direct naar inhoud van Regels
Plan: Kop Noordereiland
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0050.BPKopNoordereiland-VS01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het uitwerkingsplan Kop Noordereiland van de gemeente Zeewolde;

1.2 bestemmingsplan
  • (digitaal) de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0050.BPKopNoordereiland-VS01;
  • (analoog) de plankaart (tekeningnummer NL.IMRO.0050.BPKopNoordereiland-VS01) en de planregels voorzien van een toelichting;
1.3 aan- en uitbouw

een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat daarmee direct in verbinding staat en strekt tot een vergroting van het met de bestemming overeenstemmend (woon-) genot van dat hoofdgebouw en architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.7 bedrijfsmatige watersport

de verhuur van goederen ten behoeve van watersport, zoals roeiboten, zeilboten, sloepen, kano's, waterfietsen en/of surfplanken, alsmede educatie omtrent watersport, zoals een zeilschool;

1.8 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.9 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.10 bijgebouw

een vrijstaand, dan wel aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat daarmee niet direct in verbinding staat en dat strekt tot vergroting van het met de bestemming overeenstemmend (woon-)genot van dat hoofdgebouw en dat architectonisch ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw;

1.11 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.12 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.13 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.14 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.15 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.16 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.17 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of (af)leveren van goederen aan diegenen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.18 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.19 horeca

een bedrijf, in hoofdzaak gericht op:

a. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen spijzen en/of dranken;

b. het verstrekken van nachtverblijf;

c. het verhuren en ter plaatse beschikbaar stellen van zaalruimten.

Tot horecabedrijven worden ook afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten gerekend.

1.20 overkapping

een bouwwerk met een dak met maximaal twee wanden, al dan niet tot de constructie zelf behorend;

1.21 peil
  • a. indien op het land wordt gebouwd:
  • voor een bouwwerk op een perceel waarvan de voet van het bouwwerk direct aan de weg grenst: het door of namens burgemeester en wethouders vastgestelde peil;
  • voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de voet van het bouwwerk niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die voet van het bouwwerk bij voltooiing van de bouw;
  • b. indien op of over het water wordt gebouwd: het door of namens burgemeester en wethouders vastgestelde peil;
1.22 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub al dan niet in combinatie met elkaar;

1.23 voorgevel

de naar de openbare ruimte (weg, voet-/fietspad) toegekeerde gevel(s) van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan de openbare ruimte grenst, geldt de als zodanig door het bevoegd gezag aan te wijzen gevel(s), dan wel de op de verbeelding aangeduide gevellijn;

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

  • a. de goothoogte van een bouwwerk
    vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

  • b. de inhoud van een bouwwerk
    tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

  • c. de bouwhoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

  • d. de oppervlakte van een bouwwerk:
    tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Bij onduidelijkheden of interpretatieverschillen betreffende de wijze van meten, is de uitleg van de NEN2580 bepalend.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een havenkantoor;
  • b. sanitaire voorzieningen;
  • c. horeca categorie A, zoals genoemd in Bijlage 1 Staat van horeca-activiteiten;
  • d. bedrijfsmatige watersport;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - oeververbinding' voor een oeververbinding;

met daarbij behorende bouwwerken, verhardingen, wegen en paden, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

3.2 Bouwregels

Op de tot 'Gemengd' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bouwregels:

3.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend in een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 8 m bedragen;
  • c. het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van de oeververbinding ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - oeververbinding' mag niet meer dan 8 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van licht- c.q. vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken mag niet meer dan 3 m bedragen.

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. voet- en rijwielpaden;
  • c. speelvoorzieningen;
  • d. openbare nutsvoorzieningen;
  • e. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. bermen en beplanting;

met de daarbijbehorende:

  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2,5 m;
  • b. de bouwhoogte van palen en masten bedraagt maximaal 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal 5 m.

Artikel 5 Tuin

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Tuin ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen;

met de daarbijbehorende:

  • b. bouwwerken geen gebouwen en overkappingen zijnde;
  • c. paden;
  • d. opritten en verhardingen;
  • e. openbare nutsvoorzieningen;
  • f. vlonders.
5.2 Bouwregels

Op de tot ' Tuin ' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bouwregels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a. bedraagt de bouwhoogte van erfafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1' maximaal 2 m.

