direct naar inhoud van 4.9 Externe veiligheid
Plan: Grou
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01

4.9 Externe veiligheid

Algemeen toetsingskader

Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door:

  • het gebruik, de opslag en productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen);
  • het transport van gevaarlijke stoffen (buisleidingen, wegen, waterwegen en spoorwegen);
  • het gebruik van luchthavens.

Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het beperken van de risico's voor de burger door bovengenoemde activiteiten. Hiertoe zijn risico's gekwantificeerd, namelijk door middel van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Plaatsgebonden risico (PR)

Het PR is de berekende kans per jaar, dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval bij een risicobron, aangenomen dat hij op die plaats permanent en onbeschermd verblijft.

Groepsrisico (GR)

Dit is de kans dat een groep mensen overlijdt door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het GR moet worden gezien als een maat voor maatschappelijke ontwrichting.

Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse wet- en regelgeving. De volgende besluiten zijn relevant:

1. Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)

Met het Bevi zijn risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd.

2. Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRNVGS)

De circulaire is van toepassing op bestemmingsplannen die liggen binnen de invloedsgebieden van transportroutes met vervoer van gevaarlijke stoffen.

3. Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb)

Op basis van het Bevb dienen plannen, vergelijkbaar met het Bevi, te worden getoetst aan de grens- en richtwaarde voor het PR en de oriëntatiewaarde voor het GR.

4. Activiteitenbesluit milieubeheer (Activiteitenbesluit)

Het Activiteitenbesluit en de daarbij behorende regeling is de opvolger van een groot aantal AMvB's. In het Activiteitenbesluit staan algemene regels voor verschillende milieuaspecten, zoals veiligheidsafstanden waaraan voldaan moet worden.

Verantwoordingsplicht

In het Bevi, Bevb en de circulaire is onder andere een verantwoordingsplicht GR opgenomen. Deze verantwoording houdt in dat in bepaalde gevallen een wijziging met betrekking tot planologische keuzes moet worden onderbouwd en verantwoord voor het externe veiligheidsaspect door het bevoegd gezag.

Risicobronnen ten aanzien van het bestemmingsplan "Grou"

De ligging van het plangebied "Grou" is in figuur 1 weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01_0012.jpg"

Figuur 1: begrenzing bestemmingsplan Grou

Uit de professionele Risicokaart blijkt dat binnen en in de directe nabijheid van het bestemmingsplan risicobronnen zijn gelegen waarvan de risicocontouren of het invloedsgebied zijn gelegen binnen het plangebied (zie figuur 2).

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01_0013.jpg"

Figuur 2: risicobronnen

De relevante risicobronnen voor het plangebied zijn:

  • inrichtingen waar risicovolle activiteiten plaatsvinden;
  • transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen;
  • transport van gevaarlijke stoffen over de weg;
  • transport van gevaarlijke stoffen over water;
  • transport van gevaarlijke stoffen over het spoor.

In onderstaande toelichting zijn betrokken het advies van Brandweer Fryslân van 11 december 2012 en het advies van het Bureau Externe Veiligheid Fryslân van 18 maart 2013. In Bijlage 5 is een begrippenlijst opgenomen.

Inrichtingen waar risicovolle activiteiten plaatsvinden

LPG-tankstation Fennema

Aan de Stationsweg 86 in Grou is tankstation Fennema gevestigd. De LPG doorzet is in de omgevingsvergunning onderdeel milieu vastgelegd op 1000 m³/j.

De PR 10-6 contouren van het afleverpunt, het ondergrondse reservoir en het vulpunt van een tankstation bedragen respectievelijk 15 m, 25 m en 45 m. Het ondergrondse reservoir en het vulpunt liggen direct naast elkaar en de contour van het reservoir valt binnen de contour van het vulpunt.

De PR 10-6 contouren van het LPG-tankstation vallen over het plangebied. De bestemming binnen de contouren is "Bedrijventerrein", "Bedrijf-Garage" en "Verkeer". Binnen deze zone zijn geen kwetsbare objecten gelegen, wel beperkt kwetsbare objecten. Op basis van het Bevi levert dit geen saneringssituatie op. Door middel van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is vastgelegd dat binnen deze zone geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten mogen worden opgericht.

