direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Harderwold e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0050.BPHarderwoldeo-VS01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die in onderstaande tabel zijn aangegeven:

Ter plaatse van de aanduiding   Bedrijf   Max. aantal bedrijfs-
woningen  
max. oppervlakte gebouwen
in m 2  
opslag   opslag van niet-agrarische goederen   1   3450  

 

  • b. bedrijfswoningen en daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen voor zover dat in de tabel in lid 3.1, onder a is aangegeven;
  • c. de uitoefening van het aan huis verbonden beroep;
  • d. behoud en herstel van landschappelijke en natuurlijke waarden, waaronder randbeplanting;
  • e. daarbij behorende voorzieningen, zoals tuinen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water.
3.2 Bouwregels

Op de tot 'Bedrijf' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bouwregels:

3.2.1 Algemeen:
  • a. gebouwen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
  • b. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen dient minimaal 3 meter te bedragen.

3.2.2 Bedrijfsgebouwen:
  • a. bedrijfsgebouwen dienen achter de voorgevel van de bedrijfswoning te worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan voor de betreffende aanduiding in de tabel in lid 3.1 is aangegeven;
  • c. de goothoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan 8 meter, dan wel niet meer dan de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt;
  • d. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan 13 meter, dan wel niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt.
3.2.3 Bedrijfswoning:
  • a. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan voor de betreffende aanduiding in de tabel in lid 3.1 onder a is aangegeven;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning, inclusief aan, uit- en bijgebouwen en overkapping mag niet meer dan 1000 m3 bedragen;
  • c. de goothoogte van bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan 6 meter, dan wel niet meer dan de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt;
  • d. de bouwhoogte van bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan 9 meter, dan wel niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag per bedrijfswoning niet meer bedragen dan 50 m²;
  • f. de goothoogte van de onder e. genoemde bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 meter, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 meter;
  • g. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning te worden gesitueerd.

3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 meter.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

3.3.1 Strijdig gebruik

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor:

  • a. andere bedrijvigheid dan het bedrijf dat in lid 3.1 is aangegeven;
  • b. buitenopslag.
3.3.2 Aan huis verbonden beroep

Voor het medegebruik van een bedrijfswoning ten behoeve van het uitoefenen van een aan huis verbonden beroep gelden de volgende gebruiksbepalingen:

  • a. het gebruik is uitsluitend toegestaan aan de bewoner(-s) van de woning;
  • b. het gebruik dient geen onevenredige parkeerdruk met zich mee te brengen;
  • c. er mag geen afbreuk worden gedaan aan het woon- en leefklimaat van de buurt;
  • d. het ruimtebeslag dient van ondergeschikte betekenis te zijn, met dien verstande dat ten hoogste 30% van de aanwezige vloeroppervlakte van de woning en de daarbij behorende aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen tot een maximum van 50 m2 mag worden aangewend ten behoeve van een aan een huis verbonden beroep.
  • e. per bedrijfsuitoefening één reclame en/of naambord aan de gevel of op het bouwperceel is toegestaan van ten hoogste 0,50 m2;
  • f. een kappersbedrijf is niet toegestaan;
  • g. detailhandelsactiviteiten zijn niet toegestaan.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 3.3.1 voor het toestaan van een ander soort bedrijf, mits:
    • 1. het een bedrijf betreft dat is opgenomen in Bijlage 1 van deze regels;
    • 2. het ander soort bedrijf mag gelet op de aard, omvang en ligging geen onevenredige afbreuk doen aan het (leef)milieu en het landschap;
    • 3. aangetoond wordt dat er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • 4. aangetoond wordt dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van eigenaren en/of gebruikers van de naburige gronden.
3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 19 (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.