direct naar inhoud van REGELS
Plan: Reparatieplan Buitengebied 2018
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0050.PH1Buitengebied-VA01

REGELS

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 het plan:

het bestemmingsplan Reparatieplan Buitengebied 2018 als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0050.PH1Buitengebied-VA01 van de gemeente Zeewolde;

1.2 glampingtent (nieuw):

een luxe uitgevoerde tent – al dan niet met sanitaire voorzieningen – die gedurende het kampeerseizoen op een vaste plaats wordt gesitueerd, zoals een lodgetent.

1.3 grootschalige scoutingevenementen (vervallen 1.50):

aan scouting en aan de doelstelling van scouting gerelateerde evenementen tot 10.000 bezoekers en een frequentie van ten hoogste 1 evenement per jaar;

1.4 kleinschalige scoutingevenementen (vervallen 1.63):

aan scouting en aan de doelstelling van scouting gerelateerde evenementen tot 1.000 bezoekers met een frequentie van ten hoogste 10 evenementen per jaar;

1.5 scoutingevenementen (nieuw):

aan scouting en de doelstelling van scouting gerelateerde evenementen tot maximaal 20.000 bezoekers per jaar en tot maximaal 10.000 bezoekers per evenement;

1.6 stacaravan (aanpassing 1.91):

een kampeermiddel, voorzien van een as/wielstelsel, dat zonder uitgebreide demontage werkzaamheden op een oplegger vervoerbaar is over de weg en mede gelet op de afmetingen kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen.

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 2 Agrarisch (artikel 3)

Voor zover gronden binnen dit Reparatieplan zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Agrarisch', zijn de regels van artikel 3 van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01, van toepassing.

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01, worden binnen de bestemming 'Agrarisch' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 3 ongewijzigd van toepassing.

2.1 Bestemmingsomschrijving (3.1.)

In 3.1. komen de onderdelen o, q en aa te vervallen en worden vervangen door de volgende onderdelen:

o. bestaande ontsluitingswegen met bijbehorende bermen en agrarische kavelpaden

q. water(gangen) en waterhuishoudkundige voorzieningen

aa. andere bouwwerken waaronder bruggen, dammen en duikers

2.2 Afwijken van de bouwregels (3.3.)
2.2.1 Bouwen buiten het bouwvlak (3.3.2.)

De aanheft van 3.3.2. komt te vervallen en wordt vervangen door de volgende aanhef:

'Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.1 onder b en/of 3.2.4. onder b in die zin dat bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen, overkappingen, silo's en/of bassins buiten de grenzen van het aanduidingsvlak en het bouwvlak worden gebouwd, mits:'

In de overige onderdelen wordt de tekst 'bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen en/of overkappingen' vervangen door 'bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen, overkappingen, silo's en/of bassins '.

2.3 Wijzigingsbevoegdheid (3.7.)
2.3.1 Wijziging ten behoeve van functieverandering (3.7.8.)

In 3.7.8. onderdeel a wordt de volgende tekst toegevoegd: 'waarbij op de verbeelding het maximum bebouwd oppervlak wordt vastgelegd'.

2.3.2 Wijziging voorzieningen 1 (3.7.10)

In 3.7.10. onderdeel c wordt de bouwhoogte van 4,00 m verhoogd naar 10,00 m.

2.3.3 Wijziging voorzieningen 2 (3.7.11)

In 3.7.11. onderdeel c wordt de bouwhoogte van 4,00 m verhoogd naar 10,00 m.

Artikel 3 Algemeen

In alle artikelen van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01, waarin regels zijn opgenomen voor bijbehorende bouwwerken, komt de bestaande tekst te vervallen en wordt deze vervangen door:

Bijbehorende bouwwerken

Er mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regel:

  • de regels van de Algemene Maatregel van Bestuur voor absoluut vergunningvrij bouwen zijn van toepassing.

Artikel 4 Bedrijf (artikel 5)

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01, worden binnen de bestemming 'Bedrijf' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 5 ongewijzigd van toepassing.

4.1 Bouwregels (5.2.)
4.1.1 Gebouwen en overkappingen (5.2.1.)

In 5.2.1. onderdeel b wordt na 'bestemmingsvlak' de volgende tekst toegevoegd: 'ten behoeve van de daar aangeduide functie'. Voorts wordt aan het eind van de tekst de volgende tekst toegevoegd: 'dan wel de in bijlage 2 van toepassing zijnde maximum oppervlakte'.