Het invloedsgebied bedraagt 150 meter vanaf het vulpunt en de ondergrondse tank. Het plangebied is binnen het invloedsgebied van het LPG-tankstation gelegen. Hierbinnen vallen een aantal woningen, bedrijven, opslagloodsen, winkels en een brandweerkazerne.

Voor het LPG-tankstation is door AVIV op 14 april 2009, project 081428, een GR-berekening uitgevoerd. De berekening van het GR is uitgevoerd voor de doorzet van maximaal 1000 m³/jr. Deze doorzet is vastgelegd in de vigerende omgevingsvergunning onderdeel milieu. In de GR-berekening is onder andere rekening gehouden met een jeugdsoos. Deze jeugdsoos is echter niet meer aan de Oedsmawei gevestigd. Om deze reden is een aanvullende nieuwe GR-berekening zonder jeugdsoos uitgevoerd.

Uit de berekening kan worden geconcludeerd dat het GR lager is dan de oriëntatiewaarde. In figuur 3 zijn de uitkomsten weergegeven. De groene lijn in de FN-curve is de oriëntatiewaarde. De blauwe lijn geeft de bevoorrading overdag weer en de rode lijn de bevoorrading in de avond.

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01_0014.jpg"

Figuur 3: GR LPG-tankstation bij een doorzet van 1000 m³/j

Eind 2010 zijn de maatregelen die in het convenant "LPG autogas" genoemd zijn, zoals een verbeterde vulslang en het aanbrengen van een hittewerende bekleding op de tankauto's, reeds genomen. Door het treffen van deze maatregelen neemt het GR af tot waarden die ruim onder de oriëntatiewaarde liggen. In figuur 4 zijn de uitkomsten weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01_0015.jpg"

Figuur 4: GR LPG-tankstation bij een doorzet van 1000 m³/j tankauto voorzien van hittewerende coating

Het groepsrisico moet niet alleen worden berekend, maar ook verantwoord. In dat kader is van belang welke mogelijkheden er zijn tot beperking van het groepsrisico, welke mogelijkheden er zijn tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en de mogelijkheden voor personen in het invloedsgebied om zich in veiligheid te bregen.

Door de gedetailleerde wijze van bestemmen zijn er geen relevante ontwikkelingen mogelijk die leiden tot een toename van het groepsrisico.

Het invloedsgebied en het effectengebied zijn bereikbaar voor de brandweer.

De zelfredzaamheid heeft betrekking op de mogelijkheden voor personen in het invloedsgebied om zichzelf in veiligheid te brengen (of in veiligheid gebracht te worden). Niet zelfredzame personen binnen een invloedsgebied van een risicobron zijn vanuit hulpverleningsperspectief onwenselijk. Binnen het invloedsgebied zijn geen objecten aanwezig bedoeld voor niet zelfredzame personen. Het bestemmingsplan maakt binnen het invloedsgebied dat over het plangebied valt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Dit leidt dan ook niet tot knelpunten ten aanzien van de zelfredzaamheid.

Alles afwegende acht het gemeentebestuur de aanwezigheid van het lpg-station en de daarbij behorende risico's aanvaardbaar.

Gascentrum Noord Nederland BV

Aan de Stationsweg 92 bevindt zich het Gascentrum Noord Nederland BV (hierna: gascentrum). Het gascentrum is buiten het plangebied gerealiseerd. De risicocontouren vallen echter deels over het plangebied. Dit gascentrum valt onder het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (BRZO). Daarmee valt het gascentrum tevens onder het Bevi.

Voor het gascentrum is een QRA uitgevoerd. De PR 10-6 contouren van de tankwagenverlading Propaan/LPG, de voorraad Propaan/LPG en de voorraad grote flessen (750 liter) bedragen respectievelijk 27 m, 18 m en 21 m. De PR 10-6 contouren vallen buiten het plangebied.

