direct naar inhoud van 4.4 Externe veiligheid
Plan: Weg Veendam - Ter Apel
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0048.BP0907-on01

4.4 Externe veiligheid

Toetsingskader

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over “externe veiligheid” om de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), de Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen.

Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering. Er wordt getoetst aan twee verschillende normen: het plaatsgebonden risico (PR)2 en het groepsrisico (GR)3. Ten aanzien van het plaatsgebonden risico geldt een kans van 10-6 als grenswaarde. Dit betekend dat binnen de zogenaamde PR 10-6-contour geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden toegestaan. Voor ontwikkeling van nieuwe beperkt kwetsbare objecten geldt deze norm als streefwaarde. Het onderscheid tussen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten is vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

Nieuwe ontwikkelingen binnen de groepsrisico-contour, die een wezenlijke toename teweeg brengen van het groepsrisico, zullen moeten worden verantwoord. Door deze verantwoordingsplicht zal een bestuurlijke afweging gemaakt waarin de nieuwe ontwikkeling wordt afgewogen tegen aspecten als externe veiligheid, zelfredzaamheid, bestrijdbaarheid, bereikbaarheid en economische belangen.

Nieuw beleid

De rijksoverheid werkt momenteel aan het vaststellen van een basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Uitgangspunt van het basisnet is dat door het vastleggen van veiligheidszones de gebruiksruimte voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en ruimtelijke ontwikkelingen op elkaar kunnen worden afgestemd. Het rijk stelt het basisnet vast voor de rijksinfrastructuur. Provincies kunnen een eigen basisnet vastleggen.

Provinciaal Basisnet Groningen
Op 20 april 2010 heeft de Provincie Groningen een basisnet vastgesteld en opgenomen in de Omgevingsverordening. Op grond van dit beleid geldt dat langs verschillende rijks- en provinciale wegen PR 10-6-contouren zijn vastgelegd, waarbinnen geen kwetsbare objecten kunnen worden gerealiseerd. Daarnaast geldt langs deze wegen een zogenaamde plasbrandaandachtszone (PAG): een zone van 30 meter waarin geen objecten mogen worden geprojecteerd waar verminderd zelfredzame personen voorkomen (bijvoorbeeld scholen of verzorgingstehuizen).  

Toetsing

Vervoer van gevaarlijke stoffen over de N366

Het bestemmingsplan heeft betrekking op de N366. Deze weg kan worden aangemerkt als een risicobron. Over de N366 worden in beperkte mate gevaarlijke stoffen vervoerd. Deze functie wordt bestendigd doordat de weg is opgenomen in het provinciale basisnet. Met het bestemmingsplan worden in de nabijheid van de weg geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk gemaakt. Zodoende is het plan in overeenstemming met beleid voor het Basisnet Groningen.

Overschrijding van de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico of toename van het groepsrisico is daardoor niet aan de orde. Overigens zal de veiligheid van de weg toenemen door het realiseren van ongelijkvloerse kruisingen. Dit zal naar alle verwachting leiden tot een afname van de externe veiligheidsrisico's. In het kader van de verantwoording van het groeosprisico is de regionale brandweer gevraagd om advies uit te brengen over het bestemmingsplan.

Risicovolle inrichtingen in de omgeving

Buiten het plangebied liggen enkele risicovolle inrichtingen. Ter hoogte van Barnflair ligt een inrichting waar LPG opgeslagen is. De risicocontour ligt van 10-6 ligt niet op de weg. Aan de Nulweg ligt een verkooppunt van motorbrandstoffen inclusief LPG. De risicocontour loopt voor een deel over het plangebied en is vastgelegd door middel van een aanduiding. Binnen de veiligheidszone worden geen nieuwe gevoelige functies gerealiseerd.

Conclusie

Met het nieuwe bestemmingsplan worden geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk gemaakt. Aanpassing van de kruising leidt niet tot een toename van de externe veiligheidsrisico's. Externe veiligheid vormt zodoende geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.