 

Artikel 5 Bedrijf - 1 (nieuw)

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 1 (nieuw)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsgebouwen en overkappingen, ten behoeve van bedrijven, welke zijn genoemd in bijlage 2 van het bestemmingsplan Buitengebied 2016, van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01, alsmede voor:
    • 1. recreatieve voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'recreatie', in de vorm van:
      • een educatief centrum, kinderboerderij en kleinschalige recreatie;
      • plattelandscamping met maximaal 20 mobiele kampeerplaatsen;
      • zorgactiviteit voor dagbesteding, met bijbehorende lichte ondersteunende horeca;
      • hotelaccommodatie met maximaal 20 kamers met inbegrip van een restaurant, trainingsfaciliteit, kantoorruimte en theetuin;
      • maximaal 4 zorgeenheden.

met daaraan ondergeschikt:

  • b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van het beeld van bebouwing binnen de randbeplanting;
  • c. kleinschalige duurzame energieopwekking;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. wegen en paden;
  • f. water;

met de daarbij behorende:

  • g. bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen , al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep dan wel een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, welke zijn genoemd in bijlage 3 van het bestemmingsplan Buitengebied 2016, van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01, en/of mantelzorg;
  • h. tuinen, erven en terreinen;
  • i. andere bouwwerken.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van de in 5.1 onder a en g bedoelde bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van het ter plaatse gevestigde bedrijf worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen en overkappingen zal per bestemmingsvlak niet meer bedragen dan de ter plaatse aangegeven 'maximum bebouwd oppervlak (m²)';
  • c. het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste één per bestemmingsvlak bedragen;
  • d. de afstand van een bedrijfswoning ten opzichte van de weg zal ten minste de bestaande afstand bedragen, dan wel een afstand waarbij de gevelbelasting van de bedrijfswoning als gevolg van het verkeerslawaai niet meer dan 48 dB bedraagt;
  • e. de gebouwen en overkappingen zullen binnen het bouwvlak worden gebouwd
  • f. een bedrijfswoning zal worden voorzien van een kap;
  • g. de maatvoering van een gebouw of een overkapping zal voorts voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Functie van een gebouw   Oppervlakte/inhoud   Goothoogte in m.   Bouwhoogte in m.  
  max. per gebouw   max. gezamenlijk     max.  
Bedrijfsgebouw of overkapping   -   (zie 5.2.1 onder b)   9,00   13,00  
Bedrijfswoning   1.000 m³   -   4,00   9,00  
5.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van de in 5.1 onder g genoemde bijbehorende bouwwerken geldt de volgende regel:

  • bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen anders dan vergunningvrije bijbehorende bouwwerken zullen niet worden gebouwd, tenzij hiervan afwijkende bestaande bijbehorende bouwwerken, in welk geval die bestaande bijbehorende bouwwerken zijn toegelaten.
5.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van de bedrijfswoning(en) of de bedrijfsgebouw(en) ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. er zullen geen bouwwerken ten behoeve van de opwekking van windenergie, reclamemasten en paardrijbakken worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Vergroten oppervlakte bedrijfsgebouwen en overkappingen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2.1 sub b in die zin dat het maximum bebouwd oppervlak van de bedrijfsgebouwen en overkappingen met 15% wordt vergroot, mits:

  • a. met een erfinrichtingsplan wordt aangetoond dat de ontwikkeling op een zorgvuldige wijze landschappelijk wordt ingepast;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden, het bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.3.2 Paardrijbakken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2.3 sub b in die zin dat paardrijbakken worden toegestaan, mits:

