direct naar inhoud van 2.5 Provinciaal beleid
Plan: Stichtse Putten OCMNL te Zeewolde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0050.BPOCMNL-VS01

2.5 Provinciaal beleid

2.5.1 Omgevingsplan Flevoland 2006

Op 2 november 2006 heeft Provinciale Staten van Flevoland het Omgevingsplan vastgesteld. In het plan is het integrale omgevingsbeleid voor de provincie Flevoland aangegeven voor de periode 2006-2015, met een doorkijk naar 2030. In het plan zijn voor het Flevolandse grondgebied vier strategische plannen opgenomen: het streekplan, het milieubeleidsplan, het waterhuishoudingsplan, het verkeer- en vervoerplan. Het Omgevingsplan bevat tevens de hoofdlijnen van het economische, sociale en culturele beleid. Door het samenvoegen in één plan zijn de hoofdlijnen van het beleid van de provincie Flevoland compact en is de samenhang tussen de diverse beleidsterreinen het best gewaarborgd.

Zuidelijk Flevoland, waaronder het plangebied, is onderdeel van het stedelijk netwerk van de Noordvleugel van Randstad Holland. Dit gebied zal ruimte bieden aan functies vanuit de Randstad.

In grote lijnen is het omgevingsbeleid te vatten in vier hoofdthema's, namelijk reizen, leven, werken en landschap. Aan de hand van de thema's wordt per gemeente aangegeven hoe posities kunnen worden verbeterd. Voor de gemeente Zeewolde is onder andere van belang: de verkeersontsluiting, de stimulering van de woningbouw en de creatie van een hoogwaardig woon- en vestigingsmilieu.

Op de afbeelding "Uitsnede Omgevingsplan kaart Ontwikkelingsvisie 2030" is een weergave gegeven van de kaart voor het plangebied en de omgeving voor de periode 2030.

afbeelding "i_NL.IMRO.0050.BPOCMNL-VS01_0003.jpg"

Afbeelding: Uitsnede Omgevingsplan kaart Ontwikkelingsvisie 2030

Het plangebied ligt nabij de EHS. Het gebied is een "Waardevol gebied" met waardevolle natuur dat een belangrijk gebied is binnen de EHS.

Voor de ontwikkelingen tot 2015 is voor de nabijliggende A27 aangegeven "Uitbreiding nationale stroomweg". De geplande uitbreiding van de weg is ten bate van de doorstroming van het doorgaand (auto)verkeer. Tevens zijn de Gooimeerdijk en Eemmeerdijk aangemerkt als "Gebiedsontsluitingsweg II - met landbouwverkeer". De weg is bedoeld ten bate van de bereikbaarheid van een gebied.

Het Omgevingsplan kent een aantal speerpuntgebieden die een bijzondere aandacht hebben. Het plangebied maakt onderdeel uit van het speerpuntgebied “Oostrand van Flevoland”. Dit betreft een zone van oostelijk en zuidelijk Flevoland tot de Stichtse Brug. De provincie wil ruimte bieden aan nieuwe functies in het landelijk gebied ter verbreding van het economisch draagvlak en deze fysiek verweven met de bestaande landbouwfunctie. Door deze verweving kan in het landelijk gebied een lappendeken van functies ontstaan. In de Oostrand van Flevoland wordt dan ook actief gestreefd naar verweving van functies waarin de kwaliteiten van natuur, water en landschap op evenwichtige wijze worden gecombineerd. Het gewenste effect is een nieuwe solide economische en ecologische basis voor de Oostrand van Flevoland. Bij de ontwikkeling van de Oostrand dient een goede bereikbaarheid van het gebied te worden gewaarborgd.

De voorgenomen ontwikkeling betreft de realisatie van een operationeel centrum met interregionale meldkamer en administratieve functies. De provinciale beleidsregel "Kleinschalige ontwikkelingen in het landelijk gebied" is van toepassing. Deze beleidsregel biedt ruimte voor nieuwe (niet-agrarische) functies ten behoeve van de versterking van de vitaliteit van het landelijk gebied. In het Omgevingsplan is aangegeven dat het denkbaar is dat deze beleidsregel te beperkend blijkt te zijn om gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken. De provincie wil dan het beleidskader op experimentele basis verruimen. Voor de voorgenomen ontwikkeling is de beleidsregel te beperkend, daarom wordt het experimentenkader toegepast, zie hiervoor Bijlage 3. Het uitgangspunt voor het experimentenkader in het algemeen is dat het planologisch regime voor dat gebied op experimentele basis kan worden verruimd om gewenste integrale ontwikkelingen met wonen, recreatie en bedrijvigheid als economische dragers in het gebied mogelijk te maken. Als voorwaarde hierbij geldt dat in het ruimtelijk ontwerp de integrale kwaliteitsimpuls voor het gebied wordt aangetoond.