Voor het gascentrum geldt een invloedsgebied van 300 meter dat deels over een industrieterrein valt. Voor het GR is een berekening uitgevoerd waarbij rekening is gehouden met het industrieterrein dat binnen het invloedsgebied is gelegen. Uit de berekening kan worden geconcludeerd dat het GR lager is dan de oriëntatiewaarde. In figuur 5 zijn de uitkomsten weergegeven. De groene lijn in de FN-curve is de oriëntatiewaarde. De blauwe lijn geeft het risico bij bevoorrading overdag weer en de rode lijn het risico bij bevoorrading in de nacht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01_0016.jpg"

Figuur 5: GR Gascentrum Noord Nederland BV

Het groepsrisico moet niet alleen worden berekend, maar ook verantwoord. In dat kader is van belang welke mogelijkheden er zijn tot beperking van het groepsrisico, welke mogelijkheden er zijn tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en de mogelijkheden voor personen in het invloedsgebied om zich in veiligheid te bregen.

Door de gedetailleerde wijze van bestemmen zijn er geen relevante ontwikkelingen mogelijk die leiden tot een toename van het groepsrisico.

Het invloedsgebied en het effectengebied zijn bereikbaar voor de brandweer.

De zelfredzaamheid heeft betrekking op de mogelijkheden voor personen in het invloedsgebied om zichzelf in veiligheid te brengen (of in veiligheid gebracht te worden). Niet zelfredzame personen binnen een invloedsgebied van een risicobron zijn vanuit hulpverleningsperspectief onwenselijk. Binnen het invloedsgebied zijn geen objecten aanwezig bedoeld voor niet zelfredzame personen. Het bestemmingsplan maakt binnen het invloedsgebied dat over het plangebied valt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Dit leidt dan ook niet tot knelpunten ten aanzien van de zelfredzaamheid.

Geconcludeerd kan worden dat het gascentrum geen belemmering vormt voor onderhavig plan.

Halbertsma pallets

Aan de J.W. de Visserwei 12 bevindt zich het bedrijf Halbertsma pallets. Op het terrein worden pallets gemaakt en opgeslagen. Het bedrijf wordt als een risicovolle inrichting beschouwd, maar valt niet onder het Bevi. Er zijn dan ook geen grens- of richtwaarden van toepassing waarmee rekening gehouden moet worden.

Aan de opslag van pallets zijn echter wel gevaaraspecten verbonden. Volgens de Regeling provinciale risicokaart moet de inrichting, vanwege het feit dat er een opslag van pallets aanwezig is met een grondoppervlakte van meer dan 1000 m², worden opgenomen in het Register risicosituaties gevaarlijke stoffen.

Volgens de Leidraad Risico Inventarisatie Gevaarlijke Stoffen zijn voor opslag van pallets effectafstanden beschikbaar. Deze afstand bedraagt 50 meter vanaf de rand van de opslagvoorziening. Binnen deze zone zijn geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig. Voor deze afstand is gekozen, omdat er sprake kan zijn van een min of meer geleidelijke brandontwikkeling waarmee mensen in de omgeving zich tijdig uit de voeten kunnen maken.

Geconcludeerd kan worden dat de inrichting geen belemmering vormt voor onderhavig plan.

Span groothandel

Op het adres Biensma 39 bevindt zich het bedrijf Span groothandel, welke leverancier is van agrarische producten. Op het terrein worden onder andere diergeneesmiddelen, bestrijdingsmiddelen en reiniging- en desinfecteermiddelen opgeslagen. Het bedrijf wordt als een risicovolle inrichting beschouwd, maar valt niet onder het Bevi. Er zijn geen grens- of richtwaarden van toepassing waarmee rekening gehouden moet worden.

Wel is in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) vastgelegd dat de afstand tussen een opslagvoorziening (in casu voor gewasbeschermingsmiddelen) en een dichtstbijzijnde woning van derden ten minste 20 meter dient te bedragen. Binnen de genoemde veiligheidsafstand zijn geen woningen van derden aanwezig.

