direct naar inhoud van Hoofdstuk 5 Juridische aspecten
Plan: Recreatieterrein Horsterwold 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0050.BPrtHorsterwold-VS01

Hoofdstuk 5 Juridische aspecten

In dit hoofdstuk is aangegeven op welke wijze de voorkomende functies in het bestemmingsplan zijn geregeld.

Algemeen

In de planopzet is aansluiting gezocht bij de recente uitgave "Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen", kortweg SVBP. Ook is gebruik gemaakt van de standaardregels van de gemeente Zeewolde.

De planregels geven inhoud aan de op de verbeelding gegeven bestemmingen. Ze geven aan waarvoor de gronden en opstallen al dan niet mogen worden gebruikt en wat en hoe mag worden gebouwd. Bij de opzet van de planregels is alleen datgene geregeld, wat werkelijk noodzakelijk is. Toch kan het in een concrete situatie voorkomen dat een afwijking van de planregels gewenst is. Daarom zijn er in het bestemmingsplan afwijkingen opgenomen. Deze afwijkingsregels maken kleine afwijkingen mogelijk binnen de aan de grond toegekende bestemming.

De bij dit plan behorende planregels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken, te weten:

  • 1. Inleidende regels.
  • 2. Bestemmingsregels.
  • 3. Algemene regels.
  • 4. Overgangs- en slotregels.

Het voorliggend bestemmingsplan "Recreatieterrein Horsterwold 2012" is conform de landelijke RO-standaarden (2008) opgesteld. Het plan voldoet daarmee aan de digitale verplichting.

Bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie"

Voor het plangebied geldt de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie". De gronden zijn bestemd voor recreatieverblijf in recreatiewoningen met daarbij behorende bebouwing en beheersvoorzieningen, overige recreatieve voorzieningen, water en groenvoorzieningen ten behoeve van landschappelijke inpassing.

De regels hebben betrekking op bebouwing voor beheer en algemene voorzieningen en bebouwing voor recreatiewoningen. Daarin zijn onder andere de gemaakte afspraken vastgelegd over de toegelaten oppervlakte, omvang en inhoud.

Voorzieningen

Voor de bebouwing voor beheer en de algemene voorzieningen zijn regels opgenomen. Hierbij is ruimte voor bebouwing voor centrale voorzieningen, zoals een receptie. De totale bebouwde oppervlakte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan 600 m2.

Ook is één bedrijfswoning toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning". Via een wijzigingsbevoegdheid is het mogelijk om één recreatiewoning om te zetten naar een bedrijfswoning. Hierbij gelden de voorwaarden dat de bedrijfswoning noodzakelijk is voor de toezichthouding op het terrein en dat de woning milieutechnisch uitvoerbaar is. De totale inhoud van een bedrijfswoning is maximaal 750 m3, terwijl bijgebouwen zijn toegelaten tot een maximale totale omvang van 40 m2. Voorts zijn tennisbanen en een openluchtzwembad toegelaten.

Recreatiewoningen

In de regels is bepaald dat de inhoud van de recreatiewoningen, inclusief eventuele overkappingen, niet meer mag bedragen dan 749 m3.

Kelders zijn toegelaten, met als voorwaarde dat de inhoud ervan meetelt bij de toegelaten maatvoering. Bovendien mogen de kelders uitsluitend onder de bouwmassa van de (recreatie-)woningen worden geplaatst.

De maximaal te bouwen oppervlakte per recreatiewoning is maximaal dan 134 m2, inclusief maximaal één bijgebouw van maximaal 6 m2 en inclusief eventuele overkappingen. Daarbij is bepaald dat overkappingen niet vrijstaand, of aangebouwd aan het bijgebouw worden gebouwd.

Op een aantal plaatsen is een bestaande en afwijkende oppervlaktemaat vastgelegd door middel van de aanduiding "maximum bebouwd oppervlak (m2)".
In aanvulling op de genoemde oppervlaktemaat is per kavel een particulier niet-overdekt zwembassin toegestaan tot een maximum oppervlakte van 40 m2.

Permanente bewoning

Om permanente bewoning adequaat aan te kunnen pakken bevat het bestemmingsplan een heldere en handhaafbare regeling voor verblijfsrecreatie.

In de begripsbepaling van "recreatiewoning" is bepaald dat de gebruikers hun vaste woon- of verblijfplaats elders moeten hebben.

Het gebruik ten behoeve van permanente bewoning is in de gebruiksregels tevens expliciet als een verboden gebruik aangemerkt. In de planregels is het verbod op onrechtmatige bewoning gekoppeld aan het hebben van een hoofdverblijf en bijvoorbeeld niet aan de duur van de bewoning. Voor het vaststellen van iemands hoofdverblijf wordt onder andere gekeken naar de feiten en omstandigheden die de conclusie rechtvaardigen dat het betreffende verblijf fungeert als centrum van zijn of haar sociale of maatschappelijke activiteiten (nachtrust, maaltijden, ontvangen van post en bezoek et cetera). Degenen die in een recreatiewoning verblijven dienen elders (buiten de recreatiewoning) over een hoofdverblijf te beschikken, dus geen postadres of "papieren" adres. Het behoeft dan ook geen nadere toelichting dat onder andere bewoning ter overbrugging van een hoofdverblijf naar een ander hoofdverblijf, of bewoning gedurende seizoensarbeid beschouwd worden als permanente bewoning.

Voor permanente bewoning geldt ook geen overgangsrecht, aangezien permanente bewoning in het vigerende bestemmingsplan niet was toegestaan.

Dubbelbestemming "Waarde - Archeologie"

De dubbelbestemming "Waarde - Archeologie" geldt voor het gebied met een gematigde archeologische verwachtingswaarde. Voor de regeling is aangesloten bij de modelregels van de gemeente Zeewolde.

In verband met de dubbelbestemming geldt dat ten behoeve van andere bestemmingen enkel mag worden gebouwd, indien een rapport is overlegd waaruit blijkt dat de waarden niet onevenredig worden geschaad. Voor de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie" worden geen eisen gesteld indien sprake is van een oppervlak van minder dan 1,5 ha of een diepte van minder dan 80 cm.

Overige bepalingen

Conform het gemeentelijke beleid zijn seksinrichtingen hier expliciet uitgesloten. De overige bepalingen zijn vooral gebaseerd op het bestemmingsplan "Buitengebied". Dat betreft ook de afwijkingsregels voor de oppervlakte van de centrale voorzieningen en voor de bouw van een antennemast. Tevens heeft het plan, zoals te doen gebruikelijk, algemene afwijkingsregels. Ten aanzien van de maatvoering is deze aangescherpt, namelijk zodanig dat kan worden afgeweken van de goot- en bouwhoogte, maar niet van de oppervlakte- en inhoudsmaat. Daarmee is sprake van de vereiste flexibiliteit, zonder de ruimtelijke mogelijkheden op te rekken.

Handhaving

De in het plan opgenomen regelingen met betrekking tot gebruik en bebouwing, zullen door de gemeente worden gehandhaafd. In dat kader wordt er met name op toegezien dat geen permanente bewoning plaatsvindt in de recreatiewoningen. Tegen geconstateerde overtredingen wordt opgetreden.