Uit het experimentenkader blijkt dat bij de voorgenomen ontwikkeling sprake is van een integrale kwaliteitsimpuls voor het gebied.

Met de ontwikkeling wordt een landmark gerealiseerd dat de overgang van het "oude" naar het "nieuwe" land (en andersom) markeert. Het gebouw vormt een "poort". Door de toevoeging van deze nieuwe laag wordt het karakter van de provincie versterkt.

De vitaliteit van het gebied wordt versterkt door een toename van de werkgelegenheid. Dit levert een bijdrage aan de economie van de provincie en de gemeente Zeewolde. De bevolkingsgroei van de gemeente dient gepaard te gaan met een kwantitatieve en kwalitatieve groei van de werkgelegenheid. De ontwikkeling levert hier een bijdrage aan. Tevens leidt de ontwikkeling onder meer tot het terugdringen van de uitgaande pendel van de gemeente.

De betreffende locatie is een reeds bestaande en bebouwde werklocatie. Bij het ontwerp is ingespeeld op de bestaande kwaliteiten van de omgeving. De kenmerkende lijnen- en verkavelingsstructuur vormen de uitgangspunten voor het ontwerp van het gebouw. Bij het ontwerp is rekening gehouden met de landschappelijke en ecologische aspecten. De voorgenomen ontwikkeling levert tevens een toegevoegde waarde aan de mogelijkheden voor natuur. Dit is nader uitgewerkt in paragraaf 3.3.1.

Aan de overzijde van de A27 bij Almere wordt ingezet op stedelijke functies. Het bedrijventerrein Stichtsekant is nog in ontwikkeling. Het terrein wordt ingericht als logistiek- en gemengd-/industrieel bedrijventerrein, dit betreft bedrijven met functies voor transport, groothandel, distributie en productie. Gelet op de aard van het bedrijventerrein is een gebouw voor deze specifieke maatschappelijke functie niet passend op het terrein. De bouwmogelijkheden van het terrein blijken te beperkend te zijn voor een gebouw om een "poort" en landmark te vormen. Door het gebouw aan de zijde van Zeewolde te plaatsen worden de uitstraling, de vorm en de unieke elementen van het gebouw benadrukt.

In het Omgevingsplan zijn voor het plangebied de volgende aspecten opgemerkt:

  • Rekening houden met kwetsbaar ondiep grondwater: Hierbij moet aandacht worden besteed aan de kwaliteit van het grondwater.
  • Bijzondere waterkwaliteit: De aan oppervlaktewater gebonden natuur moet worden behouden/ontwikkeld door het verbeteren van de waterkwaliteit en een natuurvriendelijke inrichting/beheer van de oevers.
  • Water voor bos en natuur: Het gebied heeft een natuurfunctie waarop het waterpeil dient te worden afgestemd om deze te beschermen.
  • Archeologisch aandachtsgebied: De archeologische waarden moeten worden opgespoord en beschermd.
  • Boringsvrije zone tevens reservering ten behoeve van openbare drinkwatervoorziening Zuidelijk Flevoland: Een gebied waarbinnen het verboden is zonder vergunning of toestemming te boren of gaten te maken dieper dan 2,5 meter ter bescherming van het grondwater.

In Hoofdstuk 3 is weergegeven hoe rekening wordt gehouden met de bovenstaande aspecten over water, natuur en archeologie.

Voor de betreffende locatie worden vanuit het Omgevingsplan geen specifieke belemmeringen opgelegd. Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland hebben aangegeven dat zij in principe bereid zijn om het huidige steunpunt te verplaatsen en dat zij willen meewerken aan de vestiging van het OCMNL. Gedeputeerde Staten hebben de bereidwilligheid uitgesproken ten aanzien van de toepassing van het experimentenkader, zie Bijlage 4. Hierin is aangegeven dat Gedeputeerde Staten instemmen met de toepassing van het experimentenkader voor het OCMNL.