Binnen de inrichting mogen bestrijdingsmiddelen worden opgeslagen in een hoeveelheid tot 10.000 kg. Aan de opslag van bestrijdingsmiddelen zijn gevaaraspecten verbonden. Volgens de Regeling provinciale risicokaart moet de inrichting worden opgenomen in het Register risicosituaties gevaarlijke stoffen. Er zijn volgens de Leidraad Risico Inventarisatie Gevaarlijke Stoffen voor opslag van verpakte bestrijdingsmiddelen geen generieke effectafstanden noch risicoafstanden beschikbaar.

Geconcludeerd kan worden dat de inrichting geen belemmering vormt voor onderhavig plan.

Transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen

In de nabijheid van het plangebied lopen een aantal hogedruk aardgastransportleidingen van Gasunie en Vermilion. Omdat sprake is van hogedruk aardgastransportleidingen is het Bevb van toepassing. De leidingen hebben, volgens de gegevens van Gasunie, Vermilion en de professionele Risicokaart, de volgende kenmerken:

Hogedruk aardgastransportleiding  
Eigenaar   Leiding - naam   Diameter (inch)   Druk (bar)   Invloedsgebied (m)  
Gasunie   N-503-70   6   60   80  
Gasunie   N-506-01   12   40   140  
Gasunie   N-503-77   4   40   45  
Vermilion   48-GR1-8-S   8   89   130  
Vermilion   53-RWD2-8-S   8   89   130  

Tabel: Overzicht hogedruk aardgastransportleidingen

Invloedsgebied

De 1% letaliteitzones (de invloedsgebieden) van de transportleidingen vallen niet over het plangebied (zie figuur 6 t/m 10). Het invloedsgebied van de transportleidingen die langs het plangebied lopen worden visueel met een bruine contour weergegeven. De transportleidingen zelf worden met een aqua kleur weergegeven. De donkerblauw gekleurde transportleiding betreft de leiding waar het om gaat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01_0017.jpg"

Figuur 6: invloedsgebied aardgastransportleiding N-503-70

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01_0018.jpg"

Figuur 7: invloedsgebied aardgastransportleiding N-506-01

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01_0019.jpg"

Figuur 8: invloedsgebied aardgastransportleiding N-503-77

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01_0020.jpg"

Figuur 9: invloedsgebied aardgastransportleiding 48-GR1-8-S

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01_0021.jpg"

Figuur 10: invloedsgebied aardgastransportleiding 53-RWD2-8-S

De kortste afstand tussen het plangebied en de aardgastransportleidingen van Gasunie bedraagt circa 180 meter. De 1% letaliteitsgrens bedraagt in het ongunstigste geval 140 meter. De kortste afstand tussen het plangebied en de aardgastransportleidingen van Vermilion bedraagt circa 132 meter. De 1% letaliteitsgrens bedraagt in het ongunstigste geval 130 meter. Uit het overzicht van de hogedruk aardgastransportleidingen en bovenstaande afbeeldingen blijkt dat het plangebied buiten het invloedsgebied van de aardgastransportleidingen van Gasunie en Vermilion vallen.

Belemmeringenstrook

Conform artikel 14, lid 1 van het Bevb dient een bestemmingsplan de ligging weer te geven van de in het plangebied aanwezige buisleidingen alsmede de daarbij behorende belemmeringenstrook ten behoeve van het onderhoud van de buisleiding. De belemmeringenstrook bedraagt tenminste 5 meter aan weerszijden van een buisleiding, gemeten vanuit het hart van de buisleiding.

Geconcludeerd kan worden dat de hogedruk aardgastransportleidingen geen belemmeringen vormen voor het GR van onderhavig plan.

Transport van gevaarlijke stoffen over wegen

Bronnen en afbakening

Aan de westzijde van Grou ligt de Rijksweg A32. Deze autosnelweg is relevant in verband met transport van gevaarlijke stoffen.

Uitgangspunt voor de veiligheidsberekeningen van de A32 is de maximale intensiteit van het vervoer over dit traject conform het concept Basisnet Weg, zoals aangegeven in de cRNVGS.

