direct naar inhoud van Artikel 31 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Grou
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01

Artikel 31 Waarde - Cultuurhistorie

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Waarde - Cultuurhistorie ' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen), tevens bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van het beschermde dorpsgezicht, wat tot uitdrukking komt in de structuur en de ruimtelijke kwaliteit van het beschermde dorpsgezicht, zoals in de toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd dorpsgezicht is beschreven, opgenomen in Beschermd Dorpsgezicht Grouw (1990) en Beschermd Dorpsgezicht Oosterveld (Grou).

31.2 Bouwregels

Op de voor ' Waarde - Cultuurhistorie ' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de hoofdvorm van de gebouwen, bepaald door de oppervlakte van het grondvlak, de gevelbreedte, de goot- en bouwhoogte, de dakhelling en de nokrichting, zoals die bestond op het op het tijdstip van de vaststelling van het bestemmingsplan gehandhaafd dient te worden.

31.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, de nokrichting van de kappen van gebouwen, de gevelindeling en het materiaal- en kleurgebruik ten behoeve van het behoud, de versterking en/of het herstel van het beschermde dorpsgezicht.

31.3.1 Procedure

Voor een besluit tot nadere eis geldt de in 39.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

31.4 Omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de regel in 31.2 en toestaan dat de hoofdvorm van de gebouwen, zoals die bestond op het tijdstip van de vaststelling van het bestemmingsplan niet wordt gehandhaafd.

31.4.1 Afwegingskader

De in 31.4 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend:

  • a. voor zover de bouwwerken voldoen aan de regels van de basisbestemming;
  • b. het beschermde dorpsgezicht niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. nadat een onafhankelijke, deskundige instantie daar omtrent is gehoord.
31.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
31.5.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het kappen en/of rooien van bomen en/of houtgewas;
  • b. het planten van bomen;
  • c. het ontgronden, afgraven, egaliseren of ophogen van gronden;
  • d. het verharden van de openbare ruimte, alsmede de onbebouwde ruimte vóór de voorgevelrooilijnen;
  • e. het wijzigen van de aard van de oppervlakteverhardingen.
31.5.2 Uitzondering op verbod

Het in 31.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de vaststelling van het bestemmingsplan;
  • c. waarin de Monumentenwet 1988 voorziet.
31.5.3 Afwegingskader

De in 31.5.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend:

  • a. indien door de werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden of door de direct of indirect te verwachten gevolgen daarvan geen gevaar of onevenredig nadeel ontstaat voor het beschermde dorpsgezicht;
  • b. nadat de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed daaromtrent is gehoord.