direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijventerrein - 1
Plan: Schepenveld en Planetenveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0050.BPSchepenPlaneten-VS01

Artikel 3 Bedrijventerrein - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten-bedrijventerrein;
  • b. zakelijke dienstverlening met een maximale brutovloeroppervlakte van 800 m2 per bedrijfsvestiging;
  • c. publieksgerichte dienstverlening;
  • d. een atelier, creativiteitscentrum, dansschool, muziekschool, muziektheater, theater en sauna;
  • e. bedrijfswoningen;

alsmede voor:

  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - filmhuis', een filmhuis van maximaal 200 m2 brutovloeroppervlakte;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - vergadercentrum', een vergadercentrum;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein – kinderdisco', een kinderdisco van maximaal 200 m2brutovloeroppervlakte;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', maatschappelijke voorzieningen;
  • j. daarbij behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en water;

met dien verstande dat:

  • k. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • l. continubedrijven niet zijn toegestaan;
  • m. bedrijven die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken niet zijn toegestaan.

3.2 Bouwregels

Op de voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de aanduidingen en de volgende regels:

3.2.1 Algemeen:
  • a. de omvang van een bouwperceel mag niet meer dan 2.500 m2bedragen;
  • b. per bouwperceel is maximaal 1 bedrijfswoning toegestaan;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning moet ten minste 150 m3bedragen en mag niet meer dan 800 m³ bedragen.

3.2.2 Binnen het bouwvlak:
  • a. zijn gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan;
  • b. een bouwperceel mag tot maximaal 75% worden bebouwd met gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, en met inachtneming van de overige bouwregels;
  • c. de afstand van een gebouw tot de zijdelingse bouwperceelsgrenzen dient aan één zijde tenminste 3 meter te bedragen;
  • d. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte” dan wel de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte” is aangegeven;
  • e. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel maximaal 1 meter mag bedragen en achter de voorgevel maximaal 2 meter mag bedragen en dat de bouwhoogte van een vlaggenmast maximaal 8 meter mag bedragen.

3.2.3 Buiten het bouwvlak:
  • a. zijn de bestaande carports en bergingen in de bestaande omvang toegestaan;
  • b. zijn bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 2 meter, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel maximaal 1 meter mag bedragen en dat vlaggenmasten zijn toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 8 meter.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. lid 3.2.1 onder a, en een bouwperceel toestaan met een omvang van maximaal 3000 m2, mits uit een onderzoeksrapport is gebleken dat daartoe een bedrijfslogistieke, bedrijfseconomische en/of een milieu- of bouwtechnische noodzaak bestaat;
  • b. lid 3.2.2 onder c, en gebouwen op een kleinere afstand dan 3 meter van de zijdelingse bouwperceelsgrenzen toestaan, mits dit toelaatbaar is vanuit het oogpunt van bereikbaarheid, parkeergelegenheid en stedenbouw.
  • c. lid 3.2.2 onder e en/of lid 3.2.3 onder b, en voor de voorgevel erfafscheidingen tot een bouwhoogte van maximaal 2 meter toestaan, mits het een open constructie betreft.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor horeca, met dien verstande dat aan de hoofdfunctie ondergeschikte horeca en kantines wel zijn toegestaan;
  • b. De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor detailhandel;
  • c. Internetverkoop is toegestaan;
  • d. Buitenopslag is uitsluitend achter de voorgevel en binnen het bouwvlak toegestaan tot een hoogte van maximaal 3 meter;
  • e. Bedrijfswoningen mogen niet worden gebruikt voor de huisvesting van meer dan één huishouden.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.4 voor:

  • a. productiegebonden detailhandel, mits deze niet meer dan 10% van de bedrijfsvloeroppervlakte beslaat, tot een maximum van 100 m2winkelvloeroppervlak.
  • b. buitenopslag voor de voorgevel en indien van toepassing buiten het bouwvlak, mits de hoogte niet meer dan 3 meter bedraagt, de gebruiksmogelijkheden voor belendende percelen niet onevenredig worden geschaad en dit vanuit het oogpunt van parkeergelegenheid en verkeersveiligheid aanvaardbaar is.