Rijksweg A32

PR

In de cRNVGS staat beschreven dat bij de vaststelling van een bestemmingsplan welke ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken langs wegen die deel uitmaken van het Basisnet Weg, de berekening van het PR achterwege kan blijven. De A32 maakt deel uit van het Basisnet Weg zodat een PR-berekening niet hoeft te worden gemaakt.

Veiligheidszone

Bij het Basisnet Weg gelden de veiligheidsafstanden die in de cRNVGS zijn opgenomen. In bijlage 5 van de cRNVGS staat dat voor de A32 geen veiligheidszone geldt.

Plasbrandaandachtsgebied (PAG)

Het toekomstige PAG kan uit een zone van maximaal 30 meter bestaan waarbinnen niet zonder meer gebouwd mag worden. Op basis van het concept Basisnet Weg is langs de A32 geen PAG aanwezig.

GR

Het GR wordt bepaald door de combinatie van de maximale transportintensiteit van gevaarlijke stoffen over de weg en het aantal aanwezige personen aan weerszijden van de transportroute. Het GR wordt weergegeven in een grafiek waarin op de verticale as de cumulatieve kans op het aantal doden per jaar en op de horizontale as het aantal doden logaritmisch is weergegeven. De kromme lijnen geven de verschillende "externe veiligheidsscores" weer van de ruimtelijke ontwikkelingen. De rechte lijn geeft de oriëntatiewaarde van het GR weer. Aan de rechterkant van deze lijn is sprake van een overschrijding van deze oriëntatiewaarde. Voor de GR berekening is gebruik gemaakt van het rekenprogramma RBM-II .

Populatie

De bepaling van de aanwezige personen binnen het invloedsgebied van de autosnelweg is enerzijds gebaseerd op het aantal personen per eenheid genoemd in de Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico van november 2007 en anderzijds gebaseerd op het aantal aanwezige personen per hectare genoemd in dezelfde handreiking. Voor bebouwing waarvan precies bekend is hoeveel personen zich in het pand bevinden wordt gerekend met de daadwerkelijke aantallen.

In de Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico van november 2007 staat beschreven dat voor de functie Wonen gerekend kan worden met 2,4 personen per woning. Voor een agrarisch bedrijf geldt hetzelfde. In casu betekent dit dus dat gerekend dient te worden met 2,4 personen per woning/agrarisch bedrijf. Voor een industriegebied met een gemiddelde personeelsdichtheid kan worden uitgegaan van 40 personen per hectare. Voor een rustige woonwijk wordt met een bevolkingsdichtheid van 25 personen per hectare gerekend.

Dit betekent dat voor de GR-berekening van de autosnelweg rekening is gehouden met de volgende populatie:

  • 1 persoon voor de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) aan de Molesingel;
  • 2,4 personen voor een boerderij aan de Reinerswei;
  • 3 personen voor Gascentrum Noord Nederland;
  • 40 personen per hectare voor het bedrijfsterrein Biensma;
  • 25 personen per hectare voor woonwijk 1;
  • 25 personen per hectare voor woonwijk 2;
  • 100 personen voor de sportzaal;
  • 650 personen voor de bredeschool;
  • 300 personen voor OSG Sevenwolden;
  • 100 personen voor de ijsbaan;
  • 100 personen voor het sportveld met atletiekbaan;
  • 100 personen voor de korfbal- en tennisclub;
  • 600 personen voor de voetbalclub.

Daarbij is rekening gehouden met de aanwezige personen in een zone van 300 meter tussen de autosnelweg en bebouwing. Voor de verkeerscijfers is gerekend met de uitgangspunten genoemd in bijlage 5 van de cRNVGS (vervoershoeveelheid in 2020). Dit betekent dat voor de A32 gerekend is met 1500 transportbewegingen (GF3) per jaar. In figuur 11 is de inventarisatie rond de A32 met daarbinnen aanwezige bebouwing weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01_0022.jpg"

Figuur 11: inventarisatie rond de A32 met daarbinnen aanwezige bebouwing

In figuur 11 is te zien dat het GR het hoogst is langs het geel gearceerde deel van de A32. Dit heeft te maken met de hoge concentratie aan populatie in de scholen.