Artikel 6 Verkeer - 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Verkeer - 2 ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten, paden, en pleinen met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;
  • b. parkeervoorzieningen;
  • c. voet- en fietspaden;
  • d. bermen, beplanting, straatmeubilair en vlaggenmasten;

met daarbij behorende bouwwerken (zoals bruggen), water en groenvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

Op de tot ' Verkeer - 2 ' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 5 m mag bedragen.

Artikel 7 Wonen - 1

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen, met daarbij behorende:

  • a. hoofdgebouwen;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. erven;
  • e. bijbehorende voorzieningen.
7.2 Bouwregels

Op de tot 'Wonen - 1' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bouwregels:

7.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. van het hoofdgebouw moeten twee gevels deels ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' worden gebouwd;
  • b. per bouwvlak mag niet meer dan 1 woning worden gerealiseerd;
  • c. het minimaal bebouwd oppervlak bedraagt 7 bij 10 m of 10 bij 7 m;
  • d. het aantal bouwlagen bedraagt ten minste 2;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer dan 11 m bedragen;
  • f. de woning moet zijn afgedekt met een plat dak.
7.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • b. het bijgebouw moet zijn afgedekt met een plat dak.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt maximaal 6 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt vóór de voorgevel maximaal 1 m en achter de voorgevel maximaal 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt niet meer dan 3 m.
7.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het medegebruik van een woning en/of de daarbij toegelaten aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van het uitoefenen van een aan huis verbonden beroep gelden de volgende gebruiksbepalingen:

  • a. het gebruik is uitsluitend toegestaan aan de bewoner(-s) van de woning;
  • b. het gebruik dient geen onevenredige parkeerdruk met zich mee te brengen;
  • c. er mag geen afbreuk worden gedaan aan het woon- en leefklimaat van de buurt;
  • d. het ruimtebeslag dient van ondergeschikte betekenis te zijn, met dien verstande dat ten hoogste 30% van de aanwezige vloeroppervlakte van de woning en de daarbij behorende aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen tot een maximum van 50 m² mag worden aangewend ten behoeve van een aan een huis verbonden beroep;
  • e. per bedrijfsuitoefening is één reclame en/of naambord aan de gevel of op het bouwperceel toegestaan van ten hoogste 0,5 m²;
  • f. een kappersbedrijf is niet toegestaan;
  • g. detailhandelsactiviteiten zijn niet toegestaan.
7.4 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 7.1 en het medegebruik van een woning en/of de daarbij toegelaten aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van bedrijfsuitoefening aan huis toestaan, met dien verstande dat:

  • a. de bedrijfsuitoefening aan huis uitsluitend is toegestaan aan de bewoner(-s) van de woning;
  • b. uitsluitend bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan als genoemd in de categorieën 1 en 2 van Bijlage 2 Lijst van bedrijven aan huis dan wel naar aard en omvang en invloed op de omgeving gelijk te stellen met de aangegeven categorieën;
  • c. het ruimtebeslag van ondergeschikte betekenis dient te zijn, met dien verstande dat ten hoogste 30% van de aanwezige vloeroppervlakte van de woning en de daarbij behorende aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen tot een maximum van 50 m² mag worden aangewend ten behoeve van de bedrijfsuitoefening aam huis;
  • d. geen afbreuk mag worden gedaan aan het woon- en leefklimaat van de buurt;
  • e. het gebruik geen onevenredige parkeerdruk met zich mee dient te brengen;
  • f. per bedrijfsuitoefening één reclame en/of naambord aan de gevel of op het bouwperceel is toegestaan van ten hoogste 0,5 m²;
  • g. detailhandelsactiviteiten niet zijn toegestaan, met uitzondering van productiegebonden detailhandel.