  • a. de bouwhoogte van lichtmasten of naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken ten behoeve van de verlichting van paardrijbakken ten hoogste 5,00 m zal bedragen;
  • b. de lichtmasten uitsluitend gericht zijn op de paardrijbak;
  • c. de bouwhoogte van een omheining van de paardenbak zal ten hoogste 1,50 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken ten hoogste 3,00 m zal bedragen;
  • e. tevens de in lid 5.5 bedoelde vergunning is verleend.
5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor andere bedrijvigheid dan bedoeld in lid 5.1;
  • c. het gebruik van de gronden en gebouwen als standplaats voor meer dan 20 mobiele kampeermiddelen, met dien verstande dat de gronden uitsluitend binnen de periode van 15 maart tot 1 november van ieder kalenderjaar voor het kamperen gebruikt mogen worden;
  • d. het gebruik van een bedrijfswoning voor de huisvesting van meer dan één huishouden;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor meer dan 4 zorgeenheden; 
  • f. het verblijven in een zorgeenheid ten behoeve van (on)zelfstandige bewoning voor een periode van meer dan 4 maanden;
  • g. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor meer dan 20 hotelkamers;
  • h. het gebruik van de gronden voor een theetuin met meer dan 70 zitplaatsen;
  • i. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning, inclusief bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    • 1. het beroep of bedrijf niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van de bedrijfswoning, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 2. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte in de bedrijfswoning meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning;
    • 3. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 50 m² bedraagt;
    • 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
    • 5. detailhandel plaatsvindt anders dan productiegebonden detailhandel;
  • j. het gebruik van vrijstaande bijbehorend bouwwerken voor bewoning anders dan ten behoeve van mantelzorg overeenkomstig de regels voor mantelzorg zoals opgenomen in het Besluit omgevingsrecht;
  • k. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak met de daarbij behorende bouwwerken.
  • l. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel;
  • m. opslag binnen het bestemmingsvlak voor zover het gronden betreft die gelegen zijn voor (het verlengde van) de voorgevel van een bedrijfswoning.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.4 onder k in die zin dat gronden, voorzover gelegen binnen het bestemmingsvlak, worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijbak ten behoeve van het eigen hobbymatige gebruik met de daarbij behorende bouwwerken, mits:

  • a. er vanwege de paardrijbak geen onevenredige hinder (geur, geluid, licht en stof) wordt veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden. De afstand tot de woonbestemmingsgrens zal minimaal 50 m bedragen;
  • b. de oppervlakte van een paardrijbak ten hoogste 1.200 m² bedraagt;
  • c. tevens de in lid 5.3.2 bedoelde vergunning is verleend dan wel de daar genoemde criteria van overeenkomstige toepassing zijn toegepast.
5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.6.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • het vellen en rooien van houtgewas deel uitmakend van de randbeplanting van bedrijfspercelen.
5.6.2 Uitzondering

Het bepaalde in 5.6.1. is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan met een daarvoor benodigde vergunning.
5.6.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden van de randbeplanting.

Artikel 6 Bos - Natuur (artikel 8)

Voor zover gronden binnen dit Reparatieplan zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Bos - Natuur', zijn de regels van artikel 8 van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 van toepassing.

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 worden binnen de bestemming 'Bos - Natuur' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 8 ongewijzigd van toepassing.

6.1 Bestemmingsomschrijving (8.1.)

In 8.1. komen de leden f en g te vervallen en worden vervangen door de volgende onderdelen f en g:

f. scoutingevenementen, zoals omschreven in 1.5, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - evenementen';

g. vlotkamperen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - vlotkamperen';

In 8.1. komen de bestaande onderdelen n en p te vervallen en worden vervangen door de volgende onderdelen:

n. water(gangen) en waterhuishoudkundige voorzieningen

p. andere bouwwerken waaronder bruggen, dammen en duikers

6.2 Bouwregels (8.2.)
6.2.1 Gebouwen en overkappingen (8.2.1.)

In 8.2.1. komt de volgende tekst te vervallen: 'en de bestaande gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zadenbewerking'.

6.3 Specifieke gebruiksregels (8.4.)

In 8.4. wordt aan onderdeel b de volgende tekst toegevoegd: 'en i'.

In 8.4. komt onderdeel f te vervallen en wordt vervangen door het volgende onderdeel f:

'f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van evenementen anders dan scoutingevenementen;'

6.4 Wijzigingsbevoegdheid (8.7.)
6.4.1 Wijziging voorzieningen (8.7.1)

In 8.7.1. onderdeel c wordt de bouwhoogte van 4,00 m verhoogd naar 10,00 m.

6.4.2 Wijziging naar dagrecreatie en horeca (8.7.2)

In 8.7.2. onderdeel c wordt de bouwhoogte van 4,00 m verhoogd naar 10,00 m.

Artikel 7 Groen (nieuw)

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen (nieuw)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. speelvoorzieningen;
  • c. sloten, bermen en beplanting;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. voet- en rijwielpaden;
  • e. perceelsontsluitingen en in- en uitritten;
  • f. openbare nutsvoorzieningen;
  • g. waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • h. andere bouwwerken, waaronder kunstobjecten.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

7.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,50 m;
  • b. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00 m.

