direct naar inhoud van 4.5 Externe veiligheid
Plan: Bourtange Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0048.BP0908-vs01

4.5 Externe veiligheid

Toetsingskader en beleid

Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering. Op grond van deze benadering worden grenzen gesteld aan de risico's, waarbij wordt gelet op de kwetsbaarheid van de omgeving. Daarbij worden twee verschillende normen gehanteerd: het plaatsgebonden risico (PR)) en het groepsrisico (GR) ). Ten aanzien van het plaatsgebonden risico geldt een kans van 10-6 per jaar als grenswaarde . Dit betekend dat binnen de zogenaamde PR 10-6-contour geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden toegestaan. Voor ontwikkeling van nieuwe beperkt kwetsbare objecten geldt deze norm als streefwaarde.

Ten aanzien van het GR geldt er geen grenswaarde, maar een oriënterende waarde. Nieuwe ontwikkelingen binnen invloedsgebied, die een toename teweeg brengen van het groepsrisico, moeten woorden verantwoord ten opzichte van deze oriënterende waarde. Door deze verantwoordingsplicht zal een bestuurlijke afweging en keuze worden gemaakt waarin de nieuwe ontwikkeling wordt afgewogen tegen aspecten als risico's, zelfredzaamheid, bestrijdbaarheid, bereikbaarheid en economische belangen.

Op risicovolle inrichtingen is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van toepassing. Ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor en het water geldt de Circulaire Risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen. In beide toetsingskaders zijn de bovengenoemde normen voor het PR en het GR verankerd.

Naar verwachting treedt met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen het Besluit transportroutes externe veiligheid per 1 juli 2013 in werking. Er moet rekening worden gehouden met het zogenaamde basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Uitgangspunt van het basisnet is dat door het vastleggen van veiligheidszones de gebruiksruimte voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en ruimtelijke ontwikkelingen op elkaar kunnen worden afgestemd. Het Rijk stelt het basisnet vast voor de rijksinfrastructuur. In de gemeente Vlagtwedde ligt geen infrastructuur dat deel uitmaakt van het basisnet.

Provincies kunnen een eigen basisnet vastleggen. Dit heeft de provincie Groningen gedaan.

Provinciaal Basisnet Groningen
Op 20 april 2010 heeft de Provincie Groningen een basisnet vastgesteld en opgenomen in de Omgevingsverordening. Op grond van dit beleid geldt dat langs verschillende rijks- en provinciale wegen PR 10-6-contouren zijn vastgelegd, waarbinnen geen kwetsbare objecten kunnen worden gerealiseerd. Daarnaast geldt langs deze wegen een zogenaamde plasbrandaandachtszone (PAG): een zone van 30 meter waarin geen objecten mogen worden geprojecteerd waar verminderd zelfredzame personen voorkomen (bijvoorbeeld scholen of verzorgingstehuizen).  

Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan

Risicovolle inrichtingen

Binnen het plangebied bevinden zich geen Bevi-inrichtingen of 'overig risicovolle inrichtingen'. Ook zijn dergelijke inrichtingen voor de toekomst met dit bestemmingsplan niet toegestaan, gelet op de aard van het plangebied. Een uitzondering geldt de opslag van buskruit dat in een van de vestingswallen wordt mogelijk gemaakt. Dit betreft een uitbreiding van activiteiten. Op grond van de Circulaire ontplofbare stoffen voor civiel gebruik moet een veiligheidsafstand tussen de bewaarplaatsen en de woningen van derden of andere kwetsbare objecten worden aangehouden.

Met het oog daarop heeft de gemeente advies ingewonnen van het Centrum Externe Veiligheid van het Ministerie van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport).