Het bestemmingsplan is conserverend van aard. In figuur 12 wordt het resultaat van de berekening weergegeven die met behulp van het rekenprogramma RBM-II is gegenereerd. Uit de berekening blijkt dat het GR binnen het invloedsgebied van autosnelweg A32 lager is dan de oriëntatiewaarde.

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01_0023.jpg"

Figuur 12 : GR-curve A32

Het transport over de A32 vormt derhalve geen belemmering voor het bestemmingsplan.

Transport van gevaarlijke stoffen over water

Bronnen en afbakening

Aan de zuidoostzijde van het plangebied bevindt zich het Prinses Margrietkanaal. Over dit kanaal vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats.

Volgens de cRNVGS is het Prinses Margrietkanaal een zwarte vaarweg. Op zwarte vaarwegen wordt alleen gebruik gemaakt van binnenvaartschepen en niet van zeeschepen. Voor deze vaarwegen zijn risicolijnen vastgesteld, waarbij het PR vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over die vaarweg niet meer mag bedragen dan 10-6 per jaar. Binnen deze risicolijn is bebouwing in beginsel niet toegestaan.

PR

Voor vaarwegen die door de binnenvaart worden gebruikt voor het vervoer van gevaarlijke stoffen gelden geen afstanden. Op die vaarwegen mag er van uit worden gegaan dat het PR op het water kleiner is dan 10-6 per jaar (de PR 10-6 contour ligt op de rand van het water).

GR

Voor de GR berekening dient te worden gerekend met vervoersintensiteiten zoals vermeld in bijlage 6 van de cRNVGS. Voor externe veiligheid is de stofcategorie GF3 maatgevend. In de cRNVGS is het aantal schepen dat met de gevaarlijke stof GF3 over het Prinses Margrietkanaal vaart op nul gesteld. Dit houdt in dat geen GR berekening hoeft te worden uitgevoerd.

Plasbrandaandachtsgebied (PAG)

Voor zwarte vaarwegen geldt dat het toekomstige PAG uit een zone van maximaal 25 meter bestaat waarbinnen niet zonder meer gebouwd mag worden. Deze 25 meter wordt landinwaarts vanaf de waterlijn gemeten. In casu is sprake van bebouwing binnen de 25 meter-zone. Het betreft met name bestaande woningen. Door de gedetailleerde wijze van bestemmen is het niet mogelijk om in deze zone nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten op te richten.

Geconcludeerd kan worden dat het transport van gevaarlijke stoffen over het water, mits goed geborgd in het bestemmingsplan, geen belemmering vormt voor het bestemmingsplan.

Spoorwegen

Ten westen van het plangebied bevindt zich de spoorlijn Meppel - Leeuwarden. Over deze spoorlijn vindt in principe geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Wel kan er zeer incidenteel transport plaatsvinden ingeval er geen transporten van gevaarlijke stoffen kunnen plaatsvinden over het traject Groningen - Meppel.

Volgens het concept Besluit transportroutes externe veiligheid, het Basisnet Spoor en het rapport Vervoer van gevaarlijke stoffen door Fryslân (van 20 december 2010) zijn voor zowel het PR als het GR geen knelpunten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor. Er dient in het kader van rampenbestrijding wel rekening mee gehouden te worden dat transport van gevaarlijke stoffen over het spoor zou kunnen plaatsvinden. Het invloedsgebied (1% letaal) zou in theorie voor bepaalde stoffen maximaal 5 km kunnen bedragen. De kortste afstand tussen het plangebied en de spoorlijn is circa 75 meter.

Geconcludeerd kan worden dat de spoorweg geen belemmering vormt voor onderhavig plan.

Conclusie

Ondanks maatregelen ter verhoging van de veiligheid kunnen risico's nooit voor 100% worden weggenomen. Ook na het nemen van veiligheidsverhogende maatregelen zal een restrisico blijven bestaan. Alle belangen afwegende, acht het gemeentebestuur de restrisico's aanvaardbaar, gelet op hetgeen hiervoor is vermeld.