

Bij bed en brochje gaat het om het tegen betaling aanbieden van logies en ontbijt bij de exploitant in haar/zijn woning. In tegenstelling tot een regulier horecabedrijf gaat het niet om een in het algemeen voor het publiek toegankelijke besloten ruimte. De voorziening wordt aangeboden bij particulieren thuis in de beslotenheid van de woning. Het gaat maximaal om twee slaapkamers voor in totaal vier slaapplaatsen (bedden). Het ontbijt wordt genuttigd in de betreffende slaapkamer(s) of een gemeenschappelijke ruimte.

In de woning aan de Oostergoostraat 42-44 is tot 8 februari 2016 een apotheek toegestaan. Dit valt onder het overgangsrecht.

Wonen - Woongebouw

Voor gestapelde woningen/appartementsgebouwen is een aparte bestemming opgenomen. Een regeling voor bijbehorende bouwwerken is niet aan de orde.

Dubbelbestemmingen:

Waarde - Archeologie, Waarde-Archeologische verwachtingswaarde 1 en 2

Ter bescherming en het behoud van de archeologische (verwachtings)waarden is een dubbelbestemming opgenomen. Er is een afwijkingsmogelijkheid middels een omgevingsvergunning opgenomen om de bouw ten behoeve van de basisbestemmingen mogelijk te maken. Om sturing te geven aan werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen.

Waarde - Cultuurhistorie

Aan de gronden, waar het gaat om behoud, de bescherming en/of het herstel van het beschermde dorpsgezicht, is deze dubbelbestemming gegeven. Ter bescherming van de gronden is aan specifiek genoemde werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden een omgevingsvergunningenstelsel gekoppeld.

Waterstaat - Waterstaatkundige functie

Deze dubbelbestemming is gegeven aan de aan de oostzijde van Grou gelegen strekdam. De strekdam ligt parallel aan het Prinses Margrietkanaal.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Anti-dubbeltelregel

Deze regel is opgenomen om een ongewenste verdichting van de bebouwing te voorkomen. Deze zou zich kunnen voordoen indien een deel van een bouwperceel dat al bij de berekening van een maximaal bebouwingspercentage was betrokken wederom bij een dergelijke berekening, doch nu ten behoeve van een ander bouwperceel wordt betrokken.

Algemene gebruiksregels

Voor de redactie van dit artikel is de algemene formulering aangehouden. Deze gaat uit van de gedachte dat het gebruik uitsluitend mag plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. In beginsel is de doeleindenomschrijving van de betreffende bestemming bepalend.

In verband met het schrappen van het bordeelverbod is expliciet opgenomen wat onder strijdig gebruik met het bestemmingsplan in ieder geval wordt verstaan het (laten) gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting. Voor veel bestemmingen is dit evident, maar omdat dat in casu voor alle bestemmingen geldt is het om discussie te voorkomen expliciet opgenomen.

Algemene afwijkingsregels

Aan burgemeester en wethouders wordt hier de bevoegdheid gegeven om af te wijken van het plan door het verlenen van een omgevingsvergunning. Evident is dat niet alle afwijkingsregels op alle bestemmingen van toepassing zijn. Voorts is van belang dat het bestaan van de bevoegdheid niet mag leiden tot een automatisme in het verlenen van een omgevingsvergunning: conform de Algemene wet bestuursrecht moeten burgemeester en wethouders de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen afwegen. Overigens is de bevoegdheid beperkt in die zin dat geen omgevingsvergunning mag worden verleend indien onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een aantal met name genoemde belangen.

Algemene wijzigingsregels

Er zijn algemene wijzigingsmogelijkheden opgenomen ten behoeve van het verwijderen of aangeven van nadere aanduidingen en grenzen van bestemmings- en bouwvlakken. En meer specifiek is ten aanzien van enige bestemmingen een wijziging naar andere bestemming(en) opgenomen.

Hoofdstuk IV Overgangs- en slotregels

Overgangsrecht

Bij de overgangsrecht wordt onderscheid gemaakt naar bouwwerken en gebruik.

Bij bouwwerken gaat het er om of ze op de peildatum in enigerlei opzicht afwijken van het plan. Doorgaans betreffen die afwijkingen de bouwregels. Ze mogen gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd of na een calamiteit worden herbouwd, mits de bestaande afwijkingen naar hun aard niet worden vergroot. Bij de vraag of de afwijking wordt vergroot kan ook het gebruik relevant zijn. Van de mogelijkheid tot gedeeltelijke vernieuwing of verandering zijn uitgesloten de illegale bouwwerken. Daaronder worden verstaan de bouwwerken die zonder of in afwijking van een (omgevings-)vergunning - voor zover vereist - zijn gebouwd in strijd met het toen geldende bestemmingsplan.

Voor een vergroting van de oppervlakte met niet meer dan 10% kan een omgevingsvergunning worden verleend. Uiteraard kan van deze bevoegdheid slechts éénmaal gebruik worden gemaakt. Peildatum voor bouwwerken is, conform artikel 3.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

Ten aanzien van het gebruik is bepaald dat bestaand, met het plan strijdig gebruik mag worden voortgezet. Een uitsluitingsclausule is opgenomen voor gebruik dat al in strijd was met het voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. Deze regel laat de wrakingsjurisprudentie onverlet.