Het Centrum Externe Veiligheid komt in zijn advies van 11 mei 2012 tot de volgende conclusies:

  • de voorgenomen opslag van zwart buskruit in een honingraat in bewaarplaatsen zal niet leiden tot knelpunten met betrekking tot de interne en externe veiligheid;
  • door de wijze van opslaan van het buskruit is het niet aannemelijk, dat bij een calamiteit in de bewaarplaatsen de nadelige effecten beperkt zullen blijven tot de bewaarplaats zodat de kans dat bezoekers buiten deze bewaarplaatsen mogelijk letselschade oplopen vrijwel nihil is
  • er dienen maatregelen te worden genomen om overlslag van brand van buiten de bewaarplaatsen naar de bewaarplaatsen te voorkomen..
  • schade aan objecten van derden kan worden voorkomen door een afstand van 20 m aan te houden tussen die objecten en de bewaarplaatsen van zwart buskruit en te beschermen objecten te weren uit de in het advies genoemde A,B en C-zones

Dit betekent het volgende.

De opslag van buskruit is specifiek in het bestemmingsplan vastgelegd door middel van de specifieke bouwaanduiding - kruitopslag (westzijde vesting). Binnen de afstand van 20 m voorziet het bestemmingsplan niet in bestemmingen voor wonen, maatschappelijke functies of andere kwetsbare functies. Het gaat alleen om onbebouwde bestemmingen Groen en

Water. Wat betreft de brandwerende maatregelen: deze worden op grond van de omgevingsvergunning voor het milieu geregeld.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

Binnen het plangebied zijn geen spoorlijnen of waterwegen aanwezig waarover transport van gevaarlijke stoffen plaats vindt en ook ligt het plangebied niet binnen het invloedsgebied van een dergelijke spoorlijn of waterweg.

De provinciale route door en rondom het dorp (Vlagtwedderstraat, Wollingboerweg, de Meijen en Zodenpandweg) maakt deel uit van het provinciaal basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. De route is in navolgend figuur weergegeven. Langs deze route mogen binnen 30 meter afstand geen nieuwe objecten ten behoeve van verminderd zelfredzame personen worden opgericht. Het bestemmingsplan voorziet niet in deze mogelijkheden en veroorzaakt daarom geen conflict met het provinciale EV-beleid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0048.BP0908-vs01_0006.png"

Figuur 6. Routes uit het Provinciaal Basisnet (bron: Provincie Groningen)

Aangezien het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van de provinciale weg moet het groepsrisico worden verantwoord. Omdat in het vigerende bestemmingsplan het groepsrisico niet is verantwoord, moet op grond van het Besluit transportroutes externe veiligheid en het Provinciaal Basisnet in dit plan een nadere groepsrisicoverantwoording plaats vinden. Dat houdt in dat er een risicoberekening met RBMII moet worden gemaakt en dat de Regionale brandweer Groningen advies moet uitbrengen ten aanzien van rampenbestrijding en zelfredzaamheid.

Hieromtrent laat de gemeente zich adviseren door het Steunpunt Externe Veiligheid.

De Brandweer Regio Groningen heeft reeds een weergave gegeven van de aspecten bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid. Ten aanzien van het aspect bestrijdbaarheid concludeert de regionale brandweer dat het plangebied voldoende snel tweezijdig voor hulpdiensten bereikbaar is. In de omgeving zijn sedundaire bluswatervoorzieningen aanwezig waar in voorkomend geval over grote hoeveelheden bluswater beschikt kan worden. Nabij de provinciale weg zijn niet of nauwelijks bliuswatervoorzieningen aanwezig. Vanuit het aspect zelfredzaamheid wordt door de regionale brandweer geconstateerd dat er vanwege de functies in het plangebied nabij de provinciale weg geen aanleiding is tot het treffen van maatregelen.

Transport - buisleidingen

Binnen of nabij het plangebied zijn geen hogedruk aardgastransportleidingen aanwezig.

Conclusie externe veiligheid

Geconcludeerd wordt dat in het plangebied geen saneringssituaties aanwezig zijn. In het bestemmingsplan is in overleg met het Steunpunt Externe Veiligheid een verantwoording van het groepsrisico opgenomen. Daartoe is het voorontwerpbestemmingsplan ter advisering toegezonden aan de Regionale Brandweer.

Daarnaast is de toelichting aangevuld met de resultaten van het advies aangaande het Centrum Externe Veiligheid aangaande de opslag van zwart buskruit.