Artikel 8 Maatschappelijk (artikel 11)

Voor zover gronden binnen dit Reparatieplan zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Maatschappelijk', zijn de regels van artikel 11 van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 van toepassing.

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 worden binnen de bestemming 'Maatschappelijk' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 11 ongewijzigd van toepassing.

8.1 Bestemmingsomschrijving (11.1.)

In 11.1. komt onderdeel a onder 4 te vervallen en wordt vervangen door de volgende tekst:

4. een kantoor, opslag, met daarbij behorende activiteiten ten behoeve van bos- en natuurbeheer, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - kantoor en opslag;

Artikel 9 Recreatie - Dagrecreatie (artikel 13)

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 worden binnen de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 13 ongewijzigd van toepassing.

9.1 Bouwregels (13.2.)
9.1.1 Gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken als bedoeld in 13.1. onder a.3, h en l (13.2.2.)

In 13.2.2. onder b wordt de oppervlakte van 950 m² gewijzigd in 1.100 m².

9.2 Wijzigingsbevoegdheid (13.5. nieuw)

Aan de regels wordt de volgende wijzigingsbevoegdheid toegevoegd:

9.2.1 Wijziging voorzieningen (13.5.1. nieuw)

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' wordt gewijzigd ten behoeve van de vestiging van medische, sociale, culturele, sportieve, verblijfs- en dagrecreatieve of educatieve voorzieningen, extensieve land- en tuinbouw (met daarbijbehorende ondergeschikte detailhandel tot ten hoogste 100 m² verkoopvloeroppervlakte) en horecavoorzieningen, alsmede conferentieoorden, mits:

  • a. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding "wetgevingzone - wijzigingsgebied 1';
  • b. de bouwhoogte van gebouwen ten hoogste 15,00 m bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van andere bouwwerken ten hoogste 10,00 m bedraagt;
  • d. bedrijfswoningen zijn toegestaan;
  • e. de geluidsbelasting van de geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde;
  • f. functies die afbreuk doen aan het stiltegebied (maximale geluidbelasting 35 dB(A) gemiddeld per uur op 50 meter van de geluidsbron gelegen binnen het milieubeschermingsgebied of wanneer de geluidsbron gelegen is buiten het milieubeschermingsgebied een maximale geluidbelasting 35 dB(A) gemiddeld per uur op 50 meter in het milieubeschermingsgebied gerekend vanaf de grens van het milieubeschermingsgebied) niet zijn toegestaan;
  • g. uitsluitend horeca in de categorieën 1 en 2, zoals opgenomen in Bijlage 4 van het bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld 29 september 2016, is toegestaan;
  • h. er voldoende parkeergelegenheid op het eigen terrein aanwezig is;
  • i. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden, de archeologische waarden, de woonsituatie, het bebouwingsbeeld en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 10 Recreatie - Kampeerterrein (artikel 15)

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 worden binnen de bestemming 'Recreatie - Kampeerterrein' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 15 ongewijzigd van toepassing.

10.1 Bouwregels (15.2.)
10.1.1 Stacaracans, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken en overkappingen (15.2.3)

In de aanhef van 15.2.3. wordt achter 'stacaravans' de volgende tekst toegevoegd: '/glampingtenten'.

In 15.2.3. vervalt lid b en voorts worden de leden a, c en d vernummerd tot a t/m c en vervangen door de volgende tekst:

  • a. de oppervlakte van een stacaravan/glampingtent zal inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken en exclusief overkappingen ten hoogste 50 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een stacaravan/glampingtent, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken en/of overkappingen, zal ten hoogste 4.00 meter bedragen;
  • c. vrijstaande bijbehorende bouwwerken zijn niet toegestaan; aangebouwde bijbehorende bouwwerken mogen geen overschrijding van de onder a genoemde oppervlaktemaat teweegbrengen, uitgezonderd een overkapping. Ten behoeve van een overkapping mag de maximaal toegestane oppervlakte per stacaravan met maximaal 15 m² worden overschreden.

10.2 Afwijking van de bouwregels (15.3.)
10.2.1 Trekkershutten (15.3.1.)

In de aanhef wordt achter 'trekkershutten' de volgende tekst toegevoegd: 'en/of glampingtenten'.

