direct naar inhoud van Artikel 15 Tuin
Plan: Bourtange Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0048.BP0908-vs01

Artikel 15 Tuin

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen, geen erven zijnde, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen functies;

met de daarbijbehorende:

  • b. sloten, bermen en beplanting;
  • c. paden;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' in welk geval bijbehorende bouwwerken bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen mogen worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk ten hoogste 3,50 m mag bedragen;
  • b. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk ten hoogste 60° mag bedragen.
15.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.

15.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid; en
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

15.4 Afwijken van de bouwregels
15.4.1 Bevoegdheid

Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 15.2.1 in die zin dat bijbehorende bouwwerken bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen worden gebouwd, mits:
    • 1. ten hoogste één bijbehorende bouwwerk per woning wordt gerealiseerd;
    • 2. de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken ten hoogste 10 m² bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte van een bijbehorende bouwwerk ten hoogste 3,50 m bedraagt;
    • 4. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk ten minste 30° en ten hoogste 55° mag bedragen;
15.4.2 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.