Artikel 8 Waterstaat - Waterkering

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Waterstaat - Waterkering ' aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen), mede bestemd voor:

  • a. werken ten behoeve van de waterkering;

met de daarbijbehorende:

  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de waterkerende functie;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
8.4 Afwijken van de bouwregels

Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 8.2 in die zin dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:

  • a. vooraf advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de waterkering;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de waterkering.
8.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.5.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere daar voorkomende bestemming(en), een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het planten van bomen en struiken;
  • b. het aanbrengen en verwijderen van verhardingen, waaronder wegen en paden.
8.5.2 Uitzondering

Het bepaalde in 8.5.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
8.5.3 Toetsingscriteria

De in 8.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterkerende functie van de gronden.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 9 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 10 Algemene bouwregels

10.1 Ondergeschikte bouwonderdelen

De maximale oppervlakte- en inhoudsmaat mogen tot 0,5 m worden overschreden door ondergeschikte bouwonderdelen zoals(hoek-)erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken.

Artikel 11 Algemene gebruiksregels

11.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruiken in strijd met het uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wabo wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruiken of laten gebruiken van gebouwen voor een seksinrichting;
  • b. prostitutie;
  • c. andere doeleinden dan waarvoor burgemeester en wethouders vergunning hebben verleend;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken strijdig met de parkeernormen, overeenkomstig de bijlage 'Notitie toepassing parkeernormen'.
11.2 Afwijking parkeernormen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.1 onder d, indien in de nabije omgeving voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn of kunnen worden gerealiseerd, overeenkomstig de regels ten aanzien van parkeren zoals opgenomen in de bijlage 'Notitie toepassing parkeernormen'.

11.3 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening voor parkeren

De voorschriften van de Bouwverordening (onderwerpen van stedenbouwkundige aard) met betrekking tot parkeren, artikel 2.5.30, blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing.

Artikel 12 Algemene aanduidingsregels

12.1 vrijwaringszone - dijk 1
12.1.1 Doeleindenomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding ' vrijwaringszone - dijk 1 ' zijn de gronden mede bestemd voor de binnenbeschermingszone rondom een waterkering.

12.1.2 Bouwregels
  • a. Op of in deze gronden mogen, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere daar voorkomende bestemmingen, geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd. Deze regel is niet van toepassing op bestaande gebouwen en overkappingen.
  • b. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen de aanduidingsgrenzen geldt dat op of in deze gronden ongeacht het bepaalde in de regels bij de bestemmingen, geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd. Deze regel is niet van toepassing op bestaande bouwwerken.
12.1.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de werking van de waterkering, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 12.1.2 in die zin dat de in de andere daar voorkomende bestemming genoemde bouwwerken worden gebouwd, mits vooraf advies is ontvangen van het Waterschap Zuiderzeeland.

Artikel 13 Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit plan:

  • a. voor het toelaten van bedrijfsactiviteiten aan huis die niet zijn genoemd in Bijlage 2 Lijst van bedrijven aan huis, maar die naar hun aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) kunnen worden geacht te behoren tot een groep van rechtstreeks toegelaten gelijkwaardige bedrijfsactiviteiten;
  • b. voor afwijkingen ten aanzien van de voorschreven bouwhoogte, met dien verstande dat de afwijkingen niet meer dan 10% bedragen van de in de planregels, dan wel op de kaart aangegeven afmetingen;
  • c. ten behoeve van de bouw van bouwwerken voor openbare en semi-openbare diensten, zoals nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en de naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes met dien verstande dat:
    • 1. de inhoud ten hoogste bedraagt 100 m3;
    • 2. de hoogte niet meer bedraagt dan 4 m;
  • d. voor het bouwen van sculpturen en andere kunstzinnige bouwwerken tot een hoogte van 15 m;
  • e. ten aanzien van het bepaalde over het bouwen van (hoofd-)gebouwen binnen het bouwvlak en toestaan dat de grenzen van het bouwvlak en/of de bestemmingsgrens naar de buitenzijde wordt overschreden door bouwwerken zoals (hoek-)erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel en kroonlijsten en overstekende daken, mits de bouw- en/of de bestemmingsgrens met niet meer dan 1,5 m wordt overschreden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 14 Overgangsrecht

14.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het uitwerkingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet is gegaan.
  • 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
14.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het uitwerkingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • 2. het is verboden het met het uitwerkingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • 3. indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan één jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • 4. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 15 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het uitwerkingsplan  Kop Noordereiland.

4 november 2014.