direct naar inhoud van Artikel 25 Algemene aanduidingsregels
Plan: De Linten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0048.BP0904-vs01

Artikel 25 Algemene aanduidingsregels

25.1 geluidzone - industrie
25.1.1 Bouwregels voor gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:

  • een op grond van de daar voorkomende bestemming(en) toelaatbaar geluidsgevoelig gebouw, of de uitbreiding daarvan, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege de geluidszoneringsplichtige inrichtingen van de gevels van dit geluidsgevoelige gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde.

25.1.2 Specifieke gebruiksregel

Tot een gebruik, strijdig met deze gebiedsaanduiding, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van niet-geluidsgevoelige gronden en bouwwerken als geluidsgevoelig object.

25.2 veiligheidszone - bevi
25.2.1 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen mogen op of in deze gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, met uitzondering van bestaande beperkt kwetsbare objecten.

25.2.2 Afwijken van de bouwregels

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 25.2.1 in die zin dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits:
    • 1. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.

25.2.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze gebiedsaanduiding, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden en bouwwerken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object, met uitzondering van bestaande beperkt kwetsbare objecten.

25.2.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 25.2.3 in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt als beperkt kwetsbare object, mits:
    • 1. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.

25.2.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in dié zin dat:

  • a. de aanduiding "veiligheidszone - bevi" wordt verwijderd, mits:
    • 1. de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd;
  • b. de aanduiding "veiligheidszone - bevi" voor een risicovolle inrichting wordt gewijzigd (verkleind), mits:
    • 1. voor de risicovolle inrichting een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer is verleend of gewijzigd;
    • 2. de ligging van de zone is afgestemd op de met deze vergunning corresponderende veiligheidsafstand ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
    • 3. zich binnen de gewijzigde zone geen kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten bevinden.

25.3 veiligheidszone - lpg
25.3.1 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen mogen op of in deze gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, met uitzondering van bestaande beperkt kwetsbare objecten.

25.3.2 Afwijken van de bouwregels

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 25.3.1 in die zin dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits:
    • 1. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.

25.3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze gebiedsaanduiding, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden en bouwwerken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object, met uitzondering van bestaande beperkt kwetsbare objecten.

25.3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 25.3.3 in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt als beperkt kwetsbare object, mits:
    • 1. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.

25.3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het bestemmingsplan wijzigen in díe zin dat:

  • a. de aanduiding "veiligheidszone - lpg" wordt verwijderd, mits de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd;
  • b. de aanduiding "veiligheidszone - lpg" wordt gewijzigd (verkleind), mits:
    • 1. voor de risicovolle inrichting een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer is verleend of gewijzigd;
    • 2. de ligging van de zone is afgestemd op de met deze vergunning corresponderende veiligheidsafstand ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
    • 3. zich binnen de gewijzigde zone geen kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten bevinden.

25.4 veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
25.4.1 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen mogen op of in deze gronden geen objecten worden gebouwd te gebruiken ten behoeve van minder zelfredzame personen.

25.4.2 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze gebiedsaanduiding, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van minder zelfredzame personen.