De onderdelen a t/m g komen te vervallen en worden vervangen door de volgende onderdelen:

  • a. per bestemmingsvlak ten hoogste 20 trekkershutten en/of glampingtenten worden gebouwd;
  • b. de afstand van een trekkershut of een glampingtent tot de bestemmingsgrens ten minste 15 m bedraagt;
  • c. de oppervlakte van een trekkershut ten hoogste 30 m² bedraagt;
  • d. de goothoogte van een trekkershut ten hoogste 3,00 m bedraagt;
  • e. de bouwhoogte van een trekkershut ten hoogste 5,00 m bedraagt;
  • f. de oppervlakte van een glampingtent ten hoogste 50 m ² bedraagt;
  • g. de bouwhoogte van een glampingtent ten hoogste 4,00 m bedraagt;
  • h. de onderlinge afstand tussen de trekkershutten en/of glampingtenten ten minste 5,00 m bedraagt;
  • i. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het bebouwingsbeeld en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 11 Recreatie - Natuurkampeerterrein (artikel 16)

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 worden binnen de bestemming 'Recreatie - Natuurkampeerterrein' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 16 ongewijzigd van toepassing.

11.1 Bouwregels (16.2.)
11.1.1 Gebouwen en overkappingen (16.2.1.)

In 16.2.1. onder b wordt de verwijzing ' 16.1. onder i' geschrapt en vervangen door ' 16.1. onder k en l'.

In 16.2.1. wordt het volgende nieuwe onderdeel f toegevoegd:

f. er zullen geen gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bebouwing'.

11.2 Afwijking van de bouwregels (16.3.)
11.2.1 Trekkershutten (16.3.1.)

In de aanhef van 16.3.1. wordt achter 'trekkershutten' de volgende tekst toegevoegd: 'en/of glampingtenten'.

De onderdelen a tot en met g komen te vervallen en worden vervangen door de volgende onderdelen:

  • a. per bestemmingsvlak (gezamenlijk) ten hoogste 20 trekkershutten en/of glampingtenten worden gebouwd;
  • b. de afstand van een trekkershut of een glampingtent tot de bestemmingsgrens ten minste 15 meter bedraagt;
  • c. de oppervlakte van een trekkershut ten hoogste 30 m² bedraagt;
  • d. de goothoogte van een trekkershut ten hoogste 3.00 meter bedraagt;
  • e. de bouwhoogte van een trekkershut ten hoogste 5.00 meter bedraagt;
  • f. de oppervlakte van een glampingtent ten hoogste 50 m² bedraagt;
  • g. de bouwhoogte van een glampingtent ten hoogste 4.00 meter bedraagt;
  • h. de onderlinge afstand tussen de trekkershutten en/of glampingtenten ten minste 5.00 meter bedraagt;
  • i. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het bebouwingsbeeld, en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

11.2.2 Gebouwen en overkappingen ten behoeve van opslag van materiaal, beheer en onderhoud en toiletvoorzieningen (16..3.2)

In 16.3.2. wordt in de aanhef 16.2.1. onder a vervangen door 16.2.1. onder f.

Artikel 12 Recreatie - Recreatieterrein (artikel 17)

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 worden binnen de bestemming 'Recreatie - Recreatieterrein' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 17 ongewijzigd van toepassing.

12.1 Bouwregels (17.2.)
12.1.1 Recreatiewoningen en bijbehorende bouwwerken (17.2.1.)

In 17.2.1. onder b wordt de oppervlakte van 80 m² vervangen door 90 m².

In 17.2.1. onder d wordt tweemaal het woord 'veranda' vervangen door het woord 'overkapping'.

12.1.2 Stacaracans, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken en overkappingen (17.2.5)

In de aanhef van 17.2.5. wordt achter 'stacaravans' de volgende tekst toegevoegd: '/glampingtenten'.

In 17.2.5. vervalt lid b en voorts worden de leden a, c en d vernummerd tot a t/m c en vervangen door de volgende tekst:

  • a. de oppervlakte van een stacaravan/glampingtent zal, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken en exclusief overkappingen, ten hoogste 50 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een stacaravan/glampingtent, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken en/of overkappingen, zal ten hoogste 4.00 meter bedragen;
  • c. vrijstaande bijbehorende bouwwerken zijn niet toegestaan; aangebouwde bijbehorende bouwwerken mogen geen overschrijding van de onder a genoemde oppervlaktemaat teweegbrengen, uitgezonderd een overkapping. Ten behoeve van een overkapping mag de maximaal toegestane oppervlakte per stacaravan met maximaal 15 m² worden overschreden.

Artikel 13 Leiding - Gas (artikel 26)

Voor zover gronden binnen dit Reparatieplan zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Leiding - Gas', zijn de regels van artikel 26 van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 van toepassing.

Artikel 14 Verkeer (artikel 22)

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 worden binnen de bestemming 'Verkeer' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 22 ongewijzigd van toepassing.

14.1 Bestemmingsomschrijving (22.1.)

In 22.1. komt onderdeel g te vervallen en wordt vervangen door het volgende onderdeel:

g. water(gangen)

Artikel 15 Waarde - Archeologie 1 (artikel 29)

Voor zover gronden binnen dit Reparatieplan zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1', zijn de regels van artikel 29 van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 van toepassing.

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 worden binnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 29 ongewijzigd van toepassing.

15.1 Bouwregels (29.2.)
15.1.1 Uitzonderingen (29.2.2.)

Aan 29.2.2. wordt het volgende onderdeel d toegevoegd:

d. als een vergunning vereist is op grond van de Ontgrondingenwet.

 

Artikel 16 Waarde - Archeologie 2 (artikel 30)

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 worden binnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 30 ongewijzigd van toepassing.

16.1 Bouwregels (30.2.)
16.1.1 Uitzonderingen (30.2.2.)

Aan 30.2.2. wordt het volgende onderdeel e toegevoegd:

e. als een vergunning vereist is op grond van de Ontgrondingenwet.

 

Artikel 17 Waarde - Archeologie 3 (artikel 31)

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 worden binnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 31 ongewijzigd van toepassing.

17.1 Bouwregels (31.2.)
17.1.1 Uitzonderingen (31.2.2.)

Aan 31.2.2. wordt het volgende onderdeel e toegevoegd:

e. als een vergunning vereist is op grond van de Ontgrondingenwet.

 

Artikel 18 Waarde - Archeologie 4 (artikel 32)

Voor zover gronden binnen dit Reparatieplan zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4', zijn de regels van artikel 32 van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 van toepassing.

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 worden binnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 32 ongewijzigd van toepassing.

18.1 Bouwregels (32.2.)
18.1.1 Uitzonderingen (32.2.2.)

Aan 32.2.2. wordt het volgende onderdeel e toegevoegd:

e. als een vergunning vereist is op grond van de Ontgrondingenwet.

 

Artikel 19 Waarde - Archeologie 5 (artikel 33)

Voor zover gronden binnen dit Reparatieplan zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5', zijn de regels van artikel 33 van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 van toepassing.

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 worden binnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 33 ongewijzigd van toepassing.

19.1 Bouwregels (33.2.)
19.1.1 Uitzonderingen (33.2.2.)

Aan 33.2.2. wordt het volgende onderdeel e toegevoegd:

e. als een vergunning vereist is op grond van de Ontgrondingenwet.

 

Artikel 20 Waarde - Archeologie 6 (artikel 34)

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 worden binnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 34 ongewijzigd van toepassing.

20.1 Bouwregels (34.2.)
20.1.1 Uitzonderingen (34.2.2.)

Aan 34.2.2. wordt het volgende onderdeel e toegevoegd:

e. als een vergunning vereist is op grond van de Ontgrondingenwet.

 

Artikel 21 Wonen (artikel 25)

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2016 van 29 september 2016, NL.IMRO.0050.BPBuitengebied2016-va01 worden binnen de bestemming 'Wonen' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 25 ongewijzigd van toepassing.

21.1 Bouwregels (25.2.)
21.1.1 Bijbehorende bouwwerken (25.2.2.)

In 25.2.2. wordt het woord 'bedrijfswoningen' vervangen door 'woonhuizen'.

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

Artikel 22 Algemene bouwregels (artikel 37)

22.1 Bestaande afwijkingen (37.2.)

De bestaande tekst wordt opgenomen in lid 1. Aan 37.2. wordt vervolgens het volgende lid 2 toegevoegd:

2. Het eerste lid is niet van toepassing op bestaande bouwwerken die teniet zijn gegaan, anders dan door een calamiteit als bedoeld in artikel 19.1 onder a2 .

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 23 Overgangsrecht

23.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
23.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijn 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 24 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het Reparatieplan Buitengebied 2018

van de gemeente Zeewolde.

Behorend bij het besluit van 